Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en
voor Rechtsbescherming over mogelijke schendingen van het verschoningsrecht door OM
en FIOD (ingezonden 18 januari 2022).
Mededeling van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid), mede namens de
Minister voor Rechtsbescherming (ontvangen 8 februari 2022).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de berichten over mogelijke schendingen van het verschoningsrecht
door het OM en de FIOD?1
2
3
Vraag 2
Kunt u, zo uitgebreid en precies mogelijk, uiteenzetten wat de huidige werkwijze van
het OM en de FIOD is inzake het verwerken (lezen, opslaan, delen, printen, etc.) van
stukken waarop het verschoningsrecht van toepassing is?
Vraag 3
Is deze werkwijze de afgelopen jaren veranderd? Zo ja, waarom, op welke manier en
wanneer precies?
Vraag 4
Kunt u verduidelijken hoe vaak het in het verleden is voorgekomen dat het OM en of
FIOD stukken aan de landsadvocaat hebben voorgelegd ter beoordeling van de vraag of
het om geprivilegieerde berichten gaat of niet? Zo nee, waarom niet? Zo ja, om welke
gevallen gaat het specifiek en waarom dachten het OM en of FIOD in die gevallen dat
het goed zou zijn om die stukken aan de landsadvocaat voor te leggen?
Vraag 5
Bent u het er in algemene zin mee eens dat de landsadvocaat niet gevraagd zou moeten
worden te beoordelen of berichten al dan niet geprivilegieerde berichten zijn, omdat
daarmee het verschoningsrecht per definitie wordt aangetast?
Vraag 6
Klopt het dat in de werkwijze een belangrijke rol is weggelegd voor de Geheimhouder
officier van justitie, die kan worden toegewezen aan een zaak met de opdracht om te
beoordelen of bepaalde stukken geprivilegieerde gegevens bevatten? Zo ja, is het oordeel
van deze geheimhouder officier van justitie altijd finaal of kan hier door zaaksofficieren
ook van worden afgeweken? Als dit laatste het geval is, in welke gevallen?
Vraag 7
Wie houdt toezicht op de beslissingen van de geheimhouder officier van justitie? Met
andere woorden: hoe wordt gecontroleerd of de geheimhouder officier van justitie geprivilegieerde
berichten daadwerkelijk goed scheidt van de berichten waar het OM wel kennis van mag
nemen?
Vraag 8
Hoe kan het volgens u dat er zo veel onduidelijkheid bestaat bij advocaten over de
manier waarop het OM en de FIOD met verschoningsgerechtigde stukken omgaan?4
Vraag 9
Bent u het eens dat er geen onduidelijkheid zou mogen bestaan over hoe het OM en de
FIOD met geprivilegieerde berichten omgaan en dat zij hierover te allen tijde transparant
zouden moeten zijn? Zo nee, waarom niet? Zo ja, vindt u dat OM, FIOD en Pels Ricken
in hun communicatie richting het advocatenkantoor Stibbe en de rechter, in eerdere
instanties, voldoende transparant zijn geweest?
Vraag 10
Wat vindt u van het idee een centrale organisatie onder te brengen bij de rechtspraak
die de vertrouwelijkheid van data in voorkomende gevallen geheel onafhankelijk kan
toetsen en daarmee deze beoordeling dus weg te halen bij het OM? Wat zou hierop tegen
zijn?
Vraag 11
Bent u bereid, bijvoorbeeld door de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad, onderzoek
te laten doen naar de werkwijze van het OM en de FIOD met geprivilegieerde berichten?
Zo nee, waarom niet?
Mededeling
Hierbij deel ik u, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming, mede dat de schriftelijke
vragen van het lid Van Nispen (SP), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid
over mogelijke schendingen van het verschoningsrecht door OM en FIOD (ingezonden 18 januari
2022) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog
niet alle benodigde informatie is ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.