Vragen van het lid Van der Plas (BBB) aan Minister van Justitie en Veiligheid over het Stelsel Beroepsziekten en Dienstongevallen Politie (ingezonden 29 augustus 2022).

Mededeling van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 19 september 2022).

Vraag 1

Graag vraag ik uw aandacht voor onderstaande vragen met betrekking tot het Stelsel Beroepsziekten en Dienstongevallen Politie:

Vraag 2

Bent u ermee bekend dat bij de uitvoering van het Stelsel Beroepsziekten en Dienstongevallen Politie de reeds uitgekeerde vergoedingen voor immateriële schade worden verrekend met de materiële restschade waar o.a. (voormalig) politieambtenaren met PTSS recht op hebben?

Vraag 3

Waarom heeft u gekozen voor deze verrekening?

Vraag 4

Erkent u dat dit betekent dat politieagenten nu dus praktisch gezien zelf betalen voor psychologische schade die men heeft geleden en nog steeds onder kampen naar aanleiding van hun werk bij de politie?

Vraag 5

Is de Minister van mening dat dit in lijn is met motie-Helder (Kamerstuk 35 570, nr. 6) waarin de regering verzocht wordt om het smartengeld toegekend in oude PTSS-dossiers niet te verrekenen met materiële restschade?

Vraag 6

Is de Minister bekend met de adviezen van de Commissie van Advies Restschade Afwikkeling Politie (CARAP) op 25 februari 2022 en 14 maart 2022 waarin het CARAP adviseert om al toegekende smartengeld niet in mindering te brengen op de aan hem uit te keren restschade?

Vraag 7

Waarom heeft u niet gehandeld in lijn met dit advies?

Vraag 8

Kunt u met de Kamer de interne correspondentie op het ministerie en de andere adviezen die u heeft gehad naar aanleiding van dit advies delen?

Vraag 9

Begrijpt u dat deze gang van zaken op (voormalig)politieagenten, die vaak hun leven en gezondheid op het spel hebben gezet om de samenleving te dienen, overkomt alsof ze in de steek worden gelaten?

Vraag 10

Kan de Minister toezeggen dat ze deze situatie rechtzet en reeds uitgekeerde immateriële schade niet verrekend met materiële restschade?

Vraag 11

Is de Minister bereid om de gevallen waar dat wel al is gebeurd te rectificeren?

Vraag 12

Kunt u deze vragen elk afzonderlijk beantwoorden?

Vraag 13

Kunt u deze vragen voor 15 oktober beantwoorden?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van der Plas (BBB), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het Stelsel Beroepsziekten en Dienstongevallen Politie.

(ingezonden 29 augustus 2022) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven