Vragen van de leden Sneller (D66) en Ephraim (Groep Van Haga) aan de Ministers van Financiën en Buitenlandse Zaken over de beantwoording van schriftelijke vragen over de benoeming van een nieuw Nederlands lid van de Europese Rekenkamer (ingezonden 27 december 2021).

Antwoord van Minister Kaag (Financiën), mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 31 januari 2022).

Vraag 1

Bent u bereid de procedure voor de werving en selectie van een nieuw lid van de Europese Rekenkamer namens Nederland niet aan te vangen voordat de Kamer gelegenheid heeft gehad hier nader met het kabinet overleg over te voeren? (Aanhangsel handelingen 2021–22, 1207)

Antwoord 1

De procedure voor de werving van een nieuw lid van de Europese Rekenkamer is reeds gestart door middel van een openbare sollicitatieprocedure door Bureau Algemene Bestuursdienst. Hierbij is sprake van een openbaar proces zoals ook bij enkele andere Europese en internationale vacatures heeft plaatsgevonden. Een onafhankelijke en deskundige sollicitatiecommissie zal daarbij de gesprekken voeren en een advies uitbrengen aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en Financiën. Vervolgens zullen deze ministers een kandidaat voordragen aan de ministerraad. Zoals ook aangegeven in de beantwoording van eerdere schriftelijke vragen1 over de benoeming van een nieuw Nederlands lid van de Europese Rekenkamer is het handelen van het kabinet in dezen aan de normale parlementaire controle onderworpen. De daadwerkelijke benoeming vindt plaats door de Raad van de Europese Unie, op basis van een voordracht van de betrokken lidstaat, na raadpleging van het Europees Parlement. In de procedure is aldus de betrokkenheid van een democratisch gekozen volksvertegenwoordiging op EU-niveau gewaarborgd.

Het is de eerste keer dat de sollicitatieprocedure voor het Nederlandse lid bij de Europese Rekenkamer via het Bureau Algemene Bestuursdienst verloopt. Het kabinet zal na afloop van de procedure in overleg met de relevante spelers bezien of de procedure in de toekomst nog verdere vormgeving behoeft.

Vraag 2

Deelt u de mening dat het van belang is dat in het proces van werving en selectie adequate checks and balances zijn ingebouwd in lijn met de aan de functie verbonden onafhankelijkheid?

Antwoord 2

Ja, met bovenstaande procedure is sprake van een onafhankelijk proces met adequate checks and balances.

Vraag 3

Deelt u voorts de mening dat in dit proces de selectie zoveel mogelijk door «peers» plaatsvindt?

Antwoord 3

De selectie zal plaatsvinden door een onafhankelijke en deskundige sollicitatiecommissie.

Naar boven