Vragen van de leden Van Campen en Valstar (beiden VVD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de berichten «Dode en gewonde schapen in Vlijmen, waarschijnlijk door wolf» en «Duitsland pleit voor intensievere jacht op wolf» (ingezonden 24 november 2021).

Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 14 december 2021).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht: «Dode en gewonde schapen in Vlijmen, waarschijnlijk door wolf?»1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat vindt u van de stelling dat provincies meer hulp moeten bieden aan veehouders die slachtoffer zijn geworden van een wolf?

Antwoord 2

Preventie is het beste middel om wolven te weren. De provincies bieden waar mogelijk hulp aan veehouders aan. Onder meer door de activiteiten vanuit de provinciale wolvencommissies: subsidieregelingen voor het inzetten van preventieve middelen, het geven van informatie en voorlichtingsactiviteiten, het ter beschikking stellen zgn. noodrasters (tijdelijke uitleen van wolfwerende rasters), de inzet van wolvenconsulenten en preventieteams.

Het kan helaas nooit worden uitgesloten dat een wolf onbeschermd vee aanvalt. BIJ12 verleent in dat geval, namens de provincies, tegemoetkoming in schade. Op verzoek van BIJ12 hebben de Gezondheidsdienst voor Dieren en de Wageningen University & Research (WUR) advies uitgebracht over waardebepaling en taxatie. Op basis hiervan heeft BIJ12 de «richtlijn taxatie en prijzen bij wolvenschade» vastgesteld. De richtlijn bestaat uit elf uitgangspunten voor de uitvoering van de taxatie, waardebepaling van schapen en het verlenen van tegemoetkomingen. BIJ12 zet de richtlijn in voor het verlenen van een tegemoetkoming in wolvenschade in de schapenhouderij. Deze procedure vind ik zorgvuldig en gedegen.

Ik ben van mening dat deze hulp bij de preventie en de financiële tegemoetkoming bij schade voldoende zijn.

Vraag 3

Indien u het eens bent, hoe zou die hulp er wat u betreft dan uit moeten zien? Indien u het hier niet mee eens bent, waarom niet?

Antwoord 3

Zoals ik bij vraag 2 heb geantwoord, is de bestaande procedure afdoende.

Vraag 4

Heeft u begrip voor de zorgen die leven bij boeren over het gevaar van de wolf voor hun vee? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke rol ziet u hierbij weggelegd voor de rijksoverheid en/of provincies om deze zorgen weg te nemen?

Antwoord 4

Ik begrijp de zorgen die bij boeren leven. We moeten vooral leren samenleven met de wolf en tegelijk manieren ontwikkelen om gehouden dieren te beschermen. Het komende jaar zal daarom worden ingezet op meer voorlichting en communicatie over de wolf in Nederland en over preventiemethoden.

Vraag 5

Hoeveel meldingen van aanvallen door wolven zijn er de afgelopen jaren gedaan? Komen de beelden die circuleren van aangevallen vee overeen met de gemelde en aangetoonde toename in aanvallen van de wolf?

Antwoord 5

Het aantal meldingen van een vermoedelijke aanval en het aantal daadwerkelijk vastgestelde aanvallen door een wolf bedroegen in de afgelopen jaren:

2021 (tot 6 dec)

123

59 vastgesteld (41 nog niet bekend)

2020

139

95 vastgesteld

2019

44

25 vastgesteld

2018

60

44 vastgesteld

2017

11

9 vastgesteld

2016

3

0 vastgesteld

2015

4

4 vastgesteld

De toename in deze aantallen is in lijn met het toegenomen aantal wolven dat zich in Nederland heeft gevestigd.

Vraag 6

Op welke wijze zijn veehouders de afgelopen wijze gecompenseerd voor schade en wat is hier de (financiële) omvang van?

Antwoord 6

De wijze waarop de veehouders worden gecompenseerd, is vastgelegd in het Interprovinciale Wolvenplan. Uitwerking hiervan is vastgelegd in de «richtlijn taxatie en prijzen bij wolvenschade».

