Vragen van de leden Werner en Peters (beiden CDA) aan de Minister voor Langdurige Zorg en Sport over het artikel «Osse hospice Oase voert strijd tegen lagere subsidie: «Als direct gevolg corona volkomen onterecht gekort»» (ingezonden 15 februari 2022).

Antwoord van Minister Helder (Langdurige Zorg en Sport) (ontvangen 7 maart 2022).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht uit het regionale AD «Osse hospice Oase voert strijd tegen lagere subsidie»? Wat vindt u van dit bericht?1

Antwoord 1

Ja, ik heb kennisgenomen van het bericht. Ik kan me voorstellen dat het vervelend is dat het hospice De Oase in Oss minder subsidie heeft ontvangen als gevolg van de coronacrisis. Het klopt dat hospice De Oase voor 2022 meer subsidie zou hebben ontvangen als coronajaar 2020 niet was meegenomen in de berekening van het gemiddelde aantal cliënten.

Op grond van de Regeling palliatieve terminale zorg kunnen hospices subsidie ontvangen voor de kosten van de ondersteuning van mensen in de palliatief terminale fase door deskundige vrijwilligers. De subsidie vormt een tegemoetkoming in de kosten voor de coördinatie, plaatsing en scholing van de vrijwilligers en de huisvestinglasten voor bijna-thuis-huizen en high care hospices. De hoogte van de subsidie is afhankelijk van het werkelijk aantal cliënten in een periode over drie jaar, ongeacht de werkelijke kosten (zoals personeelskosten, cursussen vrijwilligers, energiekosten, etc.) en werkelijke opbrengsten vanuit andere financiering (donaties, andere regelingen, eigen bijdragen, etc.). Hospice De Oase stelt door de daling van het subsidiebedrag niet in financiële problemen te komen, maar op dit moment geen geld te kunnen sparen of apart te zetten.

Om de VPTZ-organisaties tegemoet te komen in de kosten als gevolg van coronacrisis, is eind vorig jaar aan alle instellingen aanvullend een eenmalige tegemoetkoming verstrekt voor persoonlijke beschermingsmiddelen en extra coördinatiekosten. Aan hospice De Oase is ongeveer € 6.000,– verstrekt, vrij te besteden door het hospice.

Vraag 2

Kunt u aangeven hoeveel hospices en thuiszorgorganisaties die terminale zorg thuis verlenen met vrijwilligers, in 2022 een lager subsidiebedrag krijgen als gevolg van lagere bezoekcijfers in 2020 door de coronapandemie?

Antwoord 2

Na verdeling van het beschikbare budget voor vrijwillige palliatieve terminale zorg (PTZ) hebben in 2022 111 PTZ-organisaties meer subsidie en 90 PTZ-organisaties minder subsidie toegekend gekregen, los van de eenmalige tegemoetkoming in verband met de coronacrisis. Hierbij merk ik op dat niet objectief kan worden vastgesteld hoeveel PTZ-organisaties alleen door de coronapandemie een lager subsidiebedrag hebben toegekend gekregen. Ieder jaar is er namelijk sprake van PTZ-instellingen die een hoger of een lager subsidiebedrag ontvangen dan het voorgaande jaar als gevolg van een fluctuatie in de bezettingscijfers. Voor de hoogte van de subsidie is het werkelijk aantal cliënten over een periode van 3 jaar bepalend. Voor de hoogte van de subsidie voor het jaar 2022 is gekeken naar het werkelijk aantal cliënten in de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2020, zoals medio 2021 door de PTZ-organisaties is doorgegeven.

Het totale subsidiebudget wordt verdeeld aan de hand van het totale aantal cliënten waaraan door alle PTZ-organisaties vrijwillige palliatieve terminale zorg is verleend en het aantal cliënten van de aanvragende PTZ-organisatie. Een daling van het totale aantal cliënten leidt tot een hoger normbedrag per cliënt. Zo kan een hospice met lagere bezettingscijfers in 2020 in vergelijking met de ook meetellende jaren 2019 en 2018, toch meer subsidie voor het jaar 2022 ontvangen.

Vraag 3

In hoeverre hebben de lagere subsidiebedragen in 2022 voor hospices betrekking op hospices die veel met vrijwilligers werken of op thuiszorgorganisaties die met vrijwilligers terminale zorg thuis verlenen?

Antwoord 3

Bij de verdeling van de subsidiemiddelen staat het aantal cliënten centraal en niet het aantal vrijwilligers. Zie ook het antwoord op vraag 2 over de systematiek van de regeling. Bijna-thuis-huizen en high care hospices kunnen ook vrijwilligers inzetten in de thuissituatie of in een verpleeghuis.

Het merendeel van de organisaties die thuis en in hospices vrijwillige palliatieve terminale zorg verlenen hebben vanwege de coronacrisis minder vrijwilligers in kunnen zetten. In de coronajaren waren er periodes dat er geen vrijwilligers bij mensen thuis konden worden ingezet en dat heeft zijn weerslag gehad op de hoogte van de subsidiebedragen.

Ik ben regelmatig in gesprek met Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg (VPTZ) Nederland om goed in de gaten te houden wat de mogelijke gevolgen zijn van de coronajaren 2020 en 2021 op de hoogte van de subsidie en het effect daarvan op de inzet van vrijwilligers in de palliatieve terminale zorg. Dit geldt uiteraard niet alleen voor hospices, maar ook voor organisaties die alleen vrijwilligers in de palliatieve terminale zorg in de thuissituatie aanbieden.

