Vragen van de leden Van den Berg (CDA) en Hijink (SP) aan de Minister voor Langdurige Zorg en Sport over het artikel «Zorgbestuurders amper gecheckt op dubieus verleden» (ingezonden 7 april 2022).

Antwoord van Minister Helder (Langdurige Zorg en Sport) (ontvangen 20 mei 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2562.

Vraag 1

Kent u het artikel «Zorgbestuurders amper gecheckt op dubieus verleden»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Klopt het dat zorgdirecteuren met een strafblad of dubieus zorgverleden nog altijd gemakkelijk een nieuwe jeugd- of thuiszorginstelling kunnen beginnen?

Antwoord 2

Nee. Indien de zorgdirecteur met een strafblad of dubieus zorgverleden een bestuursverbod heeft, wordt de inschrijving van de bestuurder in het handelsregister door de Kamer van Koophandel aan de voorkant tegengehouden.

Vraag 3, 4 en 5

Klopt het dat bij geen van de 1270 nieuwe zorgbedrijven die zich in de eerste twee maanden van 2022 bij het Ministerie van VWS hebben gemeld, aan bestuurders gevraagd is naar een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) of een aanvullend integriteitsonderzoek is gedaan?

Zo ja, wat is daarvan de reden en wat gaat u daaraan doen?

Vindt u ook dat dit überhaupt een verontrustend hoog aantal nieuwe bedrijven is?

Antwoord 3, 4 en 5

De Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) bevat een meldplicht en een vergunningplicht. De meldplicht geldt voor elke nieuwe zorg- en/of jeugdhulpaanbieder. Het getal van 1.270 nieuwe zorgbedrijven heeft betrekking op de meldplicht. De meldplicht gebruikt de IGJ om haar risicogerichte toezicht op de grote hoeveelheid nieuwe zorgaanbieders effectiever en efficiënter in te zetten, waaronder of en wanneer zij een fysiek inspectiebezoek brengt aan de zorgaanbieder.

De vergunningplicht geldt voor instellingen die als hoofdaannemer medisch specialistische zorg verlenen en voor instellingen die zorg verlenen op grond van de Zorgverzekeringswet of Wet langdurige zorg met meer dan 10 zorgverleners. Naar het verleden van zorgbestuurders wordt in het aanvraagformulier voor de vergunning wel degelijk gevraagd. Ook worden voor het al dan niet opvragen van een verklaring omtrent gedrag (VOG) een aantal informatiebronnen gecheckt, die zijn opgenomen in de Beleidsregels VOG. Dan gaat het niet alleen om openbare informatie, maar ook om informatie van bijvoorbeeld de IGJ en de NZa.

Het feit dat bij de Wtza-vergunning nog geen VOG is opgevraagd of integriteitsonderzoek is gestart zegt uitsluitend dat er bij deze zorgaanbieders op basis van het aanvraagformulier en de gecheckte informatiebronnen vooralsnog geen aanleiding is geweest om dit te doen.

Ik vind het getal van 1.270 nieuwe zorgbedrijven geen verontrustend hoog aantal. In aanloop naar de inwerkingtreding van de Wtza werd bij de meldplicht rekening gehouden met meer dan 20.000 nieuwe zorg- en jeugdhulpaanbieders per jaar. Momenteel wordt onderzocht waarom minder zorgaanbieders zich melden dan geraamd.

Vraag 6

Kunt u een overzicht geven van het totaal aantal meldingen – in het eerste kwartaal – van 2022 voor nieuwe zorgbedrijven, wat de aard van die bedrijven is, of het echt nieuwe bedrijven zijn of voortzetting c.q. doorstart onder een nieuwe naam en hoeveel medewerkers die bedrijven hebben?

Antwoord 6

In de eerste drie maanden van 2022 hebben zich in totaal 2.109 zorgaanbieders gemeld. De onderstaande figuren geven een uitsplitsing van de meldingen naar rechtsvorm en naar zorgsector. Of dit doorstartende organisaties zijn en hoeveel medewerkers er in dienst zijn bij de start van de zorgverlening kan de IGJ op dit moment nog niet op een geaggregeerd niveau aanleveren.


X Noot
1

RTL nieuws, 31 maart 2022, «Zorgbestuurders amper gecheckt op dubieus verleden, nieuwe wet faalt», https://www.rtlnieuws.nl/onderzoek/artikel/5292480/zorgdirecteur-strafblad-verdacht-dubieus-controle-beperkt-wet.

Naar boven