Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over grootschalige rooftochten van Oost-Europese bendes (ingezonden 6 januari 2022).

Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 14 februari 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1467.

Vraag 1

Bent u bekend met de berichten over het grote aantal katalysatoren dat door Oost-Europese dieven wordt gestolen?1 2 3

Antwoord 1

Ja, ik ben bekend met deze berichten.

Vraag 2

Wat doet u om deze brutale roversbendes te bestrijden? Graag een toelichting, met cijfermatige onderbouwing qua arrestanten, opgelegde straffen en dergelijke.

Antwoord 2

Mobiel banditisme is een paraplubegrip voor het stelselmatig en in georganiseerd verband plegen van vermogensdelicten, zoals auto-, lading-, en winkeldiefstal, auto- en woninginbraak en zakkenrollerij, door rondtrekkende dadergroepen die zowel in Nederland als in andere landen actief zijn. Met een stevige publiek-private aanpak wordt erop ingezet Nederland onaantrekkelijk te maken als delictgebied voor mobiele dadergroepen, waaronder de in de vraag genoemde grootschalige rooftochten van Oost-Europese bendes.

Een succesvol resultaat van deze aanpak is de ontwikkeling van een barrièremodel: kijkend naar de modus operandi van rondtrekkende bendes worden barrières opgeworpen om het hen zo moeilijk mogelijk te maken. Het gaat dan om maatregelen op het gebied van in-reis, verblijf, gebruik infrastructuur, delictpleging, opslag gestolen goederen, vervoer en handel (heling) en opsporing en vervolging. Een voorbeeld van een maatregel op het gebied van verblijf is de samenwerking met Nederlandse gemeenten om te voorkomen dat buitenlandse katvangers zich eenvoudig kunnen inschrijven. Andere resultaten zijn verbeterde informatie-uitwisseling tussen politie en detailhandel (samenwerking met stichting Gemeenschappelijke Informatie Organisatie), en een speciaal voor Mobiel Banditisme ontwikkelde strafvorderingsrichtlijn (1 mei 2019 in werking getreden) waardoor hogere straffen kunnen worden geëist en verdachten direct in voorlopige hechtenis kunnen worden geplaatst om vluchtgevaar te voorkomen.

Er bestaat in het Wetboek van Strafrecht geen delict «mobiel banditisme».

Het is daarom niet mogelijk om uit de registratie van politie, Openbaar Ministerie en de Raad voor de Rechtspraak een overzicht te geven van het aantal arrestanten, de strafeisen en de opgelegde straffen met betrekking tot Mobiel Banditisme. De Raad voor de Rechtspraak en het Openbaar Ministerie houden geen registratie bij van wat er gestolen wordt: er kan daarom geen inzicht worden gegeven in de strafeisen en opgelegde straffen met betrekking tot de diefstal en heling van katalysatoren.

De nieuwsberichten waaraan wordt gerefereerd, gaan over de diefstal van auto-katalysatoren door roversbenden (Mobiele Bandieten). Een katalysator is onderdeel van de uitlaat van een auto en bevat diverse edelmetalen zoals platina en palladium. Deze edelmetalen zijn relatief veel geld waard. Politiecijfers over het aantal meldingen en aangiften van (poging tot) katalysatordiefstal/-heling zijn wel bekend. Op basis van deze cijfers is een forse stijging zichtbaar:

  • Meldingen:

    • 2020: ongeveer 3250 gevallen van diefstallen, pogingen tot diefstallen of heling van katalysatoren bekend bij de politie.

    • 2021: ongeveer 5000 meldingen van diefstallen, pogingen tot diefstallen of heling van katalysatoren bij de politie bekend.

  • Aangifte:

    • 2020: ongeveer 2600 maal aangifte gedaan van de diefstal van katalysatoren.

    • 2021: ongeveer 3600 maal aangifte van de diefstal van katalysatoren gedaan. (Bron: LIV/politie)

In 2020 en 2021 werden respectievelijk ongeveer 250 en 500 verdachten aangemerkt voor zaken gerelateerd aan de diefstal van katalysatoren (diefstal, heling, poging diefstal, het voorhanden hebben van inbrekerswerktuigen met als kennelijk doel katalysatoren weg te nemen). In 2021 had minder dan de helft van de gekoppelde verdachten aan deze feiten omtrent katalysatordiefstallen geen Nederlands adres of inschrijving. Dat betekent overigens niet dat (al) deze gevallen onder mobiel banditisme vallen. Over 2020 zijn deze cijfers niet beschikbaar.

Vraag 3

Wat doet u om crimineel geld van deze Oost-Europese rovers afhandig te maken?

Antwoord 3

Het Openbaar Ministerie volgt de aanwijzing afpakken bij de afweging of en hoe crimineel geld van daders kan worden afgepakt. Van belang is dat zicht is op vermogen waar beslag op kan worden gelegd, zodat criminele winsten daadwerkelijk kunnen worden afgepakt.

Met de wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging geldelijke sancties en beslissingen tot confiscatie in verband met de uitvoering van Verordening (EU) nr. 2018/1805 van het Europees Parlement en de Raad zijn de Europese mogelijkheden voor beslaglegging uitgebreid. Deze wijziging is in werking getreden met ingang van 19 december 2020. Dit biedt kansen bij beslaglegging op crimineel vermogen in het buitenland. Het Openbaar Ministerie kan, gezien de recente inwerkingtreding van de wijziging, nog geen resultaten benoemen.

Vraag 4

Wat doet u tegen / met de landen van herkomst om deze rovers te bestrijden? Graag een toelichting, met daarbij ook antwoord op de vraag of u bereid bent te onderzoeken of landen van daders in Europees verband gesanctioneerd kunnen worden als zij weigeren mee te werken aan strafvervolging.

Antwoord 4

De internationale (operationele) samenwerking op het vlak van Mobiel Banditisme bestaat onder andere uit het uitwisselen van informatie over personen en modus operandi. Daarnaast worden er meerdere malen per jaar gezamenlijke internationale acties opgezet om deze vormen van criminaliteit aan te pakken. Controleacties versterken de nationale aanpak en internationale aanpak van Mobiel Banditisme en versterken de samenwerking tussen de verschillende landen en Europol. Bij deze door de Nederlandse politie gecoördineerde internationale actie Trivium werken inmiddels meer dan 20 landen samen in de strijd tegen Mobiel Banditisme. In 2021 zijn er in totaal 402 personen aangehouden waarvan 61 in Nederland. Verder wordt in opdracht van de Taskforce gesproken met de bronlanden om de preventieve aanpak van Mobiel Banditisme te versterken.

Volgens de politie en het Openbaar Ministerie verloopt de samenwerking met bronlanden (landen van herkomst) en de ons omliggende landen goed. Er worden gegevens uitgewisseld en in de gevallen waarin dat nodig is wordt door middel van wederzijdse rechtshulpverzoeken bijstand verleend. Daarnaast zijn de geldende internationale afspraken van toepassing op individuele strafzaken. Deze afspraken voorzien in de strafrechtelijke aanpak van dit fenomeen. Hiervoor valt te denken aan de overlevering van verdachten of veroordeelden en het overdragen van de strafvervolging.

Momenteel zie ik geen aanleiding nader onderzoek te doen, daar deze internationale afspraken volgens de politie en het Openbaar Ministerie in de behoefte voorzien en geen aanvullende afspraken noodzakelijk zijn.

Vraag 5

Bent u bereid om een Taskforce in het leven te roepen om deze grootschalige georganiseerde misdaad te bestrijden en om onze goederen te beschermen? Zo ja, bent u bereid om hierbij ook andere Oost-Europese roverspraktijken, zoals zakkenrollen, te betrekken? Graag een toelichting.

