Vragen van de leden Van der Molen (CDA) en De Hoop (PvdA) aan de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat over het bericht «Nog hoop voor pont Breukelen» (ingezonden 7 maart
2022).
Nader antwoord van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 22 april
2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2263.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van bovenstaand artikel?1
Vraag 2
Wat zijn de jaarlijkse financiële (exploitatie)kosten van het fiets-voetveer over
het Amsterdam-Rijnkanaal tussen Nieuwer Ter Aa en Breukelen? Bent u bereid om de structurele
(exploitatie)kosten te blijven dragen? Is er een financiële taakstelling van toepassing
op de exploitatie van het fiets- en voetveer?
Vraag 3
Wat is de reden dat u pas ruim tien jaar na het door u in de beantwoording aangehaalde
dodelijke ongeluk, in de nautische onveiligheid van de veerpont een reden ziet om
het fiets-voetveer te beëindigen? Welke stappen heeft u genomen in de afgelopen jaren
om de nautische veiligheid te vergroten?
Vraag 4
Is het waar dat het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden u ambtelijk en/of bestuurlijk
heeft geïnformeerd dat het uw wens tot beëindiging van het convenant (overeenkomst)
niet deelt? Kunt u het convenant eenzijdig opzeggen?
Vraag 5
Kunt u de relevante passages van het convenant met de Kamer delen? Op basis van welk
juridisch advies bent u van mening dat het convenant het Rijk niet verplicht tot de
instandhouding van een vaste of varende oeververbinding over het Amsterdam-Rijnkanaal?
Zijn de convenantpartners eensluidend in de interpretatie van de relevante passage
in het convenant?
Vraag 6
Indien de overeenkomst slechts stelt dat passagiers gratis gebruik moeten kunnen maken
van de oeververbinding zolang die beschikbaar is, wat is dan de dwingende reden om
het convenant te beëindigen, aangezien de ontbindende voorwaarde voor het kosteloze
aanbod al in de tekst zou zijn opgenomen? Bent u voornemens om passagiers te laten
betalen voor het gebruik van de veerpont?
Vraag 7
Is het waar dat de door u aangekondigde bewonersparticipatie uitsluitend ziet op een
mogelijke inrichting van de (alternatieve) fietsroute? Kunt u aangeven welke knelpunten
de provincie Utrecht en de gemeente Stichtse Vecht zien met betrekking tot de fietsroute
en het toenemende fietsverkeer?
Vraag 8
Is het juist dat het antwoord op de schriftelijke vragen waarin u aangeeft dat het
initiatief tot een fietsbrug ook bij de provincie en de gemeente ligt2, tevens inhoudt dat u op voorhand uitsluit financieel bij te dragen aan de totstandkoming
van een fietsbrug?
Vraag 9
Is het waar dat de gemiddelde fietssnelheid rond 12 kilometer (mannen) per uur en
14 kilometer (vrouwen) per uur ligt? Kunt u een nadere onderbouwing geven van de extra
reistijd per fiets, die u inschat tussen de 6 minuten en 10,5 minuten voor een enkele
reis?
Vraag 10
Welke planning hanteert u voor de nadere besluitvorming inzake de veerpont?
Nader antwoord
In mijn beantwoording van 29 maart jl. op de Kamervragen van de leden Van der Molen
(CDA) en De Hoop (PvdA) over veerpont De Aa3, is een fout geslopen die ik bij dezen wil rechtzetten.
In antwoord 7 staat «De provincie steunt het standpunt van de gemeente en ook de wens
tot een fietsbrug, maar heeft zich tot nu toe niet geuit over mogelijke knelpunten
met betrekking tot de alternatieve fietsroute en het toenemende fietsverkeer.»
De provincie heeft ons er terecht op gewezen dat zij dat wel hebben gedaan. Ook zij
zien, net als de gemeente, knelpunten op het gebied van verkeersveiligheid en sociale
veiligheid. De signalen die zij daarover hebben afgegeven, zijn ongelukkigerwijze
niet bij de beantwoording van deze Kamervragen betrokken. De zin in antwoord 7 had
dus als volgt moeten luiden: «De provincie steunt het standpunt van de gemeente (ook
over de verkeersveiligheid en sociale veiligheid van de alternatieve fietsroute) en
de wens tot een fietsbrug.»
Ik ga er van uit dat ik de omissie in de eerdere beantwoording daarmee heb rechtgezet.
Rijkswaterstaat heeft hetzelfde gedaan richting de provincie.
X Noot
1Telegraaf, 3 maart 2022, «Nog hoop voor pont Breukelen»
X Noot
2Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1939
X Noot
3Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2263