Vragen van het lid Eerdmans (JA21) aan de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over het aantal woningtoewijzingen aan statushouders (ingezonden 8 augustus 2022).

Antwoord van Minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) (ontvangen 5 september 2022).

Vraag 1

Wat bedroeg het percentage woningtoewijzingen aan statushouders gedurende de eerste zes maanden van 2022? Kunt u dit per maand aangeven?

Antwoord 1

Ik beschik niet over het exacte aantal woningen dat in de eerste zes maanden van 2022 is toegewezen aan statushouders. Hieronder vindt u daarom een schatting, uitgesplitst per maand. Gerekend is met een huishoudgrootte van 2,2 personen, op basis van de gegevens van het COA over de huishoudsamenstelling van de in de eerste helft van 2022 gehuisveste statushouders. Daarnaast wordt op basis van schattingen van Aedes gerekend met ca. 150.000 vrijkomende sociale huurwoningen per jaar. Het aantal woningen dat per maand vrij komt fluctueert, maar omdat ik niet over dergelijke cijfers beschik is nu gerekend met 12.500 vrijkomende woningen per maand.

De schatting resulteert daarmee in een gemiddeld toewijzingspercentage van ruim 7% over de gehele eerste helft van 2022. Dit valt ruim binnen de gebruikelijke bandbreedte van 5–10%. Het percentage ligt vermoedelijk nog iets lager, aangezien een klein deel van de statushouders is uitgestroomd via de hotel- en accommodatieregeling (HAR). Deze statushouders tellen wel mee in de taakstellingscijfers van een gemeente, maar niet in het percentage woningtoewijzingen.

 

Realisatie taakstelling

Geschat aantal vrijgekomen woningen per maand

Geschat aantal woningen toegekend aan statushouders

Geschat percentage woningtoewijzingen aan statushouders

januari

1.529

12.500

700

5,6%

februari

1.652

12.500

750

6%

maart

2.277

12.500

1.000

8%

april

1.913

12.500

850

6,8%

mei

2.545

12.500

1.150

9,2%

juni

2.018

12.500

900

7,2%

Totaal tot 1 juli

11.934

75.000

5.400

7,2%

Vraag 2

Wat was hierbij de gemiddelde huishoudensgrootte?

Antwoord 2

Op basis van de gegevens van het COA van daadwerkelijk gehuisveste statushouders in deze periode was de gemiddelde huishoudgrootte 2,2 personen.

Vraag 3

Hoeveel woningen waren hiermee in totaal gemoeid?

Antwoord 3

Ik verwijs naar het antwoord op vraag 1. De cijfers vindt u terug in de tabel. Het gaat naar schatting om circa 5.400 woningen.

Vraag 4

Kunt u een overzicht verstrekken van het percentage woningtoewijzingen aan statushouders per gemeente gedurende deze periode? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Ik beschik niet over deze informatie op gemeenteniveau.

Vraag 5

Wat bedraagt het percentage woningtoewijzingen aan statushouders gedurende de periode (zes weken) in het kader van de maatregel versnelde uitstroom van 7.500 statushouders?

Antwoord 5

Gemeenten kunnen ervoor kiezen om vergunninghouders te huisvesten in tussenvoorzieningen, nieuwe flexwoningen of in woningen uit de reguliere woningvoorraad. Gemeenten bepalen zelf hoe zij hier invulling aan geven. Welke keuze zij maken wordt niet centraal geregistreerd en ik kan dus ook niet zeggen wat het toewijzingspercentage is. Tussen 1 juli 2022 en 21 augustus 2022 zijn 4.020 uitplaatsingen gerealiseerd.

Vraag 6

Hoeveel woningen zijn hiermee in totaal gemoeid?

Antwoord 6

Ik verwijs naar het antwoord op vraag 5. Ik beschik niet over deze informatie.

Vraag 7

Zijn er meer gemeenten zoals Utrecht die gedurende deze periode op noodgevallen na alle vrijkomende sociale huurwoningen aan statushouders toewijzen? Zo ja, welke gemeenten zijn dit?

Antwoord 7

Gemeenten hebben verschillende mogelijkheden om vergunninghouders te huisvesten. Dat kan bijvoorbeeld in zogeheten tussenvoorzieningen, in nieuw te realiseren flexwoningen of door tijdelijk meer mensen te plaatsen in de bestaande woningvoorraad. Voor zo ver mij bekend is Utrecht de enige gemeente die alle vrijkomende sociale huurwoningen gedurende een periode alleen aan statushouders toewijst.

Om verdringing zo veel mogelijk te voorkomen, zijn extra sociale huurwoninegn nodig. De snelste manier om dat te doen is het bouwen van meer flexwoningen. De komende tijd wil ik met verschillende gemeenten, regio’s en provincies realisatieovereenkomsten sluiten. Het kost echter tijd om de realisatie van flexwoningen naar het gewenste niveau te brengen, terwijl van belang is dat de huisvesting van vergunninghouders al op zeer korte termijn versnelt. Daarom zal het op korte termijn soms nodig zijn om te kiezen voor tijdelijk hogere toewijzingspercentages in de sociale voorraad. Met de bouw van grotere aantallen flexwoningen en het normaliseren van de taakstelling, zal het toewijzingspercentage weer zakken binnen normale parameters.

Naar boven