Vragen van de leden Van Nispen (SP), Ellian (VVD) en Kathmann (PvdA) aan de Minister voor Rechtsbescherming over internationale kinderontvoeringen (ingezonden 7 september 2021).

Mededeling van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 28 september 2021).

Vraag 1

Herinnert u zich uw eerdere antwoorden op vragen over het terughalen van ontvoerde kinderen en heeft u kennisgenomen van de zaak van de heer Roussen?1, 2

Vraag 2

Wat zijn de consequenties voor een land dat wel is aangesloten bij het Haags Kinderontvoeringsverdrag, maar zich niet aan de daarin opgestelde regels houdt? Welke middelen hebben de lidstaten om verdragspartners aan te spreken op nakoming van de afspraken?

Vraag 3

Erkent u dat niet alle landen de afspraken, zoals vastgelegd in het Haags Kinderontvoeringsverdrag, in alle gevallen nakomen en dat dit tot schrijnende situaties kan leiden? Zo ja, bent u bereid te kijken of de huidige afspraken met verdragspartners wel goed geregeld zijn, niet te vrijblijvend zijn, en wat eventueel gedaan zou kunnen worden dit te verbeteren?

Vraag 4

Heeft de Centrale Autoriteit internationale kinderaangelegenheden, op uw ministerie, voldoende capaciteit te allen tijde snel en daadkrachtig op te komen voor Nederlandse staatsburgers? Zo ja, waaruit blijkt dat? Kunt u aangeven hoe snel gemiddeld gereageerd wordt op berichten/verzoeken van Nederlandse burgers die de hulp van de Centrale Autoriteit denken nodig te hebben?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Van Nispen (SP), Ellian (VVD) en Kathmann (PvdA), van uw Kamer aan de Minister voor Rechtsbescherming over internationale kinderontvoeringen (ingezonden 7 september 2021) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 3449

Naar boven