Vragen van het lid Simons (BIJ1) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het
nieuwsbericht over harde kritiek op politieonderdeel dat voor geheime operaties verantwoordelijk
is (ingezonden 27 januari 2022).
Mededeling van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 17 februari
2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Harde kritiek op politieonderdeel dat voor geheime
operaties verantwoordelijk is»?1 Zo ja, hoe duidt u het feit dat een dergelijke gang van zaken mogelijk blijkt binnen
de politieorganisatie?
Vraag 2
Deelt u de mening dat het onacceptabel is dat binnen de organisatie sprake was van
onder andere een onveilige werksfeer, vriendjespolitiek en onderlinge strijd, zoals
geschetst in het nieuwsbericht, en dat een dergelijke situatie om consequenties vraagt?
Zo ja, welke consequenties vindt u dat aan deze gang van zaken verbonden moeten worden?
Zo nee, waarom vindt u dat hier geen consequenties aan verbonden dienen te worden?
Vraag 3
Wat is de uitkomst van het door uw voorganger aangekondigde onderzoek door de heer
Brouwer naar eerdere, vergelijkbare rapporten? Deelt u de mening dat er sprake is
van een patroon binnen de organisatie? Zo ja, welke concrete stappen gaat u nemen
ter bestrijding hiervan? Zo nee, kunt u verklaren op basis van welke feiten u die
conclusie nog altijd niet trekt?
Vraag 4
Is er, op basis van de verschillende ernstige bevindingen die de tot dusver uitgevoerde
onderzoeken aan het licht hebben gebracht, concrete ambitie om dergelijke onderzoek
vaker en breder binnen de gehele organisatie uit te voeren?
Vraag 5
Hoe kijkt u naar de rol die de korpsleiding in dergelijke situaties moet spelen? Bent
u van mening dat zij in deze, evenals de eerder gerapporteerde misstanden, deze taak
adequaat uitvoeren?
Vraag 6
Welke concrete evaluatie wordt ingezet op het moment dat dergelijke rapporten verschijnen?
Wie word(t)(den) ter verantwoording geroepen? Op welke wijze wordt dit gedaan? Welke
consequenties worden voor welke specifieke functies en/of teams binnen de organisatie
gehandhaafd bij dergelijke misstanden? Welke effecten hebben deze consequenties tot
dusver gehad?
Vraag 7
Hoe duidt u het bredere vraagstuk rondom verantwoording binnen de organisatie op basis
van de misstanden uit de verschillende recente rapporten?
Vraag 8
Deelt u de mening dat dergelijke cultuur binnen de organisatie ongewenst is? Zo ja,
welke stappen onderneemt u om een grondige cultuuromslag te bewerkstelligen?
Vraag 9
Deelt u de mening dat dergelijke misstanden waarin teams hun eigen koers varen, zonder
gemeenschappelijk doel of sturing (elders) binnen de organisatie concrete gevolgen
(kunnen) hebben voor de veiligheid op de werkvloer, alsmede de veiligheid van mensen
op straat?
Vraag 10
Hoe duidt u het verband met de bevinding van de inspectie waarin gewezen wordt naar
het feit dat dat de zelfdoding van een agent vorig jaar een direct gevolg was van
dergelijke misstanden, en welke urgentie vraagt dit volgens u voor een omslag in de
interne cultuur bij de politieorganisatie?2
Vraag 11
Gaat u toezien op de uitvoering van de aanbevelingen uit het onderzoek? Zo ja, op
welke termijn kan de Kamer hierover voortgangsrapportages verwachten?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Simons (BIJ1), van
uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het nieuwsbericht over harde
kritiek op politieonderdeel dat voor geheime operaties verantwoordelijk is (ingezonden
27 januari 2022) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien
nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.