De interprovinciale uitvoeringsorganisatie BIJ12 voert namens de provincies de afhandeling van de schade en de tegemoetkomingen uit. De omvang van de uitgekeerde tegemoetkoming per jaar (schadeveroorzakende diersoort wolf en goudjakhals) bedragen:

2021 (tot 6 dec)

€ 11.354,73

2020

€ 74.320,69

2019

€ 28.590,16

2018

€ 32.683,00

2017

€ 10.777,00

2015

€ 1.515,00

Vraag 7

Wat is de reden geweest om de tegemoetkomingsregeling schade door wolf te verlengen tot 1 januari 2023 en waarom zijn veehouders nog niet verplicht om preventieve, wolfwerende maatregelen te nemen?2

Antwoord 7

Uit het Interprovinciale Wolvenplan volgt dat tot 1 januari 2022 een tegemoetkoming in de schade wordt verstrekt voor wolvenschade. Deze regeling is met één jaar verlengd omdat in 2022 een geactualiseerd nieuw wolvenplan zal verschijnen. Eventuele heroverweging van de tegemoetkomingsregeling is pas dan aan de orde als het (nieuwe) beleid hiertoe is vastgesteld.

Bescherming van vee tegen predatie door wolven is een verantwoordelijkheid van dierhouders zelf. Op grond van artikel 1.6 lid 3 van het Besluit houders van dieren moet een houder zijn dieren, indien nodig, beschermen tegen roofdieren.

Vraag 8

Is hierover contact geweest met individuele veehouders en de agrarische sector? Zo nee, waarom niet? Zo ja, beamen zij dat die periode voor veehouders voldoende is voor het nemen van toereikende maatregelen? Hoe kijkt u hier zelf naar?

Antwoord 8

De ontwikkelingen in het wolvenbeleid zijn onderwerp van gesprek in het Landelijk Overleg Wolf en de respectievelijke provinciale wolvencommissies. Hierin neemt de agrarische sector, naast andere maatschappelijke organisaties, deel.

Vraag 9

Wat bent u voornemens met de tegemoetkomingsregeling na 1 januari 2023? Op welke wijze wordt dan bepaald of een veehouder voldoende preventieve maatregelen heeft genomen?

Antwoord 9

De bevoegdheid om schade uit te keren is neergelegd bij de provincies. De uitkomst van een eventuele heroverweging van de tegemoetkomingsregeling is nog niet bekend. Dit is onderdeel van de vaststelling van het nieuwe wolvenbeleid waarover in 2022 een geactualiseerd interprovinciaal wolvenplan zal verschijnen.

Vraag 10

In hoeverre laat de situatie in Nederland zich vergelijken met andere EU-lidstaten met een wolvenpopulatie? In welke lidstaten worden er ook beheersmaatregelen genomen? Waarom oordeelt de Europese Commissie in die gevallen dat beheersmaatregelen gerechtvaardigd zijn? Zijn preventieve maatregelen in die lidstaten niet voldoende gebleken?

Antwoord 10

Vanwege grote verschillen in aantallen wolven, beleid op landelijk of regionaal niveau, aard en omvang van de natuur, veedichtheid, historische ervaring met grote roofdieren en maatschappelijk draagvlak is de situatie in de verschillende lidstaten moeilijk met elkaar te vergelijken.

In een aantal Europese lidstaten zoals Duitsland, Frankrijk, Zweden, Finland, Slowakije en Griekenland worden beheersmaatregelen genomen.

Uitzonderingen op de bescherming van de wolf kunnen alleen worden toegestaan met inachtneming van de betreffende regels onder het Verdrag van Bern en de Habitatrichtlijn, waarbij in elk voorkomend geval op basis van maatwerk aan drie cumulatieve criteria voldaan moet worden: (1) er moet sprake zijn van een in het Verdrag van Bern c.q. Habitatrichtlijn genoemd doel (bijvoorbeeld onderzoek, openbare veiligheid of het voorkomen van ernstige schade aan vee); (2) bevredigende alternatieven voor het beoogde ingrijpen ontbreken; en (3) het ingrijpen staat niet in de weg aan het bereiken van een goede staat van instandhouding. Vooral deze laatste twee eisen maken afschot van een gezonde wolf al snel problematisch. Het is regelmatig voorgekomen dat lidstaten in dit verband op de vingers getikt zijn door de Europese Commissie voor afschot van wolven of andere grote roofdieren dat niet in overeenstemming was met de internationale regels.

