Vragen van de leden Podt (D66), Ceder (ChristenUnie) en Ellemeet (GroenLinks) aan
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het rapport van de Afdeling advisering
van de Raad van State over de Wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000, in verband
met het regelen van de aanmeldfase, het vervallen van het eerste gehoor in de algemene
asielprocedure en het doorvoeren van enkele technische aanpassingen (ingezonden 12 oktober
2021).
Mededeling van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid) (ontvangen
2 november 2021).
Vraag 1
Hoe wordt de wijziging in de procedure tot nu toe ervaren? Wat gaat er goed? Wat gaat
er minder goed en wat wordt daar aan gedaan? Wordt de tijdswinst die verwacht werd
ook daadwerkelijk gerealiseerd? Zo nee, hoe komt dat?
Vraag 2
Kunt u ingaan op de kritiek van de Afdeling advisering van de Raad van State (hierna:
de Afdeling) over het ontbreken van waarborgen voor de vreemdeling in de nieuwe aanmeldfase
zoals een medische check, juridische bijstand en onafhankelijke voorlichting?
Vraag 3
Hoe wordt gegarandeerd dat de verklaringen gedaan in het nieuwe aanmeldgehoor, de
algehele geloofwaardigheidsbeoordeling van de vreemdeling niet negatief zullen beïnvloeden?
Vraag 4
Waarom is er niet voor gekozen om de Rust- en Voorbereidingstijd (hierna: RVT) of
een deel daarvan (bijvoorbeeld de juridische bijstand) plaats te laten vinden vóór
het nieuwe aanmeldgehoor, zoals ook bepleit door onder andere de Afdeling, de Kinderombudsman,
de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ) en UNHCR en in lijn zou zijn met
de Onderzoekscommissie-van Zwol, die het belang benadrukt van rechtsbijstand en onpartijdige informatievoorziening
zo vroeg mogelijk in de procedure?1
Vraag 5
Hoe wordt in de nieuwe situatie om gegaan met asielmotieven die niet worden gemeld
in het nieuwe aanmeldgehoor maar wel worden aangedragen in het nader gehoor? Hoe wordt
voorkomen dat tegenstrijdigheden of onvolledigheden op dit punt de algehele geloofwaardigheidsbeoordeling
van de verklaring van de vreemdeling negatief beïnvloeden?
Vraag 6
Wat voor verklaringen, afgelegd tijdens het nieuwe aanmeldgehoor, kunnen worden meegewogen
in het kader van de integrale geloofwaardigheidsbeoordeling en inwilligbaarheid ten
behoeve van de asielaanvraag? Hoe wordt hierbij meegewogen wat de medische toestand
van een vreemdeling is, gelet op het feit dat de medische check voortaan pas na het
aanmeldgehoor plaatsvindt in de nieuwe procedure? En hoe wordt geborgd dat hier niet
onbedoeld ook asielmotieven worden meegewogen?
Vraag 7
Hoe verzekert u, dat waar wordt geschreven in de reactie op de Afdeling dat «rekening
gehoudenkan worden met de kwetsbaarheid van de vreemdeling in de behandeling van de asielaanvraag»,
dit ook daadwerkelijk gebeurt?
Vraag 8
Hoe wordt rekening gehouden met inconsistenties tussen het aanmeldgehoor en het nader
gehoor indien in de RVT blijkt dat iemand geestelijke of andere medische problematiek
ervaart? Op welke wijze wordt de inbreng in het aanmeldgehoor dan (anders) gewogen?
Vraag 9
Waarom is ondanks de kan-bepaling in artikel 3.3 van de memorie van toelichting om
minderjarigen apart te horen, er geen gebruik van gemaakt om dit verder bij ministeriele
regeling uit te werken? Hoe is verzekerd dat alleenstaande minderjarige asielzoekers
voorafgaand aan het nieuwe aanmeldgehoor voldoende rust en voorbereidingstijd krijgen?
Krijgen zij van te voren wel juridische bijstand?
Vraag 10
Waarom kiest u ervoor het besluit door te voeren terwijl de Afdeling adviseert het
besluit niet te nemen, tenzij het wordt aangepast?
Vraag 11
Vindt er een evaluatie plaats van de wijziging van dit besluit? Zo nee, waarom niet?
Kunt u alsnog toezeggen dat de wijziging na een jaar wordt geëvalueerd, of de doelen
daadwerkelijk worden behaald en in hoeverre het mogelijk blijkt de nieuwe invulling
van de procedure van alle noodzakelijke waarborgen te voorzien?
Vraag 12
Kunt u deze vragen individueel beantwoorden?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Podt (D66), Ceder
(ChristenUnie) en Ellemeet (GroenLinks), van uw Kamer aan de Staatssecretaris van
Justitie en Veiligheid over het rapport van de Afdeling advisering van de Raad van
State over de Wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000, in verband met het regelen
van de aanmeldfase, het vervallen van het eerste gehoor in de algemene asielprocedure
en het doorvoeren van enkele technische aanpassingen (ingezonden 12 oktober 2021)
niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet
alle benodigde informatie is ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
X Noot
1Commissie Langdurig Verblijvende Vreemdelingen, 2019, «Langdurig verblijvende vreemdelingen
zonder bestendig verblijfsrecht»