Vragen van het lid Van Ginneken (D66) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het nader toegestuurde antwoord van de Minister op vragen over het gebruik van gezichtsherkenningssoftware door de politie van het omstreden bedrijf Clearview AI (ingezonden 25 oktober 2021).

Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 13 december 2021).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Heeft de politie iets te verbergen?» van Bits of Freedom?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Herinnert u zich nog dat op 28 september 2021 in antwoorden op Kamervragen van de leden Van Ginneken (D66) en Bouchallikht (Groenlinks), mede namens u het volgende is aangegeven: «Biometrische surveillance, in de zin van realtime gezichtsherkenning, wordt op dit moment in Nederland niet gedaan.»?2

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3

Waarom heeft u er voor gekozen om naderhand dit antwoord te herformuleren naar «Voor het gebruik van biometrische surveillance in de publieke ruimte door de politie, in de zin van real time gezichtsherkenning, wordt op dit moment in de politieorganisatie geen toestemming gegeven»?3

Antwoord 3

Alle vragen waren beantwoord vanuit de optiek van de politie en het leek mij, mede omdat de vraag zich richt op surveillance, duidelijk dat we het in de zin die u in vraag 2 herhaalt over de politie hadden. Die zin kan echter ook breder worden opgevat en dan is die stelling niet helemaal juist. Ik heb getracht dat recht te zetten met een herstelbrief.

Identificatie met behulp van realtime gezichtsherkenningstechnologie vindt namelijk wél plaats in Nederland. In de private en publieke ruimte, bijvoorbeeld op Schiphol bij de eGates (automatische selfservice grenscontrole)4. Daarnaast wordt realtime gezichtsherkenning bijvoorbeeld gebruikt als identificatiemechanisme op mobiele telefoons.

Vraag 4

Hoe moet «real time» in deze herformulering geïnterpreteerd worden en valt een toepassing als Clearview daar wel of niet onder?

Antwoord 4

Ik bedoel met «real time» dat de registratie van de biometrische gegevens, de vergelijking en de identificatie allemaal ogenblikkelijk, bijna ogenblikkelijk of in ieder geval zonder noemenswaardige vertraging gebeurt. Deze omschrijving is in lijn met de definitie die de Europese Commissie gebruikt in de conceptverordening over Artificial Intelligence.5

Het is mij niet bekend of het mogelijk is om met gebruik van de Clearview-software real-time een persoon op een afbeelding te identificeren. Of dit mogelijk is, is wat mij betreft niet relevant. Zoals ik eerder heb aangegeven is het gebruik van de Clearview-software niet verenigbaar met de relevante wettelijke bepalingen en zou dit in strijd zijn met onze grondrechten.

Vraag 5

Hoe moet «op dit moment» in deze herformulering geïnterpreteerd worden?

Antwoord 5

Hiermee wordt bedoeld dat de politie op dit moment geen gebruik maakt van realtime gezichtsherkenning in de publieke ruimte.

Vraag 6

Is er op eerdere momenten wel toestemming gegeven? Zo ja, hoe vaak? Hoe was het mogelijk dat u hier niet eerder van op de hoogte was?

Antwoord 6

Nee.

Vraag 7

Kan dit betekenen dat er in de toekomst wel toestemming gegeven zal worden?

Antwoord 7

Zoals ik in mijