Vragen van de leden Simons (BIJ1) en Kuzu (DENK) aan de Minister van Buitenlandse
Zaken over de administratieve detentie van Palestijnen (ingezonden 19 november 2021).
Antwoord van Minister Knapen (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 13 december 2021).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het feit dat momenteel meer dan 500 Palestijnen door de Israëlische
staat worden vastgehouden in onbepaalde administratieve detentie, zonder aanklacht,
proces of veroordeling?
Vraag 2
Bent u op de hoogte van het feit dat van deze groep momenteel zes gevangenen in acuut
levensgevaar verkeren omdat zij in hongerstaking zijn tegen hun onwettelijke vasthouding?
Antwoord 2
Op moment van schrijven hebben vijf van de zes gevangenen hun hongerstaking beëindigd
en een overeenkomst gesloten met de Israëlische autoriteiten, waarbij hun administratieve
detentie niet langer wordt verlengd. In elk geval is één van hen inmiddels vrijgelaten
uit de gevangenis. De verwachting is dat de andere vier binnen enkele weken of maanden
op vrije voeten worden gesteld. Of de laatste van de zes gevangenen ook een overeenkomst
zal sluiten met de Israëlische autoriteiten is niet bekend.
Vraag 3, 4
Wat is uw reactie op deze specifieke situatie?
Erkent u dat Israël hiermee grove mensenrechtenschendingen begaat, waaronder schending
van het Vierde Verdrag van Genève en het VN Verdrag tegen Foltering, dat Israël zelf
geratificeerd heeft? Zo niet, waarom niet?
Antwoord 3, 4
Nederland en de EU achten de specifieke situatie, en in bredere zin het veelvuldig
gebruik van administratieve detentie, zorgelijk en onderstrepen in gesprekken met
de Israëlische autoriteiten met regelmaat het belang van een eerlijke rechtsgang.
Op basis van het internationaal recht is detentie om dwingende redenen van veiligheid,
zonder dat dit samenhangt met een strafrechtelijk proces, geoorloofd als een uitzonderlijke
maatregel. Een dergelijke detentie dient conform internationaalrechtelijke waarborgen
te worden uitgevoerd, zonder willekeur. Nederland en de EU dringen aan op strikte
naleving van deze waarborgen.
Vraag 5, 6, 7
Bent u bereid om deze illegale detenties in de sterkste bewoordingen te veroordelen
en de Israëlische regering met klem te verzoeken om onwettig gedetineerde Palestijnen
per direct vrij te laten? Zo niet, waarom niet?
Bent u bereid om binnen de Europese Unie en de Verenigde Naties een voortrekkersrol
in te nemen in het veroordelen van administratieve detentie en het opleggen van sancties
aan de staat Israël voor het niet vrijlaten van illegaal gedetineerde Palestijnen?
Zo niet, waarom niet?
Welke middelen gaat u inzetten om administratieve detentie van Palestijnen door Israël
te beëindigen?
Antwoord 5, 6, 7
De Nederlandse regering hecht aan de strikte naleving van de internationaalrechtelijke
bepalingen omtrent detentie en dit wordt in de contacten met Israël op verschillende
niveaus regelmatig uitgedragen. Zoals gesteld in de beantwoording van vragen 3 en
4 dringen Nederland en de EU aan op strikte naleving van de waarborgen die verbonden
zijn aan administratieve detentie. Ook het afgelopen jaar is dit door zowel de EU
delegatie als de Nederlandse ambassade in Tel Aviv in verschillende contacten met
de Israëlische autoriteiten aangekaart. Daarnaast heeft Nederland de afgelopen jaren
verschillende organisaties gesteund die zich inzetten voor de rechten van Palestijnse
gevangenen in Israël, met name gericht op minderjarigen. Projecten die door Nederland
gesteund worden richten zich op bescherming tegen misbruik en slechte behandeling,
het recht op een eerlijk proces, en adequate voorzieningen in detentie.
Vraag 8, 9
Wat betekenen de structurele mensenrechtenschendingen, onderdrukking van de Palestijnen
en bezettingen van Palestijns grondgebied door Israël voor de Nederlandse houding
ten opzichte van het Europese Associatieverdrag met Israël?
Is Nederland bereid om op Europees niveau te pleiten voor het opbreken van dit verdrag?
Waarom wel of waarom niet?
Antwoord 8, 9
Het Associatieakkoord met Israël is een overeenkomst die als basis fungeert voor een
veelomvattende dialoog met de Israëlische regering. Juist ook gevoelige thema’s, zoals
schendingen van het internationaal recht door Israël, kunnen binnen het kader van
het Associatieakkoord gezamenlijk worden geadresseerd door de EU en haar lidstaten,
bijvoorbeeld tijdens de Associatieraden. Nederland is voorstander van hervatting van
die Associatieraad, enerzijds om recht te doen aan de diepe en brede relatie tussen
de EU en Israël, maar ook om gevoelige kwesties te kunnen bespreken waar we het niet
over eens zijn, zoals uitbreidingen van nederzettingen, minderjarigen in detentie
en uithuiszettingen.