Vragen van de leden Ceder en Bikker (beiden ChristenUnie) aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Ministers voor Rechtsbescherming en van Justitie en Veiligheid over het bericht «Curaçaos roulette» (ingezonden 1 juni 2022).

Mededeling van Staatssecretaris Van Huffelen (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 24 juni 2022).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Curaçaos roulette»?1

Vraag 2

Wat vindt het kabinet van de uitzending? Onderschrijft het kabinet de constatering dat er op Curaçao vrijwel geen sprake is van effectieve controle en toezicht op de online goksector? In hoeverre zijn Nederlandse bedrijven dan wel belangen van Nederlanders hierbij betrokken?

Vraag 3

Welke risico’s kleven volgens het kabinet aan de huidige werkwijze en het (gebrek aan effectief) toezicht en wat kunnen volgens het kabinet hiervan de gevolgen zijn? Heeft het kabinet indicaties dat crimineel geld uit Nederland vermengt is met (delen van) de online goksector? Zo ja, op welke wijze?

Vraag 4

Was het kabinet op de hoogte van de huidige situatie? Zo ja, welke standpunt heeft het kabinet tot op heden ingenomen?

Vraag 5

In hoeverre ziet het kabinet hier aanleiding om te spreken over een aangelegenheid van het Koninkrijk op basis van bijvoorbeeld artikel 43 van het Statuut van het Koninkrijk? Welke rol ziet Nederland voor zichzelf op grond van dit artikel en welke rol ziet de regering voor het Curaçaose parlement?

Vraag 6

Is het kabinet bereid om, indien gewenst, ondersteuning te bieden op het gebied van regulering (denk bijv. aan het opzetten van een effectief functionerende Kansspelautoriteit)?

Vraag 7

Hoe groot is de invloed van personen uit Rusland en Belarus op de online goksector? Ziet het kabinet, gezien de internationale inzet voor sancties tegen Rusland en Belarus, mogelijkheden en argumenten om vanwege het gegeven dat buitenlands beleid een koninkrijksaangelegenheid is, ook naar deze sector te kijken?

Vraag 8

Kan het kabinet kenschetsen hoe het met het toezicht in de andere (ei)landen in het Koninkrijk staat, of er zorgen zijn en zo ja, welk handelingsperspectief het Nederlandse kabinet voor zichzelf ziet?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de aan mij, de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister voor Rechtsbescherming gestelde vragen van de leden Ceder en Bikker (beiden CU) over de (online) kansspelsector op Curaçao (ingezonden op 1 juni 2022), met kenmerk 2022Z10875, niet binnen de termijn van drie weken kunnen worden beantwoord.

Voor de beantwoording van de vragen is meer tijd nodig. De reden is dat er voor de beantwoording van de vragen informatie nodig is van partijen buiten de ministeries en deze organisaties nog niet in de gelegenheid zijn geweest informatie aan te leveren. Uw Kamer ontvangt de antwoorden zo spoedig mogelijk.

Naar boven