Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de zaak Ivana Smit (ingezonden 8 december 2021).

Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 21 januari 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1220.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de emotionele oproep van de moeder van Ivana Smit aan het Kabinet er nogmaals bij de Maleisische overheid op aan te dringen dat de zaak van Ivana Smit voortvarend wordt opgepakt?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Herinnert u zich uw eerdere antwoorden op vragen over deze zaak? Kunt u uiteenzetten wat er voor vorderingen in deze zaak zijn gemaakt sinds uw antwoord op deze vragen en kunt u ook aangeven wat u sinds de beantwoording van die vragen heeft gedaan om deze zaak in een stroomversnelling te krijgen?2

Zou u, al dan niet via het openbaar ministerie of op diplomatiek niveau nog iets kunnen betekenen voor de nabestaanden in deze zaak?

Antwoord 2, 3

Waar mogelijk en passend zal het kabinet zich blijven inzetten voor de nabestaanden in deze zaak. Zoals ik in augustus jl. in antwoord op de Kamervragen van het Lid van Nispen (SP) heb aangegeven is door het Landelijk Parket en de Nederlandse ambassade in Maleisië meermaals aandacht gevraagd voor deze zaak.3 Ook heeft Nederland Maleisië waar mogelijk vanuit de rechtshulprelatie ondersteuning geboden aan het onderzoek. Het handelingsperspectief van Nederland is echter zeer beperkt, aangezien het strafrechtelijk onderzoek door het Maleisische Openbaar Ministerie wordt uitgevoerd en inmenging in een buitenlandse rechtsgang ongewenst is. Ik kan mij goed voorstellen dat dit zeer onbevredigend is voor de nabestaanden. De ontwikkelingen in deze zaak worden echter nauwlettend gevolgd en er wordt in de contacten met Maleisië zowel in Maleisië als in Den Haag blijvende aandacht voor gevraagd.


X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 3711

X Noot
3

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 3364

Naar boven