Vragen van de leden Westerveld (GroenLinks) en Ceder (ChristenUnie) aan de Minister van Rechtsbescherming en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het aantal doorplaatsingen van uit huis geplaatste kinderen (ingezonden 1 maart 2022).

Mededeling van Staatssecretaris Van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 21 maart 2022).

Vraag 1

Heeft u geluisterd naar de reportage van onderzoeksprogramma Argos over doorplaatsingen van uithuisgeplaatste kinderen?1

Vraag 2

Wat is er concreet gebeurd sinds Stichting Het Vergeten Kind in februari 2020 het rapport Constant nieuwe gezichten, ik crash daarvan aan uw ambtsvoorganger overhandigde? Welke concrete afspraken zijn gemaakt? Heeft dit geleid tot minder doorplaatsingen?

Vraag 3

Wordt het aantal plaatsingen en doorplaatsingen geregistreerd zoals aangekondigd in het actieplan van uw ambtsvoorganger De best passende zorg voor kwetsbare jongeren 2 Zo ja, kunt u een overzicht geven van de afgelopen jaren uitgesplitst naar plaatsingen in instellingen, bij pleegouders en gezinshuizen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Wat is er concreet gebeurd met het «gezamenlijk plan voor het reduceren van overplaatsingen tussen hun residentiele instellingen» dat de branches hebben opgesteld?

Vraag 5

Wat is er concreet gebeurd met de doelstelling in dit actieplan dat in het vierde kwartaal van 2020 het «aantal overplaatsingen in de JeugdzorgPlus sterk is gereduceerd naar minder dan 5% van het aantal overplaatsingen»? Is dit doel gehaald?

Vraag 6

Wat is er gebeurd met de doelstelling dat «alle jeugdigen in de JeugdzorgPlus binnen een half jaar zicht hebben op een vast woonperspectief?» Is dit doel gehaald?

Vraag 7

Bent u, met de kennis van nu, tevreden over de resultaten van het actieprogramma? Zo ja, wat is de grootste winst? Zo nee, gaat u zich alsnog inzetten om de doelstellingen te behalen?

Vraag 8

In de vijfde voortgangsrapportage naar aanleiding van het actieprogramma Zorg voor de Jeugd wordt gesteld dat het aantal doorplaatsingen naar aanleiding van het programma StroomOp is verminderd.3 Kunt u dit concretiseren? Zet deze positieve trend door?

Vraag 9

Bent u het met ons eens dat een uithuisplaatsing een «middel is om ervoor te zorgen dat een jeugdige veilig is en zich goed kan ontwikkelen»4 in contrast is met het aantal hulpverleners en doorplaatsingen waar uit huisgeplaatste kinderen mee te maken krijgen? Speelt dit gegeven mee in de overweging van het besluit om kinderen uit huis te plaatsen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 10

Hoe gaat u de registratie van het aantal terugplaatsingen verbeteren?5

Vraag 11

Bent u bereid om jongeren zelf meer zeggenschap te geven over de plek waar zij (tijdelijk) wonen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u dit doen?

Vraag 12

Kunt u reflecteren op de preambule van het VN-verdrag Kinderrechten waarin staat dat een kind «voor de volledige en harmonische ontplooiing van zijn of haar persoonlijkheid, dient op te groeien in een gezinsomgeving, in een sfeer van geluk, liefde en begrip»?

Vraag 13

Hoe is dit te rijmen met situaties waarin kinderen soms tientallen hulpverleners hebben gezien en zeer regelmatig moeten doorverhuizen? Bent u van mening dat Nederland zich aan deze bepaling in het Verdrag houdt? Zo nee, wat gaat u dan doen om dit te veranderen?

Mededeling

De vragen van de leden Westerveld (GroenLinks) en Ceder (ChristenUnie) over het aantal doorplaatsingen van uit huis geplaatste kinderen (2022Z03922) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.

De reden van het uitstel is dat voor de beantwoording nadere afstemming vereist is.

Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de kamervragen doen toekomen.

Naar boven