Vragen van het lid Van Houwelingen (FvD) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 57 (ingezonden 15 november 2022).

Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 14 december 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 940.

Vraag 1

Is de Minister bekend met de volgende zin uit «Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 57»: «Het is inmiddels soms lastig om rechts-extremisten te onderscheiden van anti-overheidsextremisten: er is sprake van een amorfe groep, waarbij onduidelijke, veranderende en gemengde denkbeelden vaak samengaan met persoonlijke grieven en psychische problemen.»?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Zijn er onderliggende analyses die aan deze bewering ten grondslag liggen? Zo nee, waar is deze bewering dan op gebaseerd en indien dit wel het geval is, kan de Kamer deze analyses toegestuurd krijgen?

Antwoord 2

Het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN) is gebaseerd op informatie van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en van de politie, openbronneninformatie, informatie van buitenlandse partners en analyses van ambassadepersoneel. In afwachting van de behandeling van het wetsvoorstel verwerking persoonsgegevens coördinatie en analyse terrorismebestrijding en nationale veiligheid is sinds 31 maart 2021 geen gebruik meer gemaakt van internetmonitoring bij de totstandkoming van deze dreigingsbeelden.1 De zin die wordt aangehaald in vraag 1 is gebaseerd op een gedeeld en gedragen beeld tussen de NCTV en zijn partners, op basis van actuele casuïstiek. Verdere inzage geeft teveel kijk in de onderzoeksmethodiek van deze partners. Deze informatie zou door kwaadwillenden misbruikt kunnen worden en kan de nationale veiligheid in gevaar brengen.


X Noot
1

Kamerstuk 32 761/30 821, nr. 180.

Naar boven