Vragen van de leden Idsinga (VVD) en Inge van Dijk (CDA) aan de Staatssecretaris van
Financiën over het bericht «Belastingexpert: «Compensatie spaartaks kost maar € 3
miljard en kan rap worden opgelost»» en het artikel «Een voorstel voor een goed uitvoerbaar
«massaal» rechtsherstel inzake box 3» (ingezonden 31 maart 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Van Rij (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst)
(ontvangen 15 april 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Belastingexpert: «Compensatie spaartaks kost maar € 3
miljard en kan rap worden opgelost»»1 en het artikel «Een voostel voor een goed uitvoerbaar «massaal» rechtsherstel inzake
box 3»?2
Vraag 2
Kunt u uitgebreid reflecteren op de door de auteur voorgestelde «redelijke, forfaitaire
benadering van het te compenseren bedrag wegens een te hoog berekend belastbaar inkomen
uit vermogen voor burgers die een lager werkelijk behaald rendement realiseerden»?
Antwoord 2
De vragen 2 tot en met 12 worden, zoals voorgesteld in vraag 13, beantwoord in de
«voorbereidingsbrief» die gelijktijdig met deze beantwoording aan uw Kamer is gestuurd.
Vraag 3
Vindt u daarbij dat zijn voorstel een werkbare oplossing zou zijn om dit probleem
op te lossen?
Antwoord 3
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 4
Bent u het eens met de stelling in het bericht dat particulieren op deze manier «veel
sneller" zouden kunnen worden terugbetaald?
Antwoord 4
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 5
Klopt het dat de Belastingdienst beschikt over alle relevante gegevens van gedupeerden,
zoals alle banktegoeden, beleggingen en schulden, aangezien deze staan genoteerd in
de desbetreffende boxen?
Antwoord 5
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 6
Kunt u bij het beantwoorden van vraag twee uitgebreid ingaan op de hoofdlijnen van
het voorstel zoals gedetailleerd beschreven in paragraaf twee van het WFR-artikel?
Antwoord 6
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 7
Vindt u dat de door de auteur geschetste oplossingsrichting een bevredigende oplossing
voor dit vraagstuk zou kunnen zijn? Zo nee, waarom en op welke onderdelen niet en
op welke wel?
Antwoord 7
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 8
Kunt u uitgebreid reflecteren op de uitwerking van het voorstel ten aanzien van «100
procent-spaarders»?
Antwoord 8
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 9
Klopt het daarbij door de auteur genoemde bedrag voor compensatie voor de periode
2017–2021 van (afgerond) 1,8 miljard euro?
Antwoord 9
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 10
Kunt u uitgebreid reflecteren op de uitwerking van het voorstel ten aanzien van «degenen
die deels sparen en deels beleggen»?
Antwoord 10
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 11
Klopt het daarbij door de auteur genoemde bedrag voor compensatie voor de periode
2017–2021 van (afgerond) 1,2 miljard euro?
Antwoord 11
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 12
Bent u het met de auteur eens dat zijn voorstel door de Belastingdienst uitvoerbaar
is?
Antwoord 12
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 13
Kunt u de vragen met spoed beantwoorden binnen een termijn van 14 dagen, ofwel de
antwoorden op bovenstaande meenemen in de nog door te Kamer te ontvangen brief over
de «richtingennotitie» inzake box 3?
Antwoord 13
De vragen zijn zoals voorgesteld beantwoord met de voorbereidingsbrief voor de technische
briefing over box 3.
X Noot
2WFR 2022/62; drs. C. Overduin, datum 28-03-2022.