Vragen van het lid Sjoerdsma (D66) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht «Wederopbouw van Oekraïne met Russisch geld? Dat is mogelijk» (ingezonden 21 juni 2022).

Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 13 juli 2022).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Wederopbouw van Oekraïne met Russisch geld? Dat is mogelijk»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bent u het ermee eens dat het rechtvaardig zou zijn als Rusland financieel zou moeten bijdragen aan de toekomstige wederopbouw van Oekraïne? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3

Bent u bereid om in de Verenigde Naties te pleiten voor een «UN compensation commission»2, die verantwoordelijk wordt voor de afhandeling van de financiële claims op Rusland als gevolg van de illegale invasie van Oekraïne? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Hoewel het rechtvaardig zou zijn dat Rusland financieel zou moeten bijdragen aan de toekomstige wederopbouw van Oekraïne, valt het helaas gezien het vetorecht van Rusland in de VN Veiligheidsraad, uit te sluiten dat de VN de opdracht zal krijgen van de VN Veiligheidsraad om over te gaan tot de instelling van dergelijke «UN Compensation Commission» zoals het geval was in 1991 na de Irakese invasie van Koeweit.

Vraag 4

Welke stappen worden er momenteel Europees en door verschillende lidstaten gezet om bevroren Russische tegoeden te confisqueren en in te zetten voor de wederopbouw van Oekraïne? Welke stappen acht het kabinet daarbij kansrijk?

Antwoord 4

Nederland neemt actief deel aan de Europese Freeze & Seize Taskforce. Deze taskforce heeft drie subgroepen waarvan er een gaat over (de rapportage van) tegoedenbevriezingen, een tweede over confiscatie, en een derde over de (on)mogelijkheden om geconfisqueerde tegoeden aan te wenden voor de wederopbouw van Oekraïne.

De Europese Commissie heeft recent een voorstel gedaan voor een herziening van de confiscatierichtlijn.3 Tevens heeft de Commissie een voorstel gedaan om de overtreding van EU-sancties toe te voegen aan de strafbare feiten zoals genoemd in art. 83, lid 1, VWEU. Hierdoor kan de confiscatierichtlijn ook van toepassing worden op de overtreding van de EU-sancties. Deze voorstellen bieden meer mogelijkheden voor non conviction based confiscation, maar dat verandert niets aan het feit dat er enkel binnen het strafrecht kan worden geconfisqueerd. Zolang de sancties niet worden overtreden en er dus geen strafvorderlijke basis bestaat, bieden ook deze bevoegdheden geen soelaas ten aanzien van confiscatie van bevroren tegoeden. Uw Kamer is op de gebruikelijke manier nader geïnformeerd over deze Commissievoorstellen.4 Daarnaast heeft de Amerikaanse regering aangegeven met wetgeving te zullen komen om onteigening van bevroren tegoeden mogelijk te maken. Meer details hierover zijn nog niet bekend.

Vooralsnog zijn er geen concrete juridische stappen geïdentificeerd die het mogelijk maken om bevroren tegoeden te confisqueren en deze vervolgens in te zetten voor de wederopbouw van Oekraïne. Het kabinet blijft hier intern over in gesprek, alsmede met partners binnen en buiten de EU.

Een stap die niet zozeer in het juridische domein ligt maar in het politieke, is de optie om het opheffen van de bevriezing van centrale banktegoeden van de Russische staat conditioneel te maken aan een (significante) bijdrage van Rusland aan de wederopbouw van Oekraïne. Dit idee moet de komende tijd nog nader worden onderzocht.

Vraag 5

Hoe beoordeelt u het voorstel om wettelijk te regelen dat de Nederlandse staat (financiële) tegoeden kan confisqueren van landen die door de regering zijn aangeduid als plegers van ernstige, internationaal erkende misdrijven, zoals genocide, staatsterrorisme, oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid?