Antwoord 5

Onder de paraplu van het Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing4 is in 2018 de Taskforce Mobiel Banditisme ingesteld dat zowel preventieve als repressieve maatregelen neemt. De Taskforce kent een bestuurlijke vertegenwoordiging vanuit gemeente Roermond (voorzitter), Transport en Logistiek Nederland, detailhandel, politie, Openbaar Ministerie en mijn ministerie. Alle vermogensdelicten – dus ook zakkenrollerij – gepleegd door mobiele bandieten vallen onder de aanpak van de Taskforce.

Vraag 6

Wat doet u eraan om heling op dit gebied te voorkomen? Graag een toelichting

Antwoord 6

Voor de helingbestrijding zijn drie digitale instrumenten ontwikkeld die de pakkans aanzienlijk verhogen:

  • 1. Er is een database Stop Heling waarin alle unieke ontvreemde goederen opgenomen zijn waarvan bij de politie of Koninklijke Marechaussee aangifte is gedaan. Burgers en bedrijven kunnen via Stop Heling controleren of een fysiek dan wel online aangeboden product bij de politie als gestolen geregistreerd staat. Indien dit het geval is, kunnen ze hiervan via het meldformulier in Stop Heling direct melding doen bij de politie.

  • 2. De afzetmarkt voor gestolen goederen wordt ook gefrustreerd via het Digitaal Opkopers Register (DOR). Opkopers en handelaren in gebruikte en ongeregelde goederen – ook op «zwarte markten» – vormen een belangrijk afzetkanaal voor gestolen producten. Sinds 1886 zijn zij verplicht een inkoopregister bij te houden, waarin ze niet alleen de opgekochte goederen noteren maar ook de naam en het adres van de aanbieder (artikel 437 van het Wetboek van Strafrecht). Het DOR is de digitale variant van dit inkoopregister en is gekoppeld aan de database van Stop Heling. Zodra een opkoper of handelaar een product inkoopt dat als gestolen geregistreerd staat, gaat er automatisch een melding naar de politie.

  • 3. Via het Digitaal Opkopers Loket (DOL) ten slotte kunnen opkopers en handelaren zich melden bij de gemeente waar ze hun beroep of bedrijf uitoefenen (art. 437ter van het Wetboek van Strafrecht). Via het DOL krijgen zij een account voor het DOR. Door de meldplicht in het DOL hebben de handhavers (politie en boa’s) een actueel overzicht van de ondernemers die onder de registratieplicht vallen, zodat zij kunnen controleren of de opkopers en handelaren aan hun registratieplicht voldoen en andere in verband daarmee bij of krachtens wet gestelde verplichtingen nakomen. Het is de bedoeling dat binnen enkele weken een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer aanhangig wordt gemaakt op grond waarvan het gebruik van DOR en DOL landelijk verplicht gesteld wordt.

Voor het optreden tegen heling baseert de politie zich niet uitsluitend op de meldingen van burgers en bedrijven via Stop Heling en op de notificaties vanuit het DOR. Zij kan ook zelf in het DOR kijken of specifieke goederen ingekocht zijn. Denk bijvoorbeeld aan gestolen sieraden, specifieke metalen, kunst en antiek, die (nog) geen notificatiemelding met de database van Stop Heling genereren.

Via het DOR heeft de politie een landelijk zicht op de opgekochte goederen, waardoor ze kan zien of dezelfde personen in alle delen van het land gestolen spullen inleveren. In de praktijk draagt het DOR daardoor ook al bij aan de daadwerkelijke opsporing van mobiele bendes.

Verder wordt door politie samen met de Automotive branche gekeken naar manieren om katalysatoren uniek en herleidbaar te maken. Hiermee zullen helers worden ontmoedigd deze katalysatoren op te kopen daar de politie bij controle kan herleiden of een katalysator van diefstal afkomstig is. Ook voert de politiecontroles uit op personen en voertuigen die bekend zijn met de diefstal of heling van katalysatoren.


X Noot
4

In het Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing (NPC) werken overheid en bedrijfsleven nauw samen om criminaliteit te voorkomen en terug te dringen. Het NPC is samengesteld uit vertegenwoordigers van overheid en bedrijfsleven. De Minister van Justitie en Veiligheid is voorzitter van het platform.

Naar boven