Vragen van het lid Inge van Dijk (CDA) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties en voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris van Financiën
over het bericht «Toezichthouder heeft dubbel gevoel bij reclames WOZ-aanslag» (ingezonden
11 maart 2022).
Antwoord van Minister Bruins Slot (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede
namens de Minister voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris van Financiën (ontvangen
26 april 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2310.
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het bericht «Toezichthouder heeft dubbel gevoel bij reclames
WOZ-aanslag»?1
Vraag 2
Deelt u de mening dat het belangrijk is dat er laagdrempelige rechtsbescherming is
tegen de vaststelling van de WOZ-waarde?
Antwoord 2
Ja, het is belangrijk dat de rechtsbescherming van de burger tegen de vaststelling
van de WOZ-waarde laagdrempelig is.
Vraag 3
Klopt het dat het aantal bezwaren bij woningen in de periode 2015–2019 landelijk is
toegenomen van 160.000 tot 204.000?
Vraag 4
Klopt het dat het aandeel no cure no pay-bedrijven in dezelfde periode is gestegen
van 17% naar 43%?
Vraag 5
Hoeveel gemeenschapsgeld ontvangen no cure no pay-bedrijven jaarlijks van gemeenten
in procedures tegen WOZ-beschikkingen?
Antwoord 5
Allereerst is het van belang te melden dat de burger de persoon is die recht heeft
op een proceskostenvergoeding indien een beroepsmatige rechtsbijstandverlener of deskundige
wordt ingeschakeld. Bij het inschakelen van een no cure no pay-bedrijf wordt in veel
gevallen door de burger opdracht gegeven aan de gemeente om de te ontvangen vergoeding
rechtstreeks aan het no cure no pay-bedrijf over te maken.
In 2019 bedroegen de ingeschatte vergoedingen aan no cure no pay-bedrijven 12 miljoen
euro; voor 2020 is de ingeschatte vergoeding 17 miljoen euro. De cijfers zijn afkomstig
van de inventarisatie van de Waarderingskamer en het betreft vergoedingen waarvan
de gemeente vermoedt dat er is gewerkt op basis van no cure no pay. De gemeente kan
echter niet altijd beoordelen welke afspraken er zijn gemaakt tussen een bedrijf (gemachtigde)
en een burger (belanghebbende).
Vraag 6
Klopt het dat het slagingspercentage bij professionele bezwaarmakers nauwelijks hoger
is dan wanneer bewoners zelf bij hun gemeente aankloppen: 52% om 49%?
Antwoord 6
Ja. Waarbij de kanttekening wordt geplaatst dat het slagingspercentage bij professionele
bezwaarmakers 49% bedroeg tegenover 52% van de door burgers zelf ingediende bezwaren.
(WODC rapport, samenvatting III)
Vraag 7
Onderschrijft u het advies van de Waarderingskamer, dat huiseigenaren er in veel gevallen
beter aan doen hun gemeente te bellen als er mogelijk een foute taxatie is gedaan?
Antwoord 7
Ja. In contact treden met de gemeente is in het algemeen een eenvoudige, laagdrempelige
en volledig kosteloze handeling. Ik realiseer me echter terdege, dat er daarnaast
mensen zijn die een drempel ervaren om zich tot de overheid te richten. Ook voor hen
is het van belang dat er een laagdrempelige rechtsbescherming is. Het is daarom van
belang dat de burger een gemachtigde, waaronder een no cure no pay-bedrijf, kan inschakelen.
Vraag 8
Deelt u de verwachting van de Waarderingskamer dat door een verbetering van de taxatieverslagen
de behoefte tot procederen bij een deel van de huiseigenaren zal verminderen?
Antwoord 8
Ik ben er een groot voorstander van dat de burger eenvoudig kan zien waarop de WOZ-waarde
gebaseerd is. Of de verbetering van het taxatieverslag ook tot minder procederen leidt,
durf ik niet op voorhand te zeggen. Er zijn immers meerdere redenen waarom burgers
procederen tegen een WOZ-waardebeschikking.
Vraag 9
Wanneer kan de Kamer een inhoudelijke reactie tegemoetzien op het rapport «Van beroep
in bezwaar; Werkwijze en verdienmodel «no cure no pay»-bedrijven WOZ en BPM», met
name op het deel van het rapport dat ziet op de werkwijze en het verdienmodel van
no cure no pay-bedrijven bij procedures tegen WOZ-beschikkingen, zoals aangekondigd
in de brief van de Minister voor Rechtsbescherming van 12 februari 2021?2
Antwoord 9
Het streven is om de kabinetsreactie op het rapport «Van beroep in bezwaar; Werkwijze
en verdienmodel «no cure no pay»-bedrijven WOZ en BPM» voor de zomer naar uw Kamer
te sturen.