Vragen van het lid Van Houwelingen (FvD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het Bestuurlijk Afstemmingsoverleg (BAO) (ingezonden 8 februari 2022).

Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 25 februari 2022).

Vraag 1

Klopt het dat de directeur-generaal Volksgezondheid (DGV) van het Ministerie van VWS de voorzitter is van het Bestuurlijk Afstemmingsoverleg (BAO)? Klopt het dat het COVID-19-advies van het Outbreak Management Team (OMT) via de directeur van het Centrum Infectieziektenbestrijding (CIb) aan het BAO wordt voorgelegd?

Antwoord 1

Het klopt dat de Directeur-Generaal Volksgezondheid (DGV), of diens plaatsvervanger in de vorm van de plv. Directeur-Generaal Covid-19 van het Ministerie van VWS (in geval van COVID-19), de voorzitter is van het Bestuurlijk Afstemmingsoverleg (BAO). De directeur CIb licht het OMT-advies in het BAO toe.

Vraag 2

Bent u ermee bekend dat de deelnemers in het BAO vanuit het RIVM, de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en de GGD-GHOR worden betiteld als «vaste BAO leden»? Is hun status in de advisering aan de Minister van VWS anders dan van andere genodigden en bij het onderwerp betrokken lokale bestuurders? Zo ja, waarom is dat het geval? Zo nee, wat is dan de waarde van de titel «vaste BAO leden»?

Antwoord 2

Het BAO bestaat uit vaste leden op basis van het Instellingsbesluit Bestuurlijk afstemmingsoverleg infectieziektebestrijding, de Directeur-Generaal van Volksgezondheid van het ministerie, of diens plaatsvervanger tevens voorzitter, de directeur van het Centrum infectieziektebestrijding als voorzitter van het OMT, een vertegenwoordiger van de directie Publieke Gezondheid van het ministerie, tevens secretaris. Zij faciliteren het BAO. De andere vaste leden zijn een vertegenwoordiger van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, een vertegenwoordiger van de burgemeesters of wethouders betrokken bij GGD’en, vertegenwoordiger van GGD-GHOR Nederland en een vertegenwoordiger van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Tenslotte een vertegenwoordiger van de bij het onderwerp van de vergadering betrokken lokale bestuurders, in het geval van COVID-19 is dat een vertegenwoordiger van de voorzitters veiligheidsregio’s. Deze vaste leden van het BAO hebben de verantwoordelijkheid om de adviezen van het OMT op bestuurlijke haalbaarheid en wenselijkheid te beoordelen. Zij zijn namelijk betrokken bij de uitvoering van deze adviezen.

Naast de vaste leden wonen ook vertegenwoordigers van departementen en vertegenwoordigers van afdelingen binnen VWS het BAO bij, zodat zij snel op de hoogte zijn van het advies en een kabinetsreactie kunnen voorbereiden die wordt opgenomen in de brief aan de Kamer.

Vraag 3

Bent u ermee bekend dat bij het BAO de volgende algemene beschrijving bestaat voor de overige deelnemers aan het overleg: «een vertegenwoordiger van de Directie Publieke Gezondheid van het ministerie, tevens secretaris, een vertegenwoordiger van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), door de Minister te benoemen vertegenwoordigers van de GHOR-burgemeesters, GGD-Nederland en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (GGD-GHOR en VNG), de bij het onderwerp van de vergadering betrokken lokale bestuurders, zij die op uitnodiging van de voorzitter van het BAO de vergaderingen bijwonen»?1

Antwoord 3

Ja.

Vraag 4

Welke criteria worden door de DGV gehanteerd om te bepalen wie er naast de vaste leden bij het BAO uitgenodigd worden? Waar zijn deze criteria te vinden?

Antwoord 4

Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 2, kunnen vertegenwoordigers van departementen en vertegenwoordigers van afdelingen binnen VWS het BAO bijwonen, zodat zij snel op de hoogte zijn van het advies en dit ter hand kunnen nemen voor processen die hieruit volgen.

Vraag 5

Welke criteria worden door de DGV gehanteerd om te bepalen wie de betrokken lokale bestuurders zijn die bij het BAO uitgenodigd worden? Waar zijn deze criteria te vinden?

Antwoord 5

Aangezien het in dit geval gaat om een landelijke crisis, zijn er geen specifieke lokale bestuurders betrokken en is daarom een vertegenwoordiger van de voorzitters veiligheidsregio’s uitgenodigd.

Vraag 6

Kunt u een lijst overleggen van alle leden van het BAO, precies zoals dit het geval is bij het OMT? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

De afgelopen 2 jaar zijn er zo’n 100 BAO’s geweest over COVID-19. Het op dit moment uitzoeken van alle deelnemers van de BAO’s van de afgelopen 2 jaar heeft geen toegevoegde waarde.

Vraag 7

Is de informatie die door de directeur van het CIb aan het BAO wordt voorgelegd dezelfde informatie als die aan de Vaste Kamercommissie voor VWS wordt voorgelegd tijdens technische briefings? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7

Het BAO wordt gevraagd om het OMT-advies te beoordelen op bestuurlijke haalbaarheid en wenselijkheid. Zij krijgen daartoe het OMT-advies en de mogelijkheid om aan de voorzitter van het OMT uitleg te vragen over het advies nadat de voorzitter van het OMT het advies in het BAO mondeling heeft toegelicht. Tijdens de technische briefing geeft de directeur van het CIb aan de Vaste Kamercommissie voor VWS uitleg over de epidemiologische situatie, dat is deels andere informatie.

