Vragen van het lid Van der Lee (GroenLinks) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Rechtsbescherming over het Nederlandse meisje Insiya, die 5 jaar geleden ontvoerd is naar India en de pogingen die de Nederlandse regering onderneemt om haar terug te krijgen in Nederland (ingezonden 4 april 2022).

Mededeling van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister voor Rechtsbescherming (ontvangen 6 april 2022).

Vraag 1

Kunt u aangeven welke concrete acties er sinds de beantwoording van de vragen van de leden Van Helvert c.s.1 zijn ondernomen om Insiya, een Nederlands staatsburger, terug naar Nederland te halen, en wat daarvan de resultaten zijn geweest?

Vraag 2

Erkent u het feit dat op grond van de Nederlandse gerechtelijke uitspraken Insiya behoort te worden teruggeleid naar Nederland, en dat Insiya als Nederlands staatsburger recht heeft op de actieve inzet van de regering om haar terug naar Nederland te halen?

Vraag 3

Zo ja, bent u bereid om tijdens het inkomende staatsbezoek uit India op 5 en 6 april alles op alles te zetten om deze zaak aan te kaarten tijdens de gesprekken en te zorgen dat Insiya kan worden herenigd met haar moeder?

Vraag 4

Bent u bereid om deze vragen uiterlijk dinsdagochtend 5 april te beantwoorden?

Mededeling

Op 1 april 2022 heeft het lid van der Lee (Groen Links) aan de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister voor Rechtsbescherming schriftelijke vragen gesteld over «het Nederlandse meisje Insiya, die 5 jaar geleden ontvoerd is naar India en de pogingen die de Nederlandse regering onderneemt om haar terug te krijgen in Nederland.»

Naar aanleiding van deze vragen (met kenmerk 2022Z06457), wil ik u, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming, meedelen dat de beantwoording hiervan meer tijd vergt. Nadere interdepartementale afstemming is nodig om de vragen te beantwoorden. Hierdoor is het niet mogelijk om de beantwoording van deze vragen binnen de door de vragensteller gevraagde termijn van enkele dagen aan uw Kamer te doen toekomen. Wel kan ik u meedelen dat tijdens het inkomende staatsbezoek India op 5 en 6 april 2022 aandacht gevraagd zal worden voor deze zaak.

De Minister voor Rechtsbescherming en ik streven ernaar de vragen van het lid van der Lee, alsmede de overige vragen over deze zaak, zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


X Noot
1

Aanhangsel van de Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, 732

Naar boven