Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Defensie over de panelsessie «Securing Europe» van het WEF van 24 mei 2022 (ingezonden 30 mei 2022).

Antwoord van Minister Ollongren (Defensie) (ontvangen 15 juni 2022).

Vraag 1

Bent u bekend met bijgevoegd fragment uit de panelsessie «Securing Europe» met Europese leiders bij het World Economic Forum van 24 mei 20221?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Sprak u hierbij namens de Nederlandse regering, toen u sprak over de vorming van een «strong European defence»?

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3

Bent u bekend met de eerdere toezeggingen van het kabinet en de aangenomen moties van de Kamer tegen de vorming van een Europees Leger, zoals de moties van Van Houwelingen2, van Eppink c.s.3 en van Van Haga4?

Antwoord 3

Ja.

Vraag 4

Hoe bent u van plan recht te doen aan deze aangenomen moties?

Antwoord 4

Het kabinet heeft uitvoering gegeven aan deze aangenomen moties5. Er is geen sprake van de vorming van een Europees leger. De EU maakt voor de EU-missies en operaties gebruik van militairen en capaciteiten die de lidstaten daartoe ter beschikking stellen. De besluitvorming over de inzet van de onze krijgsmacht is, conform de Grondwet, een nationale competentie.

Vraag 5

Bent u zich bewust van de tegenstrijdigheid van uw woorden jegens de Tweede Kamer en het World Economic Forum?

Antwoord 5

Nee. Er is mijns inziens geen sprake van een tegenstrijdigheid.

Vraag 6

Deelt u de mening van de Groep Van Haga dat een Europees leger onwenselijk is?

Antwoord 6

Er is geen sprake van de vorming van een Europees leger.


X Noot
2

Kamerstuk 21 501-20, nr. 1753; Kamerstuk 36 045, nr. 35.

X Noot
3

Kamerstuk 21 501-20, nr. 1787.

X Noot
4

Kamerstuk 28 676, nr. 399.

X Noot
5

Zie voor meest recente reacties Kamerstuk 21 501-28, nr. 240 en Kamerstuk 21 501-28, nr. 234.

Naar boven