Vragen van het lid Sylvana Simons (BIJ1) aan de Minister van Justitie en Veiligheid
over de berichten «Voortaan dreigt ontslag voor racistische agenten» en «Ontslag dreigt
voor racistische agenten» (ingezonden 10 juni 2022).
Mededeling van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 1 juli
2022)
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «Voortaan dreigt ontslag voor racistische agenten»1 en «Ontslag dreigt voor racistische agenten»2?
Vraag 2
Hoe duidt u de uitspraak dat «elke politiemedewerker voortaan weet dat ontslag kan
volgen na racistische opmerkingen»? Bevestigt deze uitspraak dat er voorheen geen
daadwerkelijke maatregelen waren om racistische agenten, zij het in de top van de
organisatie of in het korps, verantwoordelijk te houden voor racisme?
Vraag 3
Geldt de nieuwe maatregel slechts voor racistische opmerkingen, of wordt het ook ingezet
voor bredere discriminatoire uitsluitingsmechanismen jegens medewerkers wegens hun
geloof, geaardheid, geslacht, mentale of fysieke welzijn enzovoorts?
Vraag 4
Deelt u de mening dat de uitspraak dat elke politiemedewerker ontslagen kan worden na racistische opmerkingen klinkt als een holle frase, en dat het – in het
licht van jarenlange onderzoeksresultaten over de onveilige werkcultuur bij de politie
– juist belangrijk is om daadkrachtig te werk te gaan? Deelt u de mening dat het daadwerkelijk
in de praktijk brengen van dit beleid ook betekent dat agenten die zich in het verleden
schuldig hebben gemaakt aan racisme, in welke vorm dan ook, met terugwerkende kracht
ontslagen dienen te worden (zoals de agenten uit Rotterdam die in WhatsApp-groepen
meermalig racistische uitspraken deden, en slechts zijn overgeplaatst naar een ander
bureau, zonder ontslag)? Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Hoe duidt u het feit dat de one strike out sanctie veranderd kan worden als er sprake is van «lerend vermogen»? Hoe verhoudt
de mogelijkheid tot het veranderen van de ontslag-maatregel zich tot het feit dat
er binnen de politie al een cultuur heerst waarin racistische agenten worden beschermd,
ten koste van hun slachtoffers?
Vraag 6
Wie bepaalt of een politiemedewerker over «lerend vermogen» beschikt? Zijn de mensen
die door de desbetreffende politiemedewerker worden gediscrimineerd, gepest, uitgesloten
of anderszins in de weg gezeten, betrokken bij de beoordeling hiervan? Is er een rol
weggelegd voor maatschappelijke organisaties die gespecialiseerd zijn in het herkennen,
definiëren en elimineren van racisme?
Vraag 7
Kunt u uitleggen hoe het proces van het maken van racistische opmerkingen tot ontslag
in z’n werk gaat? Zullen politiemedewerkers die een melding maken en/of klacht indienen
moeten bewijzen dat zij op racistische wijze zijn bejegend, en zo ja, hoe worden zij
geacht dat bewijs in te dienen wanneer het reeds duidelijk is dat veel van de interne
racistische pesterijen niet zwart op wit te bewijzen zijn, meer veeleer ingebakken
zitten in de werkcultuur van de politie?
Vraag 8
Kunt u uitleggen wie uiteindelijk bepaalt of een klacht een racistische opmerking
betreft, of dat de opmerking niet racistisch was? Wie is bij deze beoordeling betrokken
en waarom? Zijn de klachtindieners, ervaringsdeskundigen en maatschappelijke organisaties
die gespecialiseerd zijn in het herkennen, definiëren en elimineren van racisme hierbij
betrokken?
Vraag 9
Hoe gaat u ervoor zorgen dat de meldingsbereidheid van politiemedewerkers om racisme,
discriminatie en andere vormen van uitsluiting aan te kaarten bij de organisatie stijgt,
gezien het inmiddels een wijd bekend en geaccepteerd feit is dat er een zeer onveilige
werkcultuur bestaat bij de politie, waarbij klachtindieners en klokkenluiders zijn
weggepest, ontslagen of vrezen voor eigen leven? En wat gaat u doen om hun sociale,
professionele en mentale welzijn te veilig te stellen, en hen te beschermen tegen
ontslag of pesterijen naar aanleiding van het indienen van een klacht of het maken
van een melding?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Sylvana Simons (BIJ1),
van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de berichten «Voortaan
dreigt ontslag voor racistische agenten» en «Ontslag dreigt voor racistische agenten»
(ingezonden 10 juni 2022) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord,
aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.