Vragen van het lid Van Houwelingen (FvD) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het WEF-tasje van de premier (ingezonden 7 juni 2022).

Mededeling van Minister Schreinemacher (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) (ontvangen 10 juni 2022)

Vraag 1

In antwoord op vraag 51 stelt u dat de Minister-President geen kandidaat is om Klaus Schwab op te volgen als leider van het World Economic Forum (WEF): Kunt u dan ten minste bevestigen of ontkennen dat uw naam als opvolger van Klaus Schwab wordt genoemd?

Vraag 2

In antwoord op vraag 6 naar de reden waarom de Minister-President al jaren met een WEF-tasje rondloopt antwoordt u laconiek dat hij deze tas gebruikt om spullen mee naar zijn werk te nemen: Hoe komt de Minister-President aan deze WEF-tas?

Vraag 3

Waarom gebruikt hij speciaal deze tas om spullen mee naar zijn werk te kunnen nemen? Hij zou immers ook een tasje van de Albert Heijn kunnen gebruiken of Shell of Unilever, of van zijn favoriete sportclub?

Vraag 4

Is de Minister-President het ermee eens dat het ongepast zou zijn voor hem in zijn ambt om met een tasje van Shell of Unilever rond te lopen? Zo ja, waarom is het dan niet ongepast om een tasje van een andere private organisatie zoals het WEF te gebruiken?

Vraag 5

Is de Minister-President zich ervan bewust dat hij door zo’n tas te gebruiken een bepaald signaal afzendt naar de Nederlandse bevolking, en wellicht ook naar prof. Klaus Schwab?

Vraag 6

Kunt u deze vragen alle afzonderlijk beantwoorden, zonder er een over te slaan en zonder antwoorden op verschillende vragen samen te voegen?

Mededeling

Naar aanleiding van de verschillende sets schriftelijke vragen over het World Economic Forum van het lid Van Houwelingen (FvD), met de kenmerken 2022Z10589, 2022Z11295, 2022Z11301, 2022Z11302, 2022Z11303, 2022Z11308, 2022Z309, 2022Z11311, 2022Z11314 en 2022Z11516, die werden ingezonden op 30 mei en op 7 en 8 juni 2022, en die van de leden Dassen (Volt) en Omtzicht (Groep Omtzicht) met kenmerk 2022Z11144, die werden ingezonden op 3 juni 2022, wil ik u meedelen dat het niet mogelijk is deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden. De reden hiervoor is dat het verzamelen van de gevraagde informatie en de interdepartementale afstemming veel tijd kost.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


X Noot
1

Handelingen II, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1164,

Naar boven