Vragen van het lid Gijs van Dijk (PvdA) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de regeling dienstverlening aan huis (ingezonden 1 oktober 2021).

Mededeling van Staatssecretaris Wiersma (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 15 oktober 2021).

Vraag 1

Klopt het dat de regeling dienstverlening aan huis specifiek bedoeld is voor particulieren en dus niet voor organisaties die bemiddelen tussen werknemers en klanten?

Vraag 2

Kunt u een beeld geven welke functies er gebruik maken van de regeling dienstverlening aan huis? Klopt het dat er afgelopen jaren een enorm toename is van werknemers die in de aanvullende mantelzorg werkzaam zijn via de regeling dienstverlening aan huis?

Vraag 3

Klopt het daarnaast dat er hierdoor in de aanvullende mantelzorg grote bedrijven de regeling dienstverlening aan huis kunnen gebruiken zodat zij minder administratieve en financiële lasten hebben en daardoor goedkoper hun diensten kunnen aanbieden?

Vraag 4

Kunt u aangeven op welke arbeidsvoorwaarden werknemers die op basis van de regeling dienstverlening aan huis werkzaam zijn recht hebben en kunt u daarbij ook de verschillen met een normaal arbeidscontract weergeven?

Vraag 5

Vindt u het ook onwenselijk dat grote bedrijven, als bemiddelaar, gebruik maken van de regeling dienstverlening aan huis zodat zij er financieel voordeel aan hebben ten opzichte van bedrijven die werknemers wel gewoon in dienst nemen?

Vraag 6

Welke maatregelen gaat u nemen om werknemers in de aanvullende mantelzorg, die werken op basis van de regeling dienstverlening aan huis, betere arbeidsvoorwaarden te bieden?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de beantwoording van de Kamervragen van het lid Gijs van Dijk (PvdA) over «de Regeling dienstverlening aan huis» niet binnen de gestelde termijn van drie weken mogelijk is vanwege departementale afstemming.

Naar boven