Vragen van de leden Valstar en Rudmer Heerema (beiden VVD) aan de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Dijk gaat schuiven, weilanden in Reeuwijk onder water» (ingezonden 27 juli 2021).

Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), mede namens Minister van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 30 september 2021)

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Dijkdoorbraak zet weilanden in Reeuwijk onder water, rivierkreeft zou niet de boosdoener zijn»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Volgens lokale boeren is de dijkverzakking te wijten aan de Amerikaanse rivierkreeft. Bent u het met hen eens? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Het is volgens de waterbeheerder, het Hoogheemraadschap van Rijnland, op dit moment niet duidelijk wat de oorzaak is van deze dijkverzakking. Het onderzoek naar de oorzaak is gestart. Het lijkt echter onwaarschijnlijk dat dit in belangrijke mate te wijten is aan graafactiviteiten van rivierkreeften, maar meer definitieve conclusies hierover zullen moeten komen uit het onderzoek. Dit beeld wordt ook bevestigd in een samenvattend onderzoeksrapport van de STOWA2.

Vraag 3

Wat vindt u ervan dat desbetreffende boeren verschillende malen bij het waterschap hebben aangegeven dat de kreeften de dijken ondergraven, maar het waterschap niet thuis geeft?

Antwoord 3

Waterbeheerders doen al geruime tijd onderzoek naar de verspreiding van uitheemse rivierkreeften, mogelijke effecten en handelingsperspectief. Zo is er al in 2013 onderzoek gedaan naar graafactiviteiten door rode Amerikaanse rivierkreeften. Zie hiervoor ook het antwoord op vraag 4 en 5. Bij het onderzoek dat het Hoogheemraadschap van Rijnland nu is gestart, zie het antwoord op vraag 2, worden de grondeigenaren/agrariërs betrokken. Zo kan de kennis die zij hebben worden meegenomen in de analyse.

Vraag 4

Welke acties worden door de waterschappen ondernomen om verdere expansie van deze invasieve soort tegen te gaan?

Antwoord 4

Waterbeheerders hebben over de afgelopen 10 jaar verschillende onderzoeken gedaan naar voorkomen en impact van de uitheemse rivierkreeft en hebben de verspreiding van de diverse soorten in beeld gebracht3. In 2019 is geconcludeerd4: «Eliminatie van uitheemse rivierkreeften in de open Nederlandse watersystemen is in de praktijk niet realiseerbaar. Visserij (bijv. via beroepsvisserij of muskusrattenbestrijding) is één van de meest genoemde vormen van beheersing... Het succes van de methode valt of staat bij de intensiteit en continuïteit, maar lijkt in Nederland op landschapsschaal op zichzelf niet afdoende als middel om rivierkreeften naar een wenselijk niveau te verlagen... Een verkeerde opzet van de bevissing kan de groei en omvang van een kreeftenpopulatie zelfs (tijdelijk) stimuleren doordat selectief grote (dominante) kreeften worden weggevangen...». Een geschikte aanpak van de uitheemse rivierkreeften is dus nog niet voor handen. Wel lopen er verschillende onderzoeken naar de impact van rivierkreeften en hun mogelijke bestrijding/beheersing, met als doel om tot een werkbaar handelingsperspectief te komen.

Bij het tegengaan van verdere expansie van invasieve rivierkreeften zijn verschillende partijen betrokken en in het veld lopen verschillende pilots en projecten. Het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft in het vroege voorjaar van 2021 een bestuurlijk overleg gestart om samen met alle betrokken partijen tot een strategie rondom uitheemse rivierkreeften te komen. Dit gezamenlijke programma brengt in beeld welk onderzoek nog nodig is, welke beheersmaatregelen mogelijk zijn, hoe dit dan in te vullen en hoe indien nodig de regelgeving hierop in te richten. Zo is inmiddels gezamenlijk onderzoek gestart naar de ontwikkeling van een selectief vangmiddel in het geval dit onderdeel wordt van het handelingsperspectief. De Ministeries van LNV en Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en de waterschappen werken in het programma samen met provincies, gemeenten en de visserij-, landbouw en natuursector.

Vraag 5

Welke preventieve maatregelen worden genomen om deze en andere invasieve soorten in dijklichamen in een vroegtijdig stadium te lokaliseren en te bestrijden?

