Vragen van het lid Pouw-Verweij (JA21) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Uitspraak in supermarktoorlog Didam bedreigt Nederlandse woningbouw» (ingezonden 3 december 2021).

Mededeling van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 16 december 2021).

Vraag 1

Kent u het artikel «Uitspraak in supermarktoorlog Didam bedreigt Nederlandse woningbouw» uit het Financiële Dagblad van 1 december, en de uitspraak van de Hoge Raad waarover het artikel handelt?1

Vraag 2

Deelt u de conclusie uit het artikel, dat door de gevolgen van deze uitspraak van de Hoge Raad de ambitie om 1 miljoen woningen te bouwen op losse schroeven komt te staan, en kunt u uw antwoord motiveren?

Vraag 3

Deelt u de conclusie dat deze uitspraak voor onzekerheid, extra complexiteit en vertraging leidt voor lopende en/of toekomstige bouwprojecten? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Deelt u de constatering, dat deze uitspraak met terugwerkende kracht ertoe kan leiden dat allerlei partijen schadeclaims kunnen indienen, omdat het in voorkomende gevallen om één-op-één-transacties gaat?

Vraag 5

Mocht deze uitspraak tot vertraging in woningbouw leiden, hoe wil het kabinet er dan voor zorgen dat deze vertraging ingehaald wordt?

Vraag 6

Deelt u de mening dat, mocht deze zaak wederom procedurele vertragingen opleveren in de woningbouwprojecten, het kabinet samen met decentrale overheden er alles aan moet doen om de aanbestedings-, verkoop- en bouwprocessen te versnellen om de woningbouw op peil te houden?

Mededeling

Met deze brief laat ik u laten weten dat een zorgvuldige beantwoording van de vragen van het lid Pouw-Verweij (JA21), ingezonden op 3 december met kenmerk 2021Z22508, over het bericht in het Financieel Dagblad over de »Uitspraak in supermarktoorlog» helaas meer tijd vraagt vanwege overleg met partijen. Het is daarom niet mogelijk om de antwoorden binnen de termijn van 3 weken aan u te verstrekken. Ik streef ernaar u de antwoorden toe te sturen binnen de beantwoordingstermijn van 6 weken na ontvangst van de Kamervragen.

Naar boven