Vragen van het lid Omtzigt (Omtzigt) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister-President over het bewust vertragen van Wob-verzoeken en het betalen van dwangsommen door de regering (ingezonden 21 juli 2022).

Mededeling van Minister Bruins Slot (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 22 augustus 2022).

Vraag 1

Herinnert u zich dat de Kamer in januari 20191 al vroeg of Wob-besluiten van journalisten wel eens bewust vertraagd zijn door de regering (of departementen) en dat daarop toen het volgende antwoord volgde:

Vraag 20, 21 en 22

Hoe vaak krijgen journalisten een besluit op Wob-verzoeken van ministeries binnen de normale wettelijke termijn (in percentage van alle Wob-verzoeken van journalisten)?

Worden Wob-verzoeken wel eens bewust vertraagd door ministeries?

Kunt u voorbeelden geven van Wob-verzoeken, die bewust vertraagd zijn door de regering?

Antwoord 20, 21 en 22

Over de snelheid van afhandeling van Wob-verzoeken van journalisten zijn geen gegevens bekend. Overigens wordt een substantieel deel van de vragen om informatie van journalisten zeer snel afgehandeld zonder dat deze als formeel Wob-verzoek in behandeling wordt genomen. De Wob stelt termijnen voor het afhandelen van een verzoek. Het beleid is dat verzoeken zo snel mogelijk worden afgehandeld. De beantwoordingstermijn in een concreet geval is afhankelijk van de bestuurlijke aangelegenheid in kwestie, de reikwijdte van het verzoek, de omvang van de hoeveelheid informatie, de mogelijkheden dergelijke informatie snel te verwerken?

Vraag 2

Herinnert u zich dat u in juli 2019 op Kamervragen van Harry van der Molen en de vragensteller aangaf dat Wob-verzoeken niet bewust vertraagd worden, toen u het volgende antwoord gaf2:

Vraag 16

Worden Wob-verzoeken wel eens bewust vertraagd door ministeries?

Antwoord 16

De Wob stelt termijnen voor het afhandelen van een verzoek. Het beleid is dat verzoeken zo snel mogelijk worden afgehandeld.

Vraag 17

Kunt u voorbeelden geven van Wob-verzoeken, die bewust vertraagd zijn door de regering?

Antwoord 17

Nee. De beantwoordingstermijn van een concreet Wob-verzoek is afhankelijk van de bestuurlijke aangelegenheid in kwestie, de reikwijdte van het verzoek, de omvang van de hoeveelheid informatie en de mogelijkheden dergelijke informatie snel te verwerken.

Vraag 3

Herinnert u zich dat u op 30 november 2020 wederom een vraag van collega Harry van der Molen en van mij beantwoordde en er wederom ontkend werd dat Wob-verzoeken wel eens om politieke redenen vertraagd worden, toen de regering het volgende antwoord gaf (Aanhangsel bij de handelingen 2020/2021, nr. 1348):

Vraag 5

Kunt u aangeven welke Wob-verzoeken deze kabinetsperiode vertraagd zijn om politieke redenen?

Antwoord 5

Het antwoord op deze vraag hangt af van wat wordt verstaan onder politieke redenen. Als hiermee wordt bedoeld dat een Wob-besluit wordt aangehouden puur omdat dit de bewindspersoon beter zou uitkomen, dan kunnen we dat niet aangeven. Zoals bij antwoord 4 aangegeven zijn dergelijke voorbeelden ons niet bekend. [...]

Vraag 4

Herinnert u zich dat dezelfde lijn van beantwoording in maart 2022 gevolgd werd en wederom bij antwoorden op mijn Kamervragen ontkend werd dat WOB verzoeken wel eens bewust vertraagd worden, toen de u de volgende antwoorden stuurde:

Vraag 2

Worden Wob-verzoeken weleens bewust vertraagd door ministeries?

Antwoord 2

De Wob stelt termijnen voor het afhandelen van een verzoek. Ik heb geen signalen ontvangen waaruit zou blijken dat er bewust wordt vertraagd bij het afhandelen van een verzoek.

Vraag 5

Heeft u kennis genomen van uw eigen statistieken waaruit blijkt dat bij minstens 125 Wob-verzoeken er minstens een jaar verstreken is, terwijl de maximum termijn toch echt 42 dagen is? Hoe verklaart u dat er zo’n groot aantal Wob-verzoeken is, waarbij soms jaren geen besluit genomen wordt? Waarom is het Ministerie van Algemene Zaken niet in het overzicht meegenomen?3

Vraag 6

Kunt u een overzicht geven van alle rechterlijke uitspraken van de afgelopen drie jaar, waarbij ministeries (inclusief hun diensten zoals de belastingdienst) een termijn gezet is om een besluit te nemen, die termijn overschreden is en ministeries een dwangsom verschuldigd zijn?

Vraag 7

Kunt u per uitspraak in de vorige regel de volgende zaken op een rij zetten:

  • Het nummer van de rechterlijke uitspraak (inclusief een link)

  • Wanneer het Wob-verzoek ingediend is

  • Wat de inhoud van het Wob-verzoek is (bijvoorbeeld: stukken over de evacuatie uit Kabul)

  • Wie de partij is aan wie de overheid een dwangsom moet betalen (als dit openbaar is of openbaar gemaakt kan worden)

  • Hoe groot de dwangsom is die betaald moet worden op dit moment en hoeveel dwangsom is er betaald?

Vraag 8

Kunt u per zaak ook aangeven waarom het ministerie (of bijvoorbeeld de belastingdienst) er niet in slaagt om aan de rechterlijke uitspraak te voldoen.

Vraag 9

Kunt u nu opnieuw de volgende vraag beantwoorden (die ik al een keer of vijf gesteld heb): worden Wob-verzoeken wel eens bewust vertraagd door ministeries?

Vraag 10

Kunt u nu opnieuw de volgende vraag beantwoorden (die ik al een keer of vijf gesteld heb): kunt u voorbeelden geven van Wob-verzoeken, die bewust vertraagd zijn door de regering?

Vraag 11

Hoe beoordeelt u de eerder gegeven antwoorden op deze twee vragen in relatie tot artikel 68 Grondwet?

Vraag 12

Kunt u de notulen van het interdepartementaal Wob/Woo-overleg van de afgelopen twee jaar openbaar maken?

Vraag 13

Bent u bereid ervoor te zorgen dat voor 1 september aanstaande een besluit genomen wordt en stukken gepubliceerd worden op alle Wob-besluiten, waarop u volgens de rechter een besluit moet nemen?

Vraag 14

Kunt u deze vragen een voor een en binnen vier weken beantwoorden?

Mededeling

De schriftelijke vragen het lid Omtzigt (Omtzigt), ingezonden op 21 juli 2022, aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister-President over het bewust vertragen van Wob-verzoeken en het betalen van dwangsommen door de regering (2022Z15267) kunnen mede in verband met interdepartementale afstemming niet binnen de verzochte termijn van vier weken beantwoord worden.

Ik zal uw Kamer zo spoedig mogelijk de antwoorden op de vragen doen toekomen.


X Noot
1

Kamerstuk 28 362, nr. 20

X Noot
2

Aanhangsel bij de handelingen 2018/2019, nr. 3463

Naar boven