Vragen van de leden Baudet en Kerseboom (beiden FvD) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het niet informeren van de FVD-fractie over de aankoop van De Vaandeldrager (ingezonden 30 december 2021).

Antwoord van Staatssecretaris Uslu (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 17 januari 2022).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Minister lichtte FvD als enige fractie niet in over aankoop Rembrandt»1 van 29 december 2021?

Antwoord 1

Ja

Vraag 2, 3, 4, 5 en 6

Waarom heeft u de FVD-fractie als enige fractie in de Tweede Kamer niet geïnformeerd over de voorgenomen aankoop?

Op basis van welke criteria wordt bepaald of een Kamerfractie recht heeft op vertrouwelijke informatie? Waar kunnen Kamerfracties en burgers kennisnemen van deze criteria?

Is het gebruikelijk dat de FVD-fractie als enige fractie in de Tweede Kamer niet wordt geïnformeerd over bepaalde voornemens of beslissingen van het kabinet? Zo ja, kunt u een overzicht geven van momenten waarop is besloten de FVD-fractie niet te informeren?

Zou u het uitsluiten van de FVD-fractie van vertrouwelijke informatie «kabinetsbeleid» willen noemen? Zo ja, is dit besproken in de ministerraad? Zo nee, kunnen we uw antwoorden op deze vragen dan zien als afwijkend van het kabinetsstandpunt?

Indien dit het geval is, hoe valt dit dan te rijmen met het gegeven dat het kabinet «spreekt met één mond»?

Antwoord 2, 3, 4, 5 en 6

Op 8 december 2021 heeft mijn ambtsvoorganger aan de Tweede Kamer een incidentele suppletoire begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor 2022 gezonden. Deze incidentele suppletoire begroting regelt het budget voor de voorgenomen aankoop van het schilderij De Vaandeldrager van Rembrandt van Rijn door de Staat der Nederlanden. Op deze wijze wordt het parlement in de gelegenheid gesteld hierin tijdig en ten volle zijn rol te spelen.

Voorafgaand aan de indiening van de incidentele suppletoire begroting heeft mijn ambtsvoorganger een inschatting willen maken van de politieke haalbaarheid van het voorstel in deze unieke situatie. In dat kader heeft zij informeel contact opgenomen met vertegenwoordigers van verschillende politieke partijen. Naar ik heb begrepen heeft mijn ambtsvoorganger met betrekking tot de kring van personen een persoonlijke afweging gemaakt. Deze moet mijns inziens los worden gezien van welk kabinetsbeleid dan ook.

Mij zijn geen andere gelegenheden bekend waarin mijn ambtsvoorganger bij consultering van de Kamer tot een vergelijkbare afweging is gekomen.

Vraag 7

Kunt u uitsluiten dat de FVD-fractie in de toekomst nogmaals (als enige fractie in de Tweede Kamer) informatie wordt onthouden door het kabinet?

Antwoord 7

Ik zie daarvoor nu geen aanleiding. Zie ook het antwoord op vraag 2 tot en met 6.

Vraag 8, 9, 10 en 11

Is het gebruikelijk dat ministers persoonlijke of politieke (voor)oordelen over fractievoorzitters of Kamerleden bepalend laten zijn voor het achterhouden van informatie? Zo ja, vindt u dat het achterhouden van informatie van slechts één fractie een oneerlijk speelveld creëert, door de informatieachterstand die dat oplevert? Zo nee, meent u dan niet dat er nu een precedent is geschapen voor dergelijke gang van zaken?

Vindt u dat de uitsluiting van specifieke partijen in het proces van informatievoorziening de democratische legitimiteit van de politieke besluitvorming ten goede komt? Zo ja, kunt u dat toelichten?

Is het niet-informeren van fracties waar u persoonlijke of politieke (voor)oordelen over heeft, onderdeel van de «nieuwe bestuurscultuur»?

Bent u het ermee eens dat u met het selectief achterhouden van informatie het vertrouwen van de burger in de politiek nog verder verslechtert? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 8, 9, 10 en 11

De FVD-fractie heeft met de indiening van de incidentele suppletoire begroting en de daarbij behorende aanbiedingsbrief op basis van dezelfde informatie als alle andere fracties op dat moment ter beschikking stond een oordeel kunnen vellen over de voorgenomen verwerving. Er is daarin geen onderscheid gemaakt. Van een oneerlijk speelveld bij de behandeling van de incidentele suppletoire begroting is dan ook geen sprake.

In het kader van de parlementaire goedkeuring heeft de FVD-fractie daarmee tijdig kennis kunnen nemen van alle relevante informatie over de voorgenomen verwerving van De Vaandeldrager door de Staat der Nederlanden. Naar ik heb begrepen heeft de FVD-fractie niet deelgenomen aan het overleg daarover met mijn ambtsvoorganger en derhalve geen gebruik gemaakt van haar democratisch recht om in debat te gaan over de incidentele suppletoire begroting die de basis vormt voor de verwerving.

Vraag 12

Bent u bereid om de FVD-fractie excuses aan te bieden voor deze bewuste uitsluiting? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 12

Nee. Ik verwijs in dat verband naar de antwoorden op vraag 8 tot en met 11.

Vraag 13

Heeft de FVD-fractie ooit vertrouwelijke informatie van OCW laten lekken? Of enige andere vertrouwelijke informatie? Zo ja, welke informatie? Zo nee, waarom vreest u dat dat wel zou gebeuren op dit dossier – was u wellicht beducht dat de aankoop, ten tijde van een zorgcrisis, een hoogst controversiële beslissing zou blijken te zijn, waartegen de publieke opinie zich weleens zou kunnen keren?

Antwoord 13

Het is mij niet bekend of de FVD-fractie ooit vertrouwelijke informatie van OCW heeft laten lekken. Ik zie overigens geen reden om aan te nemen dat daarvan ooit sprake is geweest.

Vraag 14

Of waren er wellicht bepaalde aspecten en/of belangen van de Rothschild-familie gemoeid bij de besprekingen, waarover u geen kritische vragen wenste te ontvangen?

Antwoord 14

Nee.

Vraag 15, 16 en 17

Hoe beziet u in algemene zin de politieke positionering van de Rothschild-familie?

Hoe verhoudt deze machtige familie zich tot de Nederlandse overheid?

Ziet u de familie als een internationale economische machtsfactor? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe heeft u deze machtsfactor laten meewegen in uw beslissing om in totaal 175 miljoen euro (waarvan in elk geval ca. 150 miljoen euro belastinggeld) aan hen over te maken?

Antwoord 15, 16 en 17

De Rothschild-familie kent een lange culturele geschiedenis, maar staat los van de Nederlands overheid. De Rothschild-familie is omvangrijk en kent vele vertakkingen. Een nadere bespiegeling op de positionering – op welk vlak dan ook – van die familie als zodanig, acht ik niet relevant.

Vraag 18

Heeft u met betrekking tot de aanschaf van De Vaandeldrager een analyse gemaakt van hoe het geld terechtkomt en waar het door de verkoper hoogstwaarschijnlijk voor zal worden aangewend? Zo ja, kunt u deze analyse met ons delen? Zo nee, kunt u dan uitleggen hoe het mogelijk is dat de staat een enorm geldbedrag overmaakt naar buitenlandse particulieren, zonder eerst grondig te onderzoeken of dat geld mogelijk zou kunnen worden ingezet voor doelen die tegen de belangen van de Nederlandse bevolking ingaan?

Antwoord 18

Aan de hand van documentatie van de verkopende partij heb ik kunnen vaststellen dat de begunstigden allemaal directe afstammelingen zijn van één specifieke tak van de Rothschild-familie of daarmee gehuwd. Omwille van de privacy kan ik geen namen van individuele leden van de familie noemen. Op basis van de uitgevoerde verificatie is er voor mij geen reden om te twijfelen aan de motieven voor de verkoop.

Vraag 19

Bent u zich ervan bewust dat u de Rothschild-familie met het bedrag van 175 miljoen euro zou kunnen ondersteunen in het nastreven van hun politieke en maatschappelijke doelstellingen?

Antwoord 19

Er is hier sprake van een zakelijke transactie waarbij de Nederlandse staat een uniek schilderij verwerft. Zoals ik beschrijf in het antwoord op vraag 18 heb ik bij onderhavige transactie geen reden om te twijfelen aan de motieven van de verkopende partij.

