Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming over de zaak van Patrick Noordoven en het feit dat de Staat in hoger beroep gaat tegen een eerdere uitspraak in deze zaak (ingezonden 1 april 2022).

Mededeling van Minister Weerwind (Rechtsbescherming) (ontvangen 22 april 2022).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de podcast1 2 ... waarin, samen met Patrick Noordoven, het voornemen van de Staat besproken wordt om in hoger beroep te gaan tegen een eerdere uitspraak van de rechter3 die oordeelde dat de Staat onrechtmatig heeft gehandeld tegenover Noordoven?

Vraag 2

Snapt u dat de directeuren van Defence for Children, Fiom en het Coördinatiecentrum tegen Mensenhandel (CoMensha) het onbegrijpelijk vinden dat de staat in hoger beroep gaat tegen de eerdere uitspraak? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Wat is uw reactie op de uitspraak van de directeur van Fiom, dat: «Je [wel] excuses kan aanbieden dat de zaken fout zijn gegaan, maar als je vervolgens de uitspraak van de rechter alsnog gaat betwisten, wat is dan het excuus waard?»?

Vraag 4

Kunt u uitleggen waarom het hoger beroep nodig is en zo belangrijk is voor de Staat?

Vraag 5

Snapt u dat het als een klap in het gezicht voelt voor de heer Noordoven, en mensen die in dezelfde situatie zitten als hij, dat de Staat zich niet bij de eerdere uitspraak neerlegt en nu in hoger beroep gaat; zeker ook gezien de jarenlange strijd die überhaupt al vooraf ging aan die eerdere uitspraak?

Vraag 6

Beseft u dat het aantekenen van hoger beroep voor de Staat wellicht slechts een juridische handeling is, maar dit voor de heer Noordoven betekent dat zijn leven nog steeds stil staat? Is hier rekening mee gehouden in de afweging om al dan niet in hoger beroep te gaan? Zo ja, kunt u dat onderbouwen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Kunt u uitleggen waarom het gerechtvaardigd is om de heer Noordoven als Staat nog langer door de (juridische) molen te halen? Zo ja, waarom dan?

Vraag 8

Bent u bereid af te zien van hoger beroep in deze zaak? Zo nee, waarom niet?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van Nispen (SP), van uw Kamer aan de Minister voor Rechtsbescherming over de zaak van Patrick Noordoven en het feit dat de Staat in hoger beroep gaat tegen een eerdere uitspraak in deze zaak (ingezonden 1 april 2022) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven