Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming en de Staatssecretarissen van Financiën over de rechtsbescherming van gedupeerden van het kinderopvangtoeslagenschandaal (ingezonden 24 juni 2022).

Mededeling van Staatssecretaris De Vries (Financiën – Toeslagen en Douane), mede namens de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst en de Minister voor Rechtsbescherming, (ontvangen 15 juli 2022).

Vraag 1

Wat vindt u ervan dat er nog altijd gedupeerden van het kinderopvangtoeslagenschandaal naar de rechter moeten om wettelijk geldende beslistermijnen af te dwingen en inzicht te krijgen in het eigen dossier?1 2

Vraag 2

Welke stappen zet u om te voorkomen dat ook andere gedupeerden naar de rechter moeten om hun recht te halen? Waarom wordt niet gewoon inzage gegeven in eigen dossiers en waarom wordt niet volgens de geldende beslistermijnen gehandeld door de Belastingdienst of de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT)?

Vraag 3

Wat vindt u van de constatering van de rechtbank Gelderland dat zij geen bevoegdheden heeft om de Belastingdienst of UHT te verplichten om een kopie van het dossier aan de gedupeerde te verzonden?3

Vraag 4

Hoeveel geld is de overheid al kwijt aan dwangsommen vanwege het niet tijdig nemen van beslissingen conform de Algemene wet bestuursrecht in de afwikkeling van het kinderopvangtoeslagenschandaal?

Vraag 5

Wanneer heeft de laatste gedupeerde van het toeslagenschandaal eindelijk inzicht in zijn of haar dossier en wanneer is de laatste gedupeerde volledig gecompenseerd?

Vraag 6

Wat gaat u doen om de Belastingdienst of UHT te verplichten om gedupeerden hun eigen dossier toe te sturen? Hoe gaat u rechters de mogelijkheid geven om het verstrekken van dossiers af te dwingen?

Vraag 7

Is er nu voldoende capaciteit bij de Belastingdienst om binnen wettelijke termijnen dossiers te verstrekken? Zo nee, geldt dit argument ook voor belanghebbenden die niet tijdig belastingaangifte doen of anderszins niet in staat zijn aan een wettelijke fiscale termijnen te voldoen? Waarom niet?

Vraag 8

Hoeveel beslissingen van de Belastingdienst of UHT die nog moeten worden genomen zijn op dit moment niet tijdig genomen?

Vraag 9

Hoeveel procedures betreffende het niet tijdig nemen van een beslissing door de Belastingdienst of UHT zijn op dit moment bij rechtbanken aanhangig?

Vraag 10

Heeft u inzicht in het effect op de werkdruk van de rechterlijke macht indien alle betrokken burgers een beroep niet tijdig indienen? Kunnen de rechtbanken deze aantallen bolwerken? Wat kan daar nog aan gedaan worden om daar voor te zorgen?

Vraag 11

Bent u het eens met de stelling dat mensen te maken hebben met gebrekkige rechtsbescherming als gevolg van het niet verstrekken van de dossiers en het niet respecteren van de beslistermijnen door de Belastingdienst of UHT? Zo nee, waarom niet?

Vraag 12

Wat gaat u doen tegen deze situatie van het in strijd handelen met de wet door de Belastingdienst of UHT?

Vraag 13

Erkent u dat deze situatie niet zal bijdragen aan het herstel van vertrouwen van de burger?

Vraag 14

Waarom wordt niet besloten dat de gedupeerde burgers een schade-expert toegewezen krijgen om hun schade te bepalen?

Vraag 15

Helpt of ondersteunt de persoonlijk zaakbehandelaar een ouder die in de knel zit tijdens een procedure fictieve weigering?

Mededeling

De schriftelijke vragen van lid Van Nispen (SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming en de Staatssecretarissen van Financiën over de rechtsbescherming van gedupeerden van het kinderopvangtoeslagenschandaal (2022Z13085, ingezonden 24 juni 2022) kunnen met het oog op een zorgvuldige en volledige beantwoording niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. Het streven is de antwoorden zo spoedig mogelijk na het zomerreces aan uw Kamer te sturen.


X Noot
1

ECLI:NL:RBGEL:2022:2024, ECLI:NL:RBGEL:2022:2024, Rechtbank Gelderland, AWB – 22_960 (rechtspraak.nl)

X Noot
2

ECLI:NL:RBNHO:2022:4461, ECLI:NL:RBNHO:2022:4461, Rechtbank Noord-Holland, HAA 22/1435 (rechtspraak.nl)

X Noot
3

ECLI:NL:RBGEL:2022:2024, ECLI:NL:RBGEL:2022:2024, Rechtbank Gelderland, AWB – 22_960 (rechtspraak.nl)

Naar boven