Vragen van het lid De Roon (PVV) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over een VN-rapporteur
die sanctiebeleid onderzoekt en haar donateurs (ingezonden 30 mei 2022).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 15 augustus 2022).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het bezoek van VN-rapporteur Alena F. Douhan aan Iran, waarmee
zij aan wil tonen dat sancties slecht zijn voor mensenrechten?1
Vraag 2
Waarom wordt het optreden van het Iraanse regime en de impact daarvan op mensenrechten
niet onderzocht, maar worden sancties juist als slecht geframed?2
Antwoord 2
Conform de resolutie richt het mandaat zich op mogelijke negatieve gevolgen van sancties,
niet op de bredere mensenrechtensituatie in een land (volledige titel mandaat: «Special Rapporteur on the negative impact of the unilateral coercive measures on the
enjoyment of human rights»).
De instelling van het mandaat is een uitvloeisel van een breed gesteunde opvatting
dat sancties schadelijk zijn voor individuen en hun rechten geschonden worden. De
EU zet zich er echter voor in om sancties zo gericht mogelijk te laten zijn, zodat
deze de burgers zo min mogelijk treffen. Nederland heeft dan ook tegen de verlenging
van het mandaat gestemd in 2020.
Hoewel het mandaat zich niet richt op mensenrechtensituaties an sich, hecht Nederland
er belang aan dat een Speciaal Rapporteur in de uitvoering van het mandaat alle relevante
feiten en gegevens betrekt om zo tot goed afgewogen bevindingen en aanbevelingen te
komen.
Vraag 3
Bent u ervan op de hoogte dat de onvrije landen China, Qatar en Rusland de desbetreffende
VN-rapporteur en haar onderzoek sponsoren met forse donaties?3
Vraag 4
Vindt u het ook waanzin dat landen die mensenrechten consequent aan hun laars lappen,
en zelf (beoogd) doelwit zijn van sancties, het onderzoek financieren?
Antwoord 4
Nederland hecht sterk aan de onafhankelijkheid van speciaal rapporteurs. Gezien de
beperkte middelen die hen ter beschikking doen speciaal rapporteurs in sommige situaties
een beroep op vrijwillige bijdrages om aanvullend onderzoek mogelijk te maken. Vanzelfsprekend
moet dit ten dienste staan van het mandaat, en mag dat niet in de weg staan van het
onafhankelijk en onpartijdig opereren.
Vraag 5
Hoe beoordeelt u het eveneens bizarre feit dat de Belarussische VN-rapporteur wordt
bijgestaan door een onderzoeksassistent van de Belarussische Staatsuniversiteit?
Antwoord 5
Het is niet ongebruikelijk dat het werk een speciaal rapporteur ondersteund wordt
door een individuele onderzoeker of onderdeel van een universiteit. Ook hier geldt
dat dit de onafhankelijke invulling van het mandaat niet mag compromitteren.
Vraag 6
Krijgt het door meerdere sanctiepakketten geraakte regime van Loekasjenko, op deze
manier niet een uitgelezen mogelijkheid om het westerse sanctiebeleid te ondermijnen?
Antwoord 6
Het Kabinet gaat uit van een gedegen uitvoering van ieder mandaat en de onafhankelijkheid
van elke speciaal rapporteur.
Vraag 7
Deelt u de mening dat de VN zichzelf compleet belachelijk maken met dit soort onderzoeken,
die bol staan van de inmenging en beïnvloeding door onvrije landen?
Vraag 8
Bent u bereid de Nederlandse financiële bijdrage aan het verantwoordelijke VN-departement
(het OHCHR) per direct stop te zetten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Nee. Speciaal rapporteurs ontlenen hun mandaat aan een besluit van de VN-Mensenrechtenraad.
De OHCHR ondersteunt mandaathouders inhoudelijk en organisatorisch, maar is niet inhoudelijk
verantwoordelijk voor de rapportages van de speciaal rapporteurs.
Vraag 9
Wilt u in ieder geval het uiteindelijke rapport dat Alena F. Douhan in september publiceert,
met uw beoordeling naar de Kamer sturen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Ja. Nederland zal kennis nemen van het rapport en na bestudering een reactie uitspreken
tijdens de bespreking van het rapport. Zowel het rapport als het Nederlandse en mogelijke
EU verklaring in reactie hierop zullen worden gepubliceerd. Een appreciatie van het
rapport en de Nederlandse reactie zal met de Kamer gedeeld worden.