Veebeschermingsmaatregelen werken in principe goed, maar de effectiviteit en inzetbaarheid ervan zijn zeer situatiegebonden. Factoren zoals het terreinprofiel, grootte van de te beschermen kudde, veesoort en type begrazing spelen een rol bij de effectiviteit van maatregelen. Er is echter veel te winnen bij betere preventie, vooral wanneer de veehouder deskundige ondersteuning krijgt bij de keuze en de uitvoering van de maatregelen.

Vraag 11

Bent u bekend met het bericht: «Duitsland pleit voor intensievere jacht op wolf»?3

Antwoord 11

Ja.

Vraag 12

Hoeveel wolven zijn er de afgelopen jaren in Duitsland afgeschoten? Hoe beluistert u dit pleidooi en is dit volgens u ook, zo niet in de toekomst, van toepassing op de Nederlandse situatie?

Antwoord 12

Vanaf 2008 zijn 8 wolven geschoten in Duitsland. Ontheffingen kunnen worden verstrekt voor het afschieten van wolven die ongewenst gedrag vertonen richting mensen, voor wolven die ondragelijk lijden of niet zelfstandig kunnen overleven in het wild of voor wolven die herhaaldelijk goed beschermd vee aanvallen.

Deels zal dit ook voor Nederland in de toekomst van toepassing kunnen zijn, bijvoorbeeld in het geval van gehabitueerde of anderszins voor mensen gevaarlijke wolven. Er is momenteel geen onderzoek dat een causaal verband aantoont tussen legaal afschot van wolven en vermindering van predatie op vee. De mogelijkheid die in het buitenland via derogaties geboden wordt voor legaal afschot zijn vaak ook bedoeld om het draagvlak voor wolven te vergroten in conflictsituaties. Aangezien wolven territoriaal zijn hangt het optreden van schade aan vee samen met de aanwezigheid van wolven en niet zozeer met de aantallen die aanwezig zijn in een territorium of gebied. Afschot van één of enkele dieren heeft daarom slechts een zeer beperkt of geen effect.

Vraag 13

Welke overige maatregelen denkt u te kunnen nemen om aanvallen van de wolf op vee te verminderen en op welke rol ziet u daarbij weggelegd voor de verschillende overheden?

Antwoord 13

De beste manier om aanvallen van een wolf op vee te voorkomen is om preventieve maatregelen te nemen. Hierbij kan gedacht worden aan het ’s nachts op stal zetten van vee, het afzetten van een gebied met fladderlinten of met stroomrasters van voldoende hoogte. Meer informatie hierover is voor veehouders te vinden op de website van BIJ12. Een betere begeleiding en voorlichting van veehouders om de gewenste preventieve maatregelen ook deugdelijk te plaatsen is hierbij van belang. Dit is een primaire taak voor de provincies. De provincie kan veehouders ook helpen met het tijdelijk uitlenen van wolfwerende noodrasters op het moment dat een wolf daadwerkelijk aanwezig is.

Vraag 14

Kunt u bovenstaande vragen één voor één beantwoorden?

Antwoord 14

Ja.


X Noot
1

NOS, 18 november 2021, «Dode en gewonde schapen in Vlijmen, waarschijnlijk door wolf,» https://nos.nl/index.php/artikel/2406131-dode-en-gewonde-schapen-in-vlijmen-waarschijnlijk-door-wolf

X Noot
2

BIJ12, 25 oktober 2021, «Tegemoetkomingsregeling schade door wolf verlengd», https://www.bij12.nl/nieuws/tegemoetkomingsregeling-schade-door-wolf-verlengd/.

X Noot
3

Nieuwe Oogst, 25 augustus 2021, «Duitsland pleit voor intensievere jacht op wolf», https://www.nieuweoogst.nl/nieuws/2021/08/25/duitsland-pleit-voor-intensievere-jacht-op-wolf

Naar boven