Antwoord 5

Het internationaal recht, zoals onder andere weergegeven in het 2004 VN Verdrag inzake jurisdictionele immuniteiten van Staten en hun eigendommen, bepaalt dat staatseigendom met een publieke, niet-commerciële bestemming immuniteit van executie geniet. Deze immuniteit geldt ongeacht de reden voor het beslag of de achtergrond van de vordering. Dit is op dit moment een regel van internationaal gewoonterecht die Nederland bindt. De regel is bevestigd door het Internationaal Gerechtshof te Den Haag en ook herhaaldelijk door de Nederlandse Hoge Raad, meest recentelijk in 2020. Een voorstel tot ratificatie van het hierboven genoemde VN-verdrag ligt op dit moment in de Tweede Kamer.5 Vanwege de, ook in de Grondwet vastgelegde, voorrang van internationaal recht op nationaal recht kan Nederland hier niet bij nationale wet van afwijken. Een dergelijke nationale wet zou namelijk in strijd zijn met internationaal recht en kan derhalve niet ingeroepen worden tegen een vreemde staat. Confiscatie van tegoeden van vreemde staten met een publieke, niet-commerciële bestemming binnen de Nederlandse rechtsorde is dus niet mogelijk.

Vraag 6

Hoe beoordeelt u het voorstel om de staatsimmuniteit van staten die zijn aangeduid als plegers van ernstige, internationaal erkende misdrijven te beperken tot de ambassade, de diplomatieke missie en historisch cultureel erfgoed?6

Antwoord 6

Zoals in het antwoord op vraag 5 aangegeven, biedt het internationaal recht hier geen basis voor. Het internationaal recht, zoals onder andere weergegeven in het 2004 VN Verdrag inzake jurisdictionele immuniteiten van Staten en hun eigendommen, bepaalt dat staatseigendom met een publieke, niet-commerciële bestemming immuniteit van executie geniet. Deze immuniteit geldt ongeacht de reden voor het beslag of de achtergrond van de vordering. Dit is een regel van internationaal gewoonterecht die Nederland bindt. De regel is bevestigd door het Internationaal Gerechtshof te Den Haag en ook herhaaldelijk door de Nederlandse Hoge Raad, meest recentelijk in 2020. Een voorstel tot ratificatie van het hierboven genoemde VN-verdrag ligt op dit moment in de Tweede Kamer.7 Vanwege de, ook in de Grondwet vastgelegde, voorrang van internationaal recht op nationaal recht kan Nederland hier niet van afwijken. Confiscatie van tegoeden van vreemde staten met een publieke, niet-commerciële bestemming binnen de Nederlandse rechtsorde is dus niet mogelijk.

Vraag 7

Hoe beoordeelt u het voorstel om het voor private schuldeisers mogelijk te maken rechtmatige vorderingen makkelijker te innen in ruil voor een bijdrage aan de wederopbouw in Oekraïne?8

Antwoord 7

Zoals al aangeven in het antwoord op vragen 5 en 6 beperkt het internationaal recht, zoals geïmplementeerd in het Nederlandse recht, beslaglegging op vermogen van vreemde staten, ook voor private schuldeisers. Beslaglegging op vermogen met een publieke, niet-commerciële bestemming is niet toegestaan. Nederland kan hier niet bij nationale wet van afwijken. Hierop zijn geen uitzonderingen mogelijk. Het is wel mogelijk beslag te leggen op vermogen van vreemde staten met een commerciële, niet-publieke bestemming. Daarbij ligt, volgens vaste jurisprudentie, de bewijslast voor het aantonen van de commerciële, niet-publieke bestemming van het vermogen waarop beslag beoogd wordt bij de beslaglegger.

Vraag 8

Bent u bereid om met spoed te onderzoeken op welke wijze wettelijk kan worden geregeld dat bevroren Russische tegoeden geconfisqueerd worden ten behoeve van de wederopbouw van Oekraïne? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 8

Zoals ook aangegeven in het antwoord op vraag 4 bespreekt het kabinet bespreekt de mogelijkheden om bevroren tegoeden te confisqueren en deze vervolgens in te zetten voor de wederopbouw van Oekraïne intern en met partners binnen en buiten de EU. Vooralsnog zijn er, zoals aangegeven in het antwoord op vragen 5, 6, en 7 geen concrete juridische stappen geïdentificeerd die dit mogelijk maken.

Vraag 9

Kunt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden?

Antwoord 9

Ja.

Naar boven