Vragen van de leden Thijssen (PvdA) en Bromet (GroenLinks) aan de Ministers van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit en voor Natuur en Stikstof en de Staatssecretaris voor
Infrastructuur en Waterstaat over fijnstof en stankoverlast (ingezonden 11 mei 2022).
Mededeling van Staatssecretaris Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
2 juni 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Stankoverlast in Nederland: dit is wat Zembla erover
ontdekte»?1
Vraag 2
Kunt u uitgebreid reflecteren op de bevindingen?
Vraag 3
Vindt u het acceptabel dat omwonenden gezondheidsklachten ervaren vanwege fijnstof
en stankoverlast door veehouderijen?
Vraag 4
Bent u het ermee eens dat fijnstof en stankoverlast als permanente factor meegewogen
dient te worden in de gebiedsgerichte aanpakken? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 5
Bent u het ermee eens dat er doelen in de gebiedsgerichte aanpak moeten worden vastgesteld
voor het verminderen van stankoverlast? Hoe wordt overlast voor mensen (buren) meegenomen
in de gebiedsgerichte aanpak? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 6
Deelt u de mening van de door Zembla opgevoerde experts, dat de regelgeving rond geurhinder
en stallen vooral een papieren werkelijkheid is? Hebben ze gelijk in hun kritiek op
het gebrek aan handhaving, ontbreken van regelingen rond piekbelasting of de cumulatieve
overlast?
Vraag 7
Waarom wordt geurhinder niet vergund en gehandhaafd op basis van absolute waarden,
maar op basis van de eerder vergunde aantallen dieren van individuele bedrijven? Hoe
kan op die manier een maximaal aanvaardbare geurhinder in heel Nederland worden bereikt?
Hoe regelen andere landen dit?
Vraag 8
Zijn u (andere) voorbeelden bekend waarbij gemeenten vergunningen verlenen aan veehouders
terwijl de overlast te groot is? Is het ook in andere gemeenten gebruikelijk om vergunningen
te verlenen in de verwachting dat burgers toch niet naar de rechter stappen?
Vraag 9
Kunt u ingaan op het onderzoek van Zembla dat er alleen al in Brabant bij 1742 stallen
vergunningen op basis van combiluchtwassers zijn verleend, die niet of onvoldoende
werken? Als deze niet of onvoldoende werken voor geurhinder, hoe is het effect op
fijnstof en ammoniak?
Vraag 10
Hoeveel ammoniakuitstoot wordt op papier (volgens vergunning en subsidiebeschikkingen)
vermeden door combiluchtwassers en wat is volgens wetenschappelijke inzichten het
praktische effect?
Vraag 11
Kan subsidie worden teruggevorderd als geconstateerd wordt dat combiwassers en andere
maatregelen niet of onvoldoende werken of in de praktijk niet gebruikt worden? Kunnen
dan vergunningen, verleend op basis van de verwachting van een effectieve filtering,
worden ingetrokken? Kunnen alsnog aanvullende eisen worden gesteld?
Vraag 12
Kunnen gemeenten en provincies door het Rijk worden aangesproken op het onterecht
verlenen van vergunningen?
Vraag 13
Is het bedrijf in Deurne dat wel in de eerste maar niet in de tweede versie van de
ammoniak top-100 stond, een bedrijf dat vanwege een combiluchtwasser een lagere berekende
emissie had? Hoeveel van de bedrijven die gezakt zijn in de tweede ranking, hebben
dit te danken aan combi-luchtwassers?
Vraag 14
Kunt u de vragen afzonderlijk van elkaar en zo spoedig mogelijk beantwoorden?
Mededeling
Op 28 april en 5 mei jl. heeft Zembla een uitzending verzorgd over geurhinder in de
gemeente Deurne. Naar aanleiding hiervan zijn er vragen binnengekomen van het lid
Van Esch (PvdD) (kenmerk: 2022Z09229) en vragen van de leden Thijssen (PvdA) en Bromet (GroenLinks) (kenmerk: 2022Z09105). Verder heeft u naar aanleiding van het verzoek van het lid de Groot (D66) verzocht
per brief te reflecteren op deze uitzending (kenmerk: 2022Z09021).
In verband met de nodige interdepartementale afstemming en de wens om alle vragen
gelijktijdig te beantwoorden, kunnen deze vragen niet binnen de gebruikelijke termijn
van drie weken worden beantwoord. Ik streef ernaar u de antwoorden zo spoedig mogelijk
te doen toekomen.