Vraag 4 en 5

Kunt u begrip opbrengen voor het feit dat hospices die veelal met oudere vrijwilligers werken, in 2020 tijdelijk hun deuren moesten sluiten vanwege de coronapandemie of geen vrijwilligers meer naar de thuissituatie stuurden?

Is het bij u bekend hoeveel hospices gesloten zijn geweest als direct gevolg van de coronapandemie, waardoor het gemiddeld aantal bezoekers sterk is gedaald?

Antwoord 4 en 5

Zeer zeker kan ik begrip opbrengen voor het feit dat een aantal hospices in 2020 tijdelijk hun deuren heeft moeten sluiten als gevolg van coronacrisis. Het exacte cijfer van het aantal hospices dat gesloten is geweest als direct gevolg van de coronapandemie is niet beschikbaar. VPTZ Nederland heeft tussen 16 april en 8 mei 2020 onder haar leden uitgevraagd of er hospices waren die hun deuren hebben moeten sluiten. In augustus en december 2020 is de uitvraag herhaald. Uit de resultaten van de uitvraag blijkt dat in 2020 in totaal 32 van de bij VPTZ Nederland aangesloten hospices gesloten zijn geweest. Overigens zijn er ook 52 hospices onder de VPTZ-leden die vanwege corona in 2020 niet alle kamers konden gebruiken, omdat het dan te druk werd op de gang of in de familieruimte. VPTZ Nederland heeft voor 2021 geen uitvragen gedaan over dit onderwerp, maar wel signalen ontvangen dat ook in 2021 meerdere hospices te kampen hadden met tijdelijke sluiting en/of minder bedden konden gebruiken.

Vraag 6

Kunt u toelichten wat u met de zinsnede bedoelt….«het mag niet zo zijn dat hospices daardoor in problemen komen»?

Antwoord 6

Eerder is in de VPTZ Nederland nieuwsbrief aan de leden gecommuniceerd (in overleg met mijn ministerie) dat het niet de bedoeling is dat PTZ-organisaties vanwege de coronacrisis omvallen. Ook heeft mijn ministerie aangegeven dat het bereid is om in voorkomende schrijnende gevallen mee te denken over mogelijke oplossingsrichtingen. Daarbij dient in ogenschouw te worden genomen dat deze ernstige financiële problemen aantoonbaar veroorzaakt moeten zijn door de coronacrisis. Het gaat hierbij niet om financiële tekorten die daarvoor al bestonden of zijn ontstaan door andere oorzaken. De insteek van de Regeling is een subsidie per cliënt ongeacht, de werkelijke kosten en werkelijke opbrengsten vanuit andere financiering, waarvoor de PTZ-organisaties zelf verantwoordelijk zijn.

Vraag 7

Kunt u onderbouwen waarom er bij de subsidiebeschikkingen voor 2022 geen rekening is gehouden met de omstandigheden die door de coronapandemie zijn ontstaan, zoals lagere bezoekcijfers vanwege tijdelijke sluitingen in 2020? Waarom is er niet voor gekozen bij hospices die enige jaren functioneren een ander – meer representatief – basisjaar te nemen om de subsidie voor 2022 te berekenen?

Antwoord 7

Ondanks de coronapandemie is besloten om voor het subsidiejaar 2022 vast te houden aan de bestaande werkwijze van de subsidieregeling, waarbij wordt uitgegaan van het werkelijke aantal cliënten in de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2020. Er wordt veel waarde gehecht aan het eenvoudig houden van de subsidieregeling. Dit geeft de meeste duidelijkheid voor alle subsidieaanvragers, ook voor de startende PTZ-organisaties in bijvoorbeeld 2020. Het toepassen van maatwerk bij de ene PTZ-organisatie heeft, als gevolg van de systematiek van de regeling, direct invloed op andere PTZ-organisaties. Dat kan zowel voordelig als nadelig voor andere PTZ-organisaties uitpakken, zonder dat de desbetreffende situatie bij dat hospice daarin een rol speelt. Deze onderlinge verbondenheid in de verdeling van de subsidie maakt dat maatwerk voor een specifieke PTZ-organisatie niet uitvoerbaar is. Het geïndexeerde totale beschikbare subsidiebudget voor 2022 uit de regeling is namelijk ongewijzigd gebleven. Omdat een belangrijk deel van de organisaties in 2020 minder cliënten heeft kunnen ondersteunen, valt het normbedrag per cliënt voor het te bepalen subsidiebedrag 2022 wel hoger uit. Dat neemt niet weg dat ik ervoor zal waken dat de continuïteit van de inzet van vrijwilligers in de palliatieve terminale zorg gewaarborgd blijft. Bij de subsidie voor 2023 die uiterlijk 15 juli 2022 moet zijn aangevraagd, weegt ook coronajaar 2021 mee bij de vaststelling van de subsidiebedragen. Met de betrokken organisaties wordt bekeken hoe eventuele uitzonderlijke gevolgen van de coronacrisis het hoofd kan worden geboden.


X Noot
1

AD, 12 februari 2022, «Hospice Oase voert strijd tegen lagere subsidie»

Naar boven