Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming over gerechtsdeurwaarders
die discutabele incasso’s proberen te incasseren (ingezonden 20 oktober 2021).
Mededeling van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 10 november 2021)
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de uitzending van Radar waarin een gerechtsdeurwaarder geld
terugeist van een bedrijf met een dubieuze reputatie?1
Vraag 2
Klopt het dat gerechtsdeurwaarders in verhouding meer geld verdienen met incassopraktijken
dan met het uitvoeren van wettelijke ambtshandelingen? Zo ja, ziet u hierin ook een
perverse prikkel in het systeem, en acht u dit wenselijk?
Vraag 3
Erkent u dat het voor een consument die een brief krijgt van een gerechtsdeurwaarder
verwarrend kan zijn of dat vanuit de staatstaak, het executeren van rechterlijke vonnissen,
of vanuit het ondernemerschap, het incasseren namens bedrijven, gebeurt en dat mensen
van een brief van de deurwaarder kunnen schrikken, wat tot oneigenlijke druk om te
betalen kan leiden? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 4
Wat mag van een gerechtsdeurwaarder, die beëdigd is en aan beroepsregels is gebonden,
zoals zorgvuldig handelen, integer en onafhankelijk, volgens u worden verwacht bij
het werken voor een bedrijf waarover veel klachten binnen zijn gekomen? In hoeverre
is het aan gerechtsdeurwaarders onderzoek te doen naar de reputatie of achtergrond
van het bedrijf of de gegrondheid van een openstaande factuur? Met andere woorden,
hoe wordt voorkomen dat een gerechtsdeurwaarder zich voor het karretje laat spannen
van bedrijven met een dubieuze reputatie?
Vraag 5
Mag van een gerechtsdeurwaarder net zoveel, of méér worden verwacht ten aanzien van
de achtergrond van de opdrachtgever of de gegrondheid van de factuur als van een willekeurig
commercieel incassobureau?
Vraag 6
Erkent u dat het slecht is voor het vertrouwen in de gerechtsdeurwaarders, die een
bijzondere rol hebben in onze rechtsstaat, als zij als verlengstuk fungeren, of zo
worden gezien, van bedrijven met een dubieuze reputatie?
Vraag 7
Hoe zou volgens u, beter dan nu, de rol van een gerechtsdeurwaarder enerzijds en een
incassobureau anderzijds verduidelijkt kunnen worden? Wat vindt u van het idee de
incassopraktijken los te koppelen van de praktijk van gerechtsdeurwaarders, om meer
duidelijkheid te scheppen voor consumenten? Bent u bereid op dit punt met voorstellen
te komen en hierover in gesprek te gaan met onder andere de Koninklijke Beroepsorganisatie
van Gerechtsdeurwaarders (KBvG)?
Vraag 8
Wat vindt u ervan dat een gerechtsdeurwaarder zich klaarblijkelijk op het standpunt
stelt dat een consument maar aan moet tonen dat een factuur ongegrond is? Bent u het
ermee eens dat het juist aan de schuldeiser is duidelijk te maken waarom de factuur
gegrond is? Zo ja, bent u bereid dit standpunt nog eens extra onder de aandacht te
brengen onder de gerechtsdeurwaarders?
Vraag 9
Vindt u het eerlijk dat mensen die in verweer komen tegen een factuur, met hulp van
een advocaat of het aanspreken van de rechtsbijstandsverzekering, vaak de factuur
niet hoeven te betalen, maar dat dit voor veel mensen niet is weggelegd omdat zij
niet voldoende geld hebben om bijstand te regelen of niet weten hoe dit zit? Erkent
u dan dat hier mogelijk een vorm van rechtsongelijkheid ontstaat, wat gaat u hieraan
doen?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Nispen (SP), van uw
Kamer aan de Minister voor Rechtsbescherming over gerechtsdeurwaarders die discutabele
incasso’s proberen te incasseren (ingezonden 20 oktober 2021) niet binnen de gebruikelijke
termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is
ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.