Vragen van het lid Van Houwelingen (FvD) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de relatie van kabinetsleden met het WEF (ingezonden 8 juni 2022).

Mededeling van Minister Schreinemacher (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) (ontvangen 10 juni 2022)

Vraag 1

Deelt u de mening dat het antwoord gegeven bij vraag twee geen antwoord op de vraag is1? Zo nee, waarom niet?

Vraag 2

U beweert in dit antwoord dat van de toenmalige kabinetsleden alleen de Minister van financiën driemaal zou hebben deelgenomen aan digitale sessies van de Regional Action Group for Europe and Eurasia in 20202, maar uit de stukken betreffende de relaties van het kabinet met het World Economic Forum (WEF) die werden gedeeld3 en de antwoorden op vervolgvragen4 blijkt dat alleen al Minister Kaag aan verschillende andere bijeenkomsten van het WEF heeft deelgenomen, hoe verklaart u dit verschil?

Vraag 3

Bent u zich er bovendien van bewust dat dit antwoord ook in tegenspraak is met het antwoord op vraag 22 waarin wordt gesproken over «Een aantal kabinetsleden heeft deelgenomen aan enkele van de georganiseerde bijeenkomsten [van het WEF].»5? Hoe kunt u deze discrepantie verklaren?

Vraag 4

Kunt u alsnog met een antwoord op vraag twee komen, waarbij (nu eindelijk eens) overzichtelijk op een rijtje wordt gezet welke WEF-bijeenkomsten (online en offline) door Nederlandse bewindspersonen en ambtenaren zijn bezocht vanaf 2014 tot heden? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Op vraag 3 antwoordde u opnieuw met een verwijzing naar de website van het WEF, kunt u, wanneer u volhardt in uw weigering de vraag naar de functies van leden van het kabinet tijdens WEF-bijeenkomsten te beantwoorden, ten minste een duidelijke lijst met links naar al deze bijeenkomsten doen toekomen, die volgens u immers op de WEF-website te vinden moeten zijn?

Vraag 6

Kunt u deze vragen alle afzonderlijk beantwoorden, zonder er een over te slaan en zonder antwoorden op verschillende vragen samen te voegen?

Mededeling

Naar aanleiding van de verschillende sets schriftelijke vragen over het World Economic Forum van het lid Van Houwelingen (FvD), met de kenmerken 2022Z10589, 2022Z11295, 2022Z11301, 2022Z11302, 2022Z11303, 2022Z11308, 2022Z11309, 2022Z11311, 2022Z11314 en 2022Z11516, die werden ingezonden op 30 mei en op 7 en 8 juni 2022, en die van de leden Dassen (Volt) en Omtzicht (Groep Omtzicht) met kenmerk 2022Z11144, die werden ingezonden op 3 juni 2022, wil ik u meedelen dat het niet mogelijk is deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden. De reden hiervoor is dat het verzamelen van de gevraagde informatie en de interdepartementale afstemming veel tijd kost.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


X Noot
1

Aanhangsel van de Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1162

X Noot
2

Citaat uit het antwoord: «Van de huidige kabinetsleden heeft de Minister van Financiën als lid van de Regional Action Group for Europe & Eurasiadeelgenomen aan drie digitale sessies.»

X Noot
3

Aanhangsel van de Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1162.

X Noot
4

Aanhangsel van de Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2541.

X Noot
5

Aanhangsel van de Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1164.

Naar boven