Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister-President over opzeggen Vluchtelingenverdrag (ingezonden 25 juli 2022).

Mededeling van Staatssecretaris Van der Burg (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister-President en de Ministers van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (ontvangen 15 augustus 2022).

Vraag 1

Deelt u de mening dat de asielcrisis onbeheersbaar is geworden en Nederland haar absorptievermogen heeft bereikt?

Vraag 2

Deelt u de mening dat het VN-Vluchtelingenverdrag uit 1951 een aanzuigende werking heeft op de komst van asielzoekers, waaronder ook veel derde- en veiligelanders, waardoor Nederland verplicht is vluchtelingen toe te laten tot de asielprocedure?

Vraag 3

Deelt u de mening dat het u door u bewierookte belangrijke principe van opvang in de regio echt kan worden waargemaakt door het opzeggen van het VN-Vluchtelingenverdrag? Zo ja, wilt u, zeker gezien de huidige situatie, per direct daartoe overgaan? Kunt u een gedetailleerd antwoord hierop geven?

Mededeling

Hierbij deel ik u, mede namens de Minister-President en de Ministers van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga), van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over opzeggen Vluchtelingenverdrag (ingezonden 25 augustus 2022) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven