Vragen van het lid Vestering (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
over de vernieuwde toelating van het hormoonverstorende landbouwgif cypermethrin die
wordt besproken tijdens de vergadering van het SCoPAFF van 21 en 22 oktober (ingezonden
21 oktober 2021).
Mededeling van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen
28 oktober 2021).
Vraag 1
Kunt u bevestigen dat volgens de Europese wetgeving alleen landbouwgiffen op de markt
toegelaten mogen worden waarvan vaststaat dat ze geen hormoonverstorende eigenschappen
hebben?1
Vraag 2
Waarom stelt u in uw brief over de Europese vergadering van het Standing Committee
on Plants, Animals, Food and Feed (SCoPAFF) van 21 en 22 oktober dat volgens de beschikbare
informatie het landbouwgif cypermethrin niet hormoonverstorend is? Op welke wetenschappelijke
studies baseert u dat?2
Vraag 3
Kunt u bevestigen dat het Joint Research Centre van de Europese Unie op basis van
het toelatingsdossier al in 2016 concludeerde dat de insectenverdelger cypermethrin
wel degelijk een hormoonverstorende stof is?
Vraag 4
Kent u de onafhankelijke wetenschappelijke studies van Wang et al. (2021), Jin et
al. (2011), Singh et al. (2020) en Marettova et al. (2017), waaruit duidelijk blijkt
dat cypermethrin wel degelijk hormoonverstorende eigenschappen heeft?3,
4,
5,
6
Vraag 5
Deelt u het inzicht dat op basis van de bovengenoemde studies een nieuwe toelating
voor cypermethrin een schending van de Europese wetgeving zou inhouden?
Vraag 6
Heeft het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb)
deze studies betrokken bij de advisering om voor de vernieuwde toelating van cypermethrin
te stemmen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Op basis van welke studies en wetenschappelijke informatie hebben u en het Ctgb de
conclusie getrokken dat cypermethrin niet hormoonverstorend zou zijn?
Vraag 8
Kunt u bevestigen dat de Europese toelatingscriteria voor hormoonverstoring in 2018
zijn aangescherpt? Vindt u het verantwoord dat cypermethrin met uw steun nog twee
jaar extra in Nederland en Europa gebruikt mag worden, terwijl wetenschappelijke,
onafhankelijke studies aantonen dat cypermethrin hormoonverstorend is?
Vraag 9
Deelt u de mening dat, zolang de toelatingshouder niet met aanvullende studies kan
aantonen dat cypermethrin aan de gestelde toelatingscriteria voldoet, deze stof niet
gebruikt mag worden? Zo nee, waarom vindt u het verantwoord dat de toelatingshouder
hier nog twee jaar de tijd voor krijgt, met alle risico’s van dien?
Vraag 10
Bent u bereid om de inzet van de Nederlandse delegatie te wijzigen en tegen het voorstel
van de Europese Commissie te stemmen om cypermethrin nog twee jaar langer goed te
keuren, zolang de producent niet kan aantonen dat deze werkzame stof veilig is? Zo
nee, waarom niet?
Vraag 11
Bent u bereid om de drie middelen met de werkzame stof cypermethrin die in Nederland
worden gebruikt, niet langer toe te staan, zolang de producent niet kan aantonen dat
deze werkzame stof veilig is? Zo nee, waarom niet?
Vraag 12
Kunt u deze vragen één voor één spoedig beantwoorden?
Mededeling
De vragen van het lid Vestering (PvdD) van 21 oktober 2021, over de vernieuwde toelating
van het hormoonverstorende landbouwgif cypermethrin, die wordt besproken tijdens de
vergadering van het SCoPAFF van 21 en 22 oktober (kenmerk 2021Z18312), kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De vragen zullen
zo spoedig mogelijk worden beantwoord.
X Noot
1Verordening (EC) Nr. 1107/2009