Vragen van de leden Leijten en Hijink (beiden SP) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Ziekenhuis OZG door deal met PowerField in de armen van commercie geduwd en het unieke Oldambtster landschap wordt vermarkt: «Onoorbaar en amoreel»» (ingezonden 27 september 2021).

Mededeling van Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 26 oktober 2021).

Vraag 1

Deelt u de angst dat na de zorg ook het landschap vermarkt wordt?1 Waarom wel/niet?

Vraag 2

Waarom heeft de directie van het Ommelander Ziekenhuis Groningen (OZG) besloten tot een deal met Powerfield?

Vraag 3

Deelt u de mening dat het bizar is dat de zorg afhankelijk is van dergelijke deals? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 4

Is er zorggeld gemoeid met deze deal? Zo ja, hoeveel en is dit toegestaan?

Vraag 5

Op welke manier profiteert het OZG van deze deal?

Vraag 6

Op welke manier profiteert Powerfield van deze deal?

Vraag 7

Op welke manier profiteert de omgeving van deze deal?

Vraag 8

Op welke manier is de omgeving betrokken bij de totstandkoming van deze deal?

Vraag 9

Vindt u dat «(...) het plaatsen van een kassa bij het landschap en daarmee de ruimte te gebruiken als «melkkoe» (...) onoorbaar en amoreel [is]»? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 10

Wat gaat u doen om het publieke belang van zowel de zorg als het landschap te dienen?

Mededeling

Op 27 september jl. hebben de leden Leijten en Hijink (SP) vragen gesteld over het bericht «Ziekenhuis OZG door deal met PowerField in de armen van commercie geduwd en het unieke Oldambtster landschap wordt vermarkt: «Onoorbaar en amoreel»« (kenmerk 2021Z16439).

Deze vragen zullen tegelijk door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport worden beantwoord met de vragen van de leden Kuiken en Nijboer (PvdA) over de plannen van het Ommelander Ziekenhuis Groningen om deel te willen nemen in een zonnepark (kenmerk 2021Z15851).

Voor zorgvuldige beantwoording van beide sets vragen is interdepartementale afstemming nodig, wat meer tijd vraagt. Daarom kunnen de beide sets vragen niet binnen de gebruikelijke termijn van drie weken worden beantwoord. Wij streven ernaar beide sets zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk eind november te beantwoorden.

Naar boven