Antwoord 5

In het algemeen is de belangrijkste preventieve maatregel het voorkómen dat (nieuwe) invasieve uitheemse soorten onze wateren bereiken of zich verder verspreiden. De waterschappen inspecteren in het voorjaar jaarlijks de toestand van de dijklichamen, waarna het eventueel benodigde herstel plaatsvindt. Het bestrijden van de invasieve uitheemse muskus- en beverratten is een wettelijke taak van de waterschappen met als doel om de dieren terug te dringen tot aan de landsgrens. De hoogheemraadschappen van Rijnland en Delfland hebben al in 2013 onderzoek laten doen naar graafactiviteiten door rode Amerikaanse rivierkreeft in gebieden met hoge dichtheden uitheemse rivierkreeften.5 Voor de monitoring op de aanwezigheid van rivierkreeften en diverse lopende activiteiten, zie het antwoord op vraag 4.

Vraag 6

Bent u bekend met het artikel «Vissers geschokt: ruim 12.000 rivierkreeften gevangen in vijver»?6

Antwoord 6

Ja.

Vraag 7

Bent u net als de vissers geschrokken van het enorme aantal aangetroffen rivierkreeften in het kleine gebied?

Antwoord 7

Op grond van de monitoring van rivierkreeften is bekend dat deze lokaal grote dichtheden kunnen bereiken.

Vraag 8

Staat u nog steeds achter uw antwoord op schriftelijke vragen van de leden Weverling en Dijkstra dat «het aan de regionale partijen [is] om te bepalen over verder onderzoek zinvol is»?7

Antwoord 8

Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 4 heeft het Ministerie van LNV een bestuurlijk overleg gestart om gezamenlijk met alle betrokken partijen tot een strategie rondom uitheemse rivierkreeften te komen. Hierin komen onderzoek en mogelijke beheersmaatregelen aan de orde, alsmede de vraag hoe dit dan in te vullen en hoe de regelgeving hierop in te richten als dat nodig blijkt. Zie hiervoor verder het antwoord op vraag 4.

Vraag 9

Bent u het ermee eens dat het inmiddels gerechtvaardigd is om onderzoek te doen naar de aanwezigheid van de Amerikaanse rivierkreeft, de gevolgen voor de veiligheid achter de dijken en bestrijding van deze invasieve soort? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 9

Ja, zie hiervoor het antwoord op de vragen 4 en 5.

Vraag 10

Bent u het ermee eens dat de aanwezigheid van de Amerikaanse rivierkreeft niet langer door alleen beroepsvissers dient te worden bestreden maar dat dit ook mogelijk moet worden voor vrijwilligers en derden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 10

Zoals in het antwoord op vraag 4 is aangegeven, is het niet duidelijk of bevissen van uitheemse rivierkreeften leidt tot duurzaam minder kreeften en vooral tot minder schade aan oevers en ecosystemen. Daar wordt momenteel aanvullend onderzoek naar gedaan. Er zijn strikte voorwaarden aan het vangen en vervoeren van kreeften om te voorkomen dat de soorten zich sneller en verder verspreiden. Tevens zijn er strikte voorwaarden met betrekking tot het gebruik van vangtuigen om stroperij en ecologische schade door bijvangst van vissen en amfibieën te voorkomen. In dit licht lijkt het niet verstandig om uitheemse rivierkreeften door «vrijwilligers en derden» te laten bevissen.

Vraag 11

Kunt u de vragen afzonderlijk van elkaar beantwoorden?

Antwoord 11

Ja.


X Noot
1

Algemeen Dagblad, 26 juli 2021, «Dijkdoorbraak zet weilanden in Reeuwijk onder water, rivierkreeft zou niet de boosdoener zijn», https://www.ad.nl/alphen/dijk-gaat-schuiven-weilanden-in-reeuwijk-onder-water~af466319/

X Noot
2

STOWA, 2 augustus 2021, «Deltafact over Rivierkreeften», https://www.stowa.nl/nieuws/deltafact-over-rivierkreeften

X Noot
6

Website Omroep Gelderland, 12 juli 2021, «Vissers geschokt: ruim 12.000 rivierkreeften gevangen in vijver», https://www.gld.nl/nieuws/7269297/vissers-geschokt-ruim-12000-rivierkreeften-gevangen-in-vijver

X Noot
7

Aanhangsel van de Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 715

Naar boven