Vragen van de leden Bromet en Kröger (beiden GroenLinks) aan de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Economishe Zaken en Klimaat over de uitzending van de Keuringsdienst van Waarde over «Bij-vriendelijke planten» (ingezonden 17 januari 2022).

Antwoord van Minister Staghouwer (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 16 februari 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1576.

Vraag 1

Bent u bekend met de uitzending van de Keuringsdienst van Waarde over «Bij-vriendelijke planten» op 6 september 2021 en 13 januari 2022?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kunt u bevestigen dat de stelling van de programmamakers klopt dat er op grote schaal met insectengif bespoten planten als «bij-vriendelijk» aan consumenten worden verkocht? Zo nee, bent u bereid dit te (laten) onderzoeken?

Antwoord 2

In de uitzending van de Keuringsdienst van Waarde wordt gemeld dat er residuen van gewasbeschermingsmiddelen op verschillende sierteeltproducten met bij-vriendelijke labels gevonden zijn. Gezien de teruggang van de Nederlandse insectenpopulaties begrijp ik goed dat de uitzending uw zorgen wekt. Gewasbeschermingsmiddelen worden in Nederland alleen toegelaten als uit een wetenschappelijke risicobeoordeling van het College voor de Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden blijkt dat ze volgens de voorschriften veilig zijn voor mens, dier en milieu. Een onderdeel van de risicobeoordeling is ook het effect op insecten zoals bijen. In deze risicobeoordeling wordt rekening gehouden met de mogelijke sporen van (werkzame) stoffen die achterblijven op het product. Daarom zie ik geen aanleiding voor verder onderzoek.

Vraag 3

Klopt de suggestie dat consumenten die sierplanten kopen, onder andere om bijen en vlinders een handje te helpen, met hun aankoop mogelijk bijdragen aan de verdere achteruitgang van de insectenpopulatie? Wat vindt u hiervan?

Antwoord 3

In mijn antwoord op vraag 2 gaf ik u aan dat gewasbeschermingsmiddelen alleen worden toegelaten als uit wetenschappelijke risicobeoordeling blijkt dat ze veilig zijn voor mens, dier en milieu. Dat is inclusief een beoordeling van effecten op insecten zoals bijen. Daarom heb ik geen reden om aan te nemen dat bijen of andere (bestuivende) insecten last hebben van (werkzame) stoffen die op de sierplanten achterblijven of dat welwillende consumenten met hun aankoop bijdragen aan de verdere achteruitgang van de insectenpopulatie.

Vraag 4

Bent u het met eens met de stelling dat het als bij-vriendelijk labelen en verkopen van planten waar insecticiden op zitten of bij de kweek zijn gebruikt, misleiding is? Bent u het eens met de stelling dat dit in strijd is met het consumentenrecht? Welke middelen heeft u om dit tegen te gaan?

Antwoord 4

Het is in dit soort gevallen aan de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) om te beoordelen of er sprake is van misleiding. Burgers kunnen in het geval van klachten terecht bij de ACM door meldingen te doen. Klachten over misleidende reclame kunnen bij de Reclame Code Commissie worden gemeld.

Vraag 5

Bent u het met de stelling eens dat alle sierplanten waarvoor bij de kweek bestrijdingsmiddelen zijn gebruikt, gelabeld zouden moeten worden met een waarschuwingsstikker «Deze plant is bespoten met voor bijen en vlinders schadelijk gif» of een vergelijkbare waarschuwing? Bent u bereid om hier regelgeving voor te maken? Zo nee, hoe zouden consumenten dan wel goed voorgelicht moeten worden? Hoe gaat u dit handhaven?

Antwoord 5

Ik zou het net als u zeer onwenselijk vinden als bijen of andere bestuivende insecten last ondervinden van (werkzame) stoffen die op sierplanten van consumenten achterblijven. Het waarschuwen of voorlichten van consumenten over residuen van gewasbeschermingsmiddelen op sierplanten is, gezien mijn antwoorden op vragen 2 en 3, echter niet nodig.

Naar boven