Vraag 8

Wat is de werkwijze van het BAO? Is hier net als in het OMT sprake van een stemming over de geadviseerde maatregelen? Zo nee, hoe wordt dan tot besluiten gekomen? Zo ja, mogen alle aanwezigen stemmen en gelden alle stemmen even zwaar? Zo ja, wordt er gewerkt met >50 procent van de stemmen voor om een advies aan de Minister uit te brengen of werkt dit anders?

Antwoord 8

Bij het BAO wordt niet gestemd, bij het OMT overigens ook niet. De vaste leden van het BAO leveren bouwstenen aan voor het BAO-advies. Onder leiding van de voorzitter van het BAO wordt het advies met de vaste leden geformuleerd en vastgesteld. Door de secretaris van het BAO wordt het advies in de Kamerbrief opgenomen.

Vraag 9

Bent u bekend met het interview met de heer Huurman op Weltschmertz van 27 februari 2021, die met de toenmalige NVR (de huidige Raad voor Volksgezondheid en Samenleving) in 1993 de opzet van een OMT aanbevolen heeft naar aanleiding van de toenmalige polio-uitbraak?2

Antwoord 9

Ik ben er mee bekend dat het LCI in 1995 is ingesteld naar aanleiding van de evaluatie van de polio uitbraak in 19933 en dat het LCI het eerste OMT heeft georganiseerd.

Vraag 10

Bent u ermee bekend dat de heer Huurman het niet notuleren van de eerste drie bijeenkomsten in de polio-epidemie omschrijft als «slecht professioneel handelen»? Deelt u deze visie? Zo nee, waarom niet?4.

Antwoord 10

In principe is het opstellen van notulen van groot belang. Voor het BAO geldt dat het advies van het BAO zodanig snel na het BAO in de Kamerbrief moet worden opgenomen dat dit advies in de plaats komt van de notulen.

Vraag 11

Bent u bekend met de door uw voorganger beschreven werkwijze van het BAO zijnde «aan de hand van persoonlijke aantekeningen van een medewerker wordt een advies opgesteld»? Deelt u de visie dat deze werkwijze kan leiden tot een inadequate verslaglegging en dientengevolge foutieve besluiten? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 11

De voorzitter en secretaris formuleren het advies zorgvuldig op basis van het BAO. Het advies wordt via de brief waarmee het betreffende advies van het OMT aan de Kamer wordt aangeboden, openbaar. Als adviezen onjuist zouden zijn weergegeven, kunnen de leden dat aangeven bij de voorzitter of secretaris.

Vraag 12

Waarom worden er geen notulen gemaakt van een BAO? Bent u voornemens in het vervolg wel notulen te maken van een BAO? Zo nee, waarom niet?5

Antwoord 12

Het advies van het BAO moet zodanig snel na het BAO in de Kamerbrief worden opgenomen dat dit advies als het ware de notulen vervangt.

Vraag 13

Kunt u ervoor zorgdragen dat alle BAO-adviezen volgordelijk online te raadplegen zijn, precies zoals het geval is bij de OMT-adviezen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 13

De afgelopen 2 jaar zijn er zo’n 100 BAO’s geweest over COVID-19. Alle adviezen zijn opgenomen in Kamerbrieven en daarmee openbaar. Ik zie geen toegevoegde waarde aan het ook op een andere manier toegankelijk maken van deze adviezen.

Vraag 14

Klopt het dat u als Minister van VWS op basis van het BAO-advies een besluit neemt over de te nemen maatregelen? Klopt het dat u als Minister van VWS eindverantwoordelijk bent voor de maatregelen en niet het OMT of het BAO? Deelt u de visie dat de herhaaldelijke uitspraak «wij baseren ons op het advies van het OMT» indirect toch dit OMT verantwoordelijk maakt? Zo nee, waarom niet?6 7

Antwoord 14

Het kabinet neemt een besluit over te nemen maatregelen op basis van diverse adviezen, waaronder die van OMT en BAO. Dat het kabinet aangeeft zich in zijn besluiten te baseren op adviezen betekent niet dat de adviseurs daarmee verantwoordelijk zijn voor het besluit.

Vraag 15

Kunt u alle bovenstaande vragen afzonderlijk beantwoorden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 15

Alle vragen zijn beantwoord.


X Noot
1

Overheid.nl, 7 februari 2022, «Instellingsbesluit Bestuurlijk afstemmingsoverleg infectieziektebestrijding» (https://wetten.overheid.nl/BWBR0017587/2018-08-01)

X Noot
2

Cafe Weltschmerz, 27 februari 2021, «Het OMT ontspoord | James Roolvink met Jan Huurman, bedenker van het OMT» (https://www.youtube.com/watch?v=OrvS8p7bgkg)

X Noot
3

Kamerstuk 22 954

X Noot
4

Aanhangsel Handelingen, 2020–2021, nr. 829

X Noot
5

Aanhangsel Handelingen, 2020–2021, nr. 829

X Noot
6

Rijksoverheid, 12 januari 2021, «Letterlijke tekst persconferentie Minister-President Rutte en Minister De Jonge (12 januari 2021)» (https://www.rijksoverheid.nl/documenten/mediateksten/2021/01/12/letterlijke-tekst-persconferentie-minister-president-rutte-en-minister-de-jonge-12-januari-2021)

X Noot
7

Rijksoverheid, 1 september 2020, «Letterlijke tekst persconferentie Minister-President Rutte en Minister De Jonge (1-9-2020)» (https://www.rijksoverheid.nl/documenten/mediateksten/2020/09/01/letterlijke-tekst-persconferentie-minister-president-rutte-en-minister-de-jonge-1-9-2020)

Naar boven