Vragen van het lid De Roon (PVV) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de Nederlandse aanwezigheid op een agrobeurs in Iran (ingezonden 24 september 2021).

Antwoord van Minister De Bruijn (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking), mede namens de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (ontvangen 20 oktober 2021).

Vraag 1

Klopt het dat Nederland met een eigen standplaats officieel aanwezig is op de Iraanse agrobeurs die momenteel (van 22 tot 25 september) plaatsvindt in Teheran?1 2

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Waarom levert Nederland deze bijdrage terwijl er fysiek geen Nederlandse bedrijven op de beurs aanwezig zijn en de agrarische handel tussen beide landen minimaal is?3

Antwoord 2

Deelname aan handelsbeurzen maakt onderdeel uit van de reguliere handelsbevordering van Nederland met landen wereldwijd. Juist wanneer vertegenwoordigers van Nederlandse bedrijven niet kunnen reizen als gevolg van reisrestricties vanwege COVID-19 is presentie vanuit de Nederlandse vertegenwoordigingen van belang om de economische belangen van Nederland te behartigen. De Nederlandse export naar Iran bedroeg in 2020 348 miljoen euro, waarvan een belangrijk onderdeel gerelateerd is aan de landbouw (CBS).

Vraag 3, 4

Wie heeft de Nederlandse ambassade in Teheran opdracht gegeven om de Nederlandse deelname te organiseren en waarom? Welke kosten zijn ermee gemoeid?

Waarom exporteert Nederland landbouwkennis naar Iran, terwijl Iran zelf vooral bedreven is in het exporteren en financieren van islamitische terreur?4

Antwoord 3, 4

De vraag in Iran naar agrarische teeltmaterialen, kennis, technologie en machines biedt kansen voor het Nederlandse agrobedrijfsleven. Daarnaast kan Nederlandse landbouwtechnologie bijdragen aan het versterken van de voedselzekerheid, aan het terugdringen van waterverspilling en daarmee gepaard gaande watertekorten en aan het mitigeren van de effecten van klimaatverandering. Samenwerking op deze onderwerpen, inclusief via deelname aan handelsbeurzen, maakt onderdeel uit van het Nederlandse beleid van kritisch engagement met Iran. Daarbinnen engageert Nederland met Iran op belangrijke onderwerpen zoals handel, klimaat en veiligheid, waarbij moeilijke kwesties niet uit de weg worden gegaan.

Binnen het geldende beleidskader en met gebruikmaking van hun budget voor handelsbevordering besluiten posten over deelname aan handelsbeurzen. De totale kosten voor deelname aan deze beurs in Iran, inclusief kosten voor de stand en promotiemateriaal, bedroegen 15.000 euro.

Vraag 5

Is het niet opmerkelijk dat Nederlandse ambassademedewerkers rondlopen op een beurs in een land dat vanwege het coronavirus in het reisadvies wordt bestempeld als een «zeerhoogrisicogebied»? Zo nee, waarom niet?5

Antwoord 5

Het reisadvies is bedoeld voor reizen vanuit Nederland naar Iran. De aanwezige ambassademedewerkers wonen in Iran, en de beurs vond plaats binnen de door de lokale autoriteiten opgelegde beperkingen ter bestrijding van het COVID-19-virus. De ambassademedewerkers hebben alle noodzakelijke veiligheidsmaatregelen in acht genomen. Mondkapjes waren verplicht op de beurs, en bij de ingang werd van iedereen de temperatuur opgenomen.

Vraag 6

Bent u bereid een stokje te steken voor vergelijkbare initiatieven van de Nederlandse ambassade in Teheran die niet of nauwelijks in het Nederlands belang zijn en het Iraanse regime van massamoordenaar Ibrahim Raisi slechts legitimeren?

Antwoord 6

Zie het antwoord op vragen 3 en 4.

Naar boven