Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het bericht «Nederland betaalde opgeschorte steun aan Oeganda toch uit, ondanks gewelddadige verkiezingen vorig jaar» (ingezonden 20 juli 2022).

Mededeling van Minister Schreinemacher (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) (ontvangen 6 september 2022).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel van de Volkskrant «Nederland betaalde opgeschorte steun aan Oeganda toch uit, ondanks gewelddadige verkiezingen vorig jaar»1?

Vraag 2

Waarom is besloten de opgeschorte ontwikkelingssteun aan Oeganda te hervatten?

Vraag 3

Wat wordt er precies bedoeld met «contractueel lastig»?

Vraag 4

Bent u het eens dat er geen belastinggeld overgemaakt had moeten worden naar Oeganda?

Vraag 5

Wat gaat u doen om dit soort onwenselijke betalingen in de toekomst te voorkomen?

Vraag 6

Deelt u de analyse van hoogleraar ontwikkelingsstudies Paul Hoebink dat de ontwikkelingssteun indirect onwenselijke gevolgen kan hebben?

Vraag 7

Waarom is de Kamer niet geïnformeerd over de uitbetaling van de ontwikkelingssteun?

Vraag 8

Bent u het eens dat de Tweede Kamer buitenspel is gezet?

Vraag 9

Deelt u de mening dat de ontwikkelingshulp aan Oeganda per direct beëindigd moet worden?

Mededeling

Naar aanleiding van schriftelijke vragen van de leden Thijssen (PvdA) en Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over «de Nederlandse rechtstatelijke steun aan Oeganda» en «het bericht «Nederland betaalde opgeschorte steun aan Oeganda toch uit, ondanks gewelddadige verkiezingen vorig jaar»» (ingezonden 20 juli 2022, met kenmerk 2022Z15240 en kenmerk 2022Z15244) wil ik u meedelen dat de beantwoording hiervan meer tijd vergt.

Hierdoor is het helaas niet mogelijk om de beantwoording van deze vragen binnen de gestelde termijn aan de Kamer te doen toekomen.

Naar boven