Vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
over statushouders die niet kunnen naturaliseren (ingezonden 12 oktober 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 23 november
2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 523.
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht «Al twintig jaar in Nederland, maar geen paspoort:
«Ik ben hier geboren»»?1
Antwoord 1
Van het bericht heb ik met aandacht kennisgenomen. Indien aan de voorwaarden wordt
voldaan komt een rechtmatig verblijvende vreemdeling in aanmerking voor verkrijging
van het Nederlanderschap. Deze voorwaarden gelden ook voor personen die in Nederland
zijn geboren en gelden ongeacht de duur van het verblijf.
Vraag 2
Erkent u dat deze voormalige asielzoekers en hun kinderen, die een vergunning wegens
humanitaire of schrijnende redenen hebben gekregen, te maken hebben met tegenwerking
van de autoriteiten van het land van herkomst waardoor zij in de praktijk geen documenten
kunnen overleggen?
Antwoord 2
Als iemand met een reguliere verblijfsvergunning door optie- of naturalisatie Nederlander
wil worden, dan geldt in beginsel de voorwaarde dat buitenlandse, identiteits- en
nationaliteitsdocumenten moeten worden overgelegd. In een individueel geval is het
mogelijk deze voorwaarde niet te stellen aan de vreemdeling die in het bezit is van
een reguliere verblijfsvergunning. Het is aan betrokkenen om daarvoor reden(en) naar
voren te brengen in hun verzoek om Nederlander te worden.
Vraag 3 en 4
Wat vindt u ervan dat deze statushouders en hun kinderen die hier reeds jarenlang
verblijven in allerlei zaken belemmerd worden in hun functioneren (niet stemmen, geen
hypotheek, niet trouwen, niet naar het buitenland etc)?
Erkent u dat naturalisatie voor iedereen beter is alsmede voor de integratie van statushouders?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3 en 4
Het bezit van de Nederlandse nationaliteit is geen noodzakelijke voorwaarde voor het
kunnen deelnemen aan de Nederlandse samenleving. De suggestie dat een niet-Nederlander
niet kan stemmen op gemeentelijk niveau, geen hypotheek kan krijgen, niet kan huwen
en ook niet naar het buitenland kan reizen (en vervolgens rechtmatig weer kan inreizen)
is onjuist.
Vraag 5
Kunt u uitleggen wat het verschil is tussen de houders van een RANOV-vergunning (en
hun kinderen) en deze voormalige asielzoekers die om humanitaire of schrijnende redenen
een vergunning hebben gekregen, met betrekking tot het kunnen voldoen aan de documenteis
bij naturalisatie?
Antwoord 5
Als een asielverzoek wordt afgewezen en de vreemdeling wel in het bezit wordt gesteld
van een reguliere verblijfsvergunning geldt de voorwaarde buitenlandse documenten
te overleggen bij de aanvraag van het Nederlanderschap.
Bij de houders van een Ranov-vergunning is meermaals onderzoek gedaan, waaruit naar
voren is gekomen dat er zeer beperkt perspectief is om te voldoen aan de documentseis.
Er is geen reden om aan te nemen dat sprake is van onmogelijkheid om buitenlandse
documenten te overleggen bij een ieder die na een aanvraag daartoe niet in het bezit
is gesteld van een asielvergunning, maar later een reguliere verblijfsvergunning heeft
gekregen. Ten aanzien van de uitzondering voor Ranov-vergunninghouders verwijs ik
naar mijn brief aan uw Kamer d.d. 7 juli 20212, waarin ik gewezen heb op de uitzonderlijke en specifieke omstandigheden van deze
groep.
Vraag 6
Bent u bereid deze statushouders en hun kinderen, waarvan een groot deel nooit kan
naturaliseren, omdat door tegenwerking of angst voor de autoriteiten van het land
van herkomst zij geen paspoort of geboorteakte kunnen overleggen, vrij te stellen
van deze eis? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Nee, ik ben niet bereid een categoriale vrijstelling te creëren. In individuele gevallen
is het mogelijk dat aannemelijk wordt gemaakt waarom het overleggen van het gevraagde
buitenlandse document niet mogelijk is. Dan geldt dat maatwerk mogelijk is en het
betreffende document niet hoeft te worden overgelegd.