Vraag 20

Kunnen we er dus van uitgaan dat het kabinet de politieke doelstellingen van de Rothschild-familie deelt? Zo ja, kunt u dat toelichten? Zo nee, waarom worden er dan zoveel financiële middelen beschikbaar gesteld aan de familie?

Antwoord 20

De beslissing om in onderhandeling te treden over de verwerving van De Vaandeldrager is primair ingegeven door de kwaliteit van het werk en de bijdrage ervan aan de Collectie Nederland. Dezelfde afwegingen zouden zijn gemaakt, wanneer het werk een andere eigenaar zou hebben gehad.

Vraag 21

Was uw beslissing omtrent de aankoop anders uitgepakt indien de verkopende partij bijvoorbeeld Russisch of pro-Russisch was geweest, sceptisch over de climate change agenda, openlijk kritisch op immigratie, Europese eenmaking, enzovoorts – met andere woorden, indien het hier niet ging om een elite-familie die de Great Reset ondersteunt, maar om een potentiële tegenstrever van de huidige globalistische agenda?

Antwoord 21

Zie het antwoord op vraag 20.

Vraag 22

Zijn er behalve financiële tegenprestaties ook andere zaken toegezegd aan de Rothschild-familie, in ruil voor dit schilderij (te denken valt aan beloftes, toezeggingen of politiek-maatschappelijke garanties – maar ook andere zaken, zoals toegang tot topambtenaren, ministers, etc.)?

Antwoord 22

Nee.

Vraag 23

Wie hebben er namens de Nederlandse staat onderhandeld met de Rothschild-familie over de aanschaf van De Vaandeldrager?

Antwoord 23

Ambtenaren van de Ministeries van Financiën en OCW hebben de onderhandelingen gevoerd. Bij het verdere proces waren daarnaast de Nederlandse ambassade in Frankrijk, het Rijksmuseum in Amsterdam en de Vereniging Rembrandt betrokken.

Vraag 24

Wie hebben er namens de Rothschild-familie onderhandeld met de Nederlandse staat over de verkoop van De Vaandeldrager?

Antwoord 24

De verkopende partij heeft zich laten vertegenwoordigen door een advocaat.

Vraag 25

Hebben Nederlandse bewindslieden deelgenomen aan World Economic Forum-activiteiten waar ook leden van de Rothschild-familie aan deelnamen? Zo ja, welke activiteiten waren dat?

Antwoord 25

Dat is mij niet bekend. Voor het overige verwijs ik naar de beantwoording van de Kamervragen over het World Economic Forum door het vorige kabinet.

Vraag 26

Heeft het World Economic Forum, waar zowel Nederlandse bewindslieden als verschillende leden van de Rothschild-familie lid van zijn, op enige manier een faciliterende rol gespeeld in de totstandkoming van de aankoop van De Vaandeldrager?

Antwoord 26

Nee.

Vraag 27

Kunt u een overzicht geven van alle (informele) contactmomenten met (vertegenwoordigers van) leden van de Rothschild-familie gedurende de afgelopen vijf jaar? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 27

In het kader van de onderhandelingen over het aankopen van De Vaandeldrager zijn er geen rechtstreekse contacten geweest tussen mijn ambtsvoorganger of mijn ambtenaren met de Rothschild-familie. Directe contacten, zij het beperkt en met een andere tak van de familie, hebben in 2015 en 2016 wel plaatsgevonden in het kader van de verwerving van Rembrandts huwelijksportretten van Marten en Oopjen.

Vraag 28

Kunt u een overzicht geven van alle historische juridische afspraken, (koop)overeenkomsten, convenanten, enzovoorts, tussen de Nederlandse staat en de Rothschild-familie? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 28

Mij is uitsluitend de koopovereenkomst bekend die tot stand is gekomen in het kader van de verwerving van Rembrandts huwelijksportretten van Marten en Oopjen in 2016.

Vraag 29

Van welk specifiek familielid of van welke specifieke rechtspersoon is De Vaandeldrager overgenomen? Indien dit onder de contractuele geheimhouding valt, kunt u dan aangeven op grond van welke criteria deze geheimhouding tot stand is gekomen?

Antwoord 29

Op dit moment is nog geen sprake van een situatie waarin De Vaandeldrager in eigendom is overgegaan op de Staat der Nederlanden. Met de verkopende partij is in een letter of intent een tijdelijke exclusiviteit voor de Nederlandse staat overeengekomen. Die exclusiviteit houdt in, dat de verkoper tot 31 januari 2022 niet zal onderhandelen met andere partijen dan de Nederlandse staat. Kortheidshalve verwijs ik naar de brief van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 8 december 2021, waarmee zij aan de Tweede Kamer de letter of intent vertrouwelijk heeft toegezonden.

Vraag 30

Hoe is de aankoopprijs van De Vaandeldrager tot stand gekomen?

Antwoord 30

De € 175 miljoen is de vraagprijs die de verkoper heeft gecommuniceerd aan de staat. De verkoper heeft aangegeven niet lager te willen gaan dan deze prijs. Aan het bod gingen de onderhandelingen vooraf die het Rijksmuseum met de verkoper heeft gevoerd. Bij het beoordelen of dit een redelijke prijs was, heeft mijn ambtsvoorganger zich laten leiden door een taxatierapport uit 2018, dat door het Rijksmuseum met haar is gedeeld, en waaruit bleek dat dit een redelijke prijs is.

Topwerken als De Vaandeldrager zijn internationaal zeer geliefd en gezocht door verzamelaars over de hele wereld. Rembrandt is net als Vermeer, Van Gogh, Da Vinci en Picasso hors catégorie. Kunstwerken uit deze «buitencategorie» zijn buitengewoon kostbaar. Het schilderij De kaartspelers van de Franse impressionist Paul Cézanne, is in 2011 verkocht voor $ 259 miljoen. Leonardo’s Salvator Mundi is in 2017 verkocht voor $ 450,3 miljoen. Rembrandts huwelijksportretten van Marten en Oopjen zijn in 2016 voor € 160 miljoen verworven. Deze portretten zijn in opdracht geschilderd toen Rembrandt nog werkzaam was in het atelier van Uylenburgh. De Vaandeldrager is het eerste dat hij als zelfstandig kunstenaar schilderde. De kwaliteit van dit werk van Rembrandt is exceptioneel, zowel artistiek als qua toestand. Bovendien markeert het Rembrandts artistieke doorbraak.

De internationale kunsthandel is grillig en de prijzen voor de belangrijkste unieke kunstwerken laten zich moeilijk een op een met elkaar vergelijken.

Vraag 31

Kunt u, nu de overeenkomst rond is, alle details, correspondentie en documenten m.b.t. de aanschaf vanDe Vaandeldrager openbaren?

Antwoord 31

Zoals toegelicht in het antwoord op vraag 29 is de verwerving nog niet definitief.

Vraag 32

Lopen er momenteel nog meer onderhandelingen met de Rothschild-familie?

Antwoord 32

Voor zover mij bekend niet.

Vraag 33

Hoeveel werken die kunnen worden aangemerkt als Nederlands historisch erfgoed, zoals Rembrandts, zijn op dit moment nog in bezit van de Rothschild-familie? Om welke specifieke werken gaat het? Welke culturele waarde vertegenwoordigen deze werken? Welke financiële waarde vertegenwoordigen deze werken?

Antwoord 33

We houden geen registratie bij van collecties in particulier bezit in het algemeen, alleen van specifieke werken in particulier bezit die speciaal beschermd zijn in het kader van de Erfgoedwet.

Vraag 34

Bent u voornemens om nog meer werken van de Rothschild-familie aan te kopen?

Antwoord 34

Op dit moment niet.

Vraag 35

Kunt u deze vragen tijdig en compleet beantwoorden?

Antwoord 35

Ja.


X Noot
1

Rachel de Meyer, «Minister lichtte FvD als enige fractie niet in over aankoop Rembrandt», NOS, 29 december 2021, https://nos.nl/artikel/2411197-minister-lichtte-fvd-als-enige-fractie-niet-in-over-aankoop-rembrandt

Naar boven