Vragen van de leden Hammelburg en Tjeerd de Groot (beide D66) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het bericht «Honger dreigt in Hoorn van Afrika, te weinig hulpgeld door «concurrerende rampen»» (ingezonden 6 april 2022).

Antwoord van Minister Schreinemacher (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) (ontvangen 14 april 2022).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Honger dreigt in Hoorn van Afrika, te weinig hulpgeld door «concurrerende rampen»»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

In hoeverre wordt door u op dit moment aandacht besteed aan de dreigende humanitaire crisissituatie in de Hoorn van Afrika?

Antwoord 2

Nederland neemt actief deel aan diverse bijeenkomsten van de internationale humanitaire gemeenschap over wat er gedaan kan worden aan de humanitaire crisis in de Hoorn van Afrika. We zijn in overleg met onze partners om te zien of ontwikkelingsgelden ingezet kunnen worden ter bestrijding van humanitaire noden. Verder draagt Nederland in samenwerking met gelijkgestemde donoren via humanitaire diplomatie bij aan het verbeteren van toegang en naleving van humanitaire principes. Nederland zet zich met deze donoren er ook voor in om te zorgen dat de betrokken nationale overheden als eerste actie ondernemen om menselijk lijden te verminderen. Ook benadrukt Nederland richting VN partners de noodzaak om de coördinatie te versterken zodat de humanitaire respons efficiënter en effectiever wordt.

Vraag 3

Deelt u de zorg dat de oplopende wereldwijde voedselonzekerheid van grote invloed kan zijn op de internationale stabiliteit, vrede en veiligheid en onderschrijft u derhalve het belang van de aanpak daarvan?

Antwoord 3

Ja, ook ik heb grote zorgen over de oplopende wereldwijde voedselonzekerheid en de invloed daarvan op internationale stabiliteit, vrede en veiligheid. Hoge voedselprijzen kunnen aanzetten tot onrust en opstand op landenniveau maar ook internationale spanningen laten oplopen, vooral als landen handelsbeperkende maatregelen gaan nemen. Ik onderschrijf dan ook het belang van de aanpak daarvan. Het kabinet investeert daarom jaarlijks circa Euro 325 miljoen in landbouw en voedingszekerheid in ontwikkelingslanden om hen in staat te stellen een duurzaam en weerbaar voedselsysteem op te bouwen en ondervoeding uit te bannen. Ik trek hierin samen op met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Vraag 4

Hoe beoordeelt u het financiële tekort van VN-voedselhulporganisatie WFP dat over nog geen kwart van het geldbedrag beschikt dat nodig is om aan mensen in de Hoorn van Afrika hulp te bieden?

Antwoord 4

Nederland deelt de zorgen over het financiële tekort van humanitaire organisaties, waaronder het Wereldvoedsel Programma (WFP), om snel en adequaat te kunnen reageren op deze crisis. Daarom onderstreept Nederland in alle relevante bijeenkomsten het belang van kwaliteitsfinanciering. Het geven van ongeoormerkte, meerjarige en daarmee flexibele financiering aan organisaties, zoals WFP, stelt deze organisaties in staat om snel te reageren maar ook om hongersnood te helpen voorkomen. Nederland heeft in 2022 EUR 44 miljoen beschikbaar gesteld aan WFP. Ook steunt Nederland andere humanitaire organisaties die in de regio actief zijn en het Central Emergency Response Fund (CERF) van de VN. Het CERF betaalde al meer dan 40 miljoen dollar aan de humanitaire respons als gevolg van de droogte in de Hoorn van Afrika.

Vraag 5

Is er ruimte binnen de noodhulp-begroting om middelen te alloceren ten behoeve van de dreigende humanitaire noodsituatie in de Hoorn van Afrika? Bent u daartoe bereid?

Antwoord 5

Leidend bij het Nederlandse noodhulpbeleid is dat hulporganisaties door voorspelbare, ongeoormerkte bijdragen in staat worden gesteld de middelen daar in te zetten waar de noden het hoogst zijn. De noodhulp-begroting biedt geen ruimte voor een verhoging van de bijdragen. Indien additionele middelen beschikbaar komen, wordt op basis van een analyse van de noden wereldwijd een besluit genomen over aanvullende bijdragen. De Kamer wordt hierover geïnformeerd in de voorjaarsnota.

Vraag 6

Kunt u toezeggen om op zeer korte termijn met uw VN-counterparts te spreken over een gezamenlijke strategie om de dreigende voedseltekorten tegen te gaan?

Antwoord 6

Ja. Graag verwijs ik naar de kamerbrief van 7 april over mijn bezoek aan de multilaterale instellingen in Genève op 28 en 29 maart jl., alsmede mijn gesprek met de Uitvoerend Directeur van het Wereldvoedsel Programma (WFP)2. Binnenkort zal ik een gesprek hebben met de Directeur Generaal van de FAO. Op dit moment zijn de VN instellingen aan het inventariseren waar de risico’s op voedseltekorten het grootst zijn, welke maatregelen de hoogste prioriteit moeten hebben en in hoeverre daarvoor specifieke instrumenten en/of additionele middelen nodig zijn. De door de SGVN ingestelde Global Crisis Response Group zal de VN respons coördineren en strategische lijnen uitzetten voor een gezamenlijke inzet op voedselzekerheid.

Vraag 7

Deelt u de zorgen over de grote mate van voedselafhankelijkheid van landen uit Oost-Afrika gezien zij 90% van hun tarwe uit Rusland en Oekraïne importeren?

Antwoord 7

Ja, met name Eritrea en Somalië zijn (volgens cijfers van de FAO) voor meer dan 90% van hun tarwe import afhankelijk van Rusland en Oekraïne. Daarbij past wel de nuancering dat in deze regio de bevolking maar deels van tarwe afhankelijk is. Het is momenteel vooral de versnelde stijging van voedselprijzen, bovenop de gevolgen van droogte, conflict en Covid-19, die de toch al kwetsbare voedselzekerheidssituatie in landen als Kenia, Ethiopië en Somalië zeer zorgelijk maakt. De VN schat het aantal mensen met acute honger in deze landen tussen de 13 en 14 miljoen; en 30 miljoen mensen behoeven dit jaar noodhulp om nog erger te voorkomen.

Vraag 8

Welk langetermijnplan heeft u, met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, om de tarwe-import van deze gebieden stabiel te houden? Hoe ziet u de rol van het reduceren van het gebruik van vruchtbare aarde voor de teelt van veevoer hierin, waarvoor nu ruim driekwart van de granen die Europa importeert gebruikt wordt?

Antwoord 8

De inzet van het kabinet is dat de landen in deze regio hun voedselsysteem weerbaarder maken door de voedsellandbouw te ontwikkelen, de toegang tot voedsel voor kwetsbare groepen te verbeteren en ondervoeding uit te bannen. Daardoor kan de regio op lange termijn minder afhankelijk worden van voedselimporten en daarmee minder kwetsbaar voor een crisis zoals zich nu manifesteert. Er is geen directe relatie tussen die inzet en de import en het gebruik van granen in Europa. Zie ook het antwoord op vraag 3.

Vraag 9

Onderschrijft u dat een tekort aan inzet door Nederland en Europa in de dreigende humanitaire noodsituatie ervoor kan zorgen dat landen als China en Rusland zullen ingrijpen en daarmee invloed verkrijgen in de regio? Welke mogelijke impact op het geopolitieke speelveld voorziet u?

Antwoord 9

China, en zeker Rusland, zijn traditioneel geen humanitaire donoren. De inschatting is dat dit niet op korte termijn zal veranderen in de Hoorn van Afrika. De kans is daarmee klein dat deze landen aan invloed winnen in de Hoorn van Afrika door hun humanitaire hulp uit te breiden.

Wel is er een reëel risico dat Rusland en China desinformatie in zullen zetten om de Europese positie in Afrika te ondermijnen, ook als het gaat om de humanitaire situatie. China draagt al actief uit richting Afrikaanse landen dat Europese sancties de primaire reden zijn voor wereldwijde stijgingen van de prijzen van voedsel en brandstof, die de Hoorn van Afrika disproportioneel raken. Dit sluit aan bij een bestaande vrees van landen in de regio dat Europese en Westerse aandacht (en daarmee middelen) blijvend verschuift naar Oekraïne als gevolg van de huidige crisis.

Nederland steunt daarom pogingen van de Europese Commissie (o.m. via de Team Europe Initiatieven) om actiever uit te dragen wat de Europese Unie als geheel doet om economische ontwikkeling, welvaart en handel te bevorderen in de Hoorn van Afrika. Hulp leveren aan de bevolking van landen in nood is voor Nederland een essentieel onderdeel van dit verhaal.

Vraag 10

Kunt u deze vragen beantwoorden voorafgaand aan het Commissiedebat over Humanitaire Noodhulp op 14 april 2022?

Antwoord 10

Ja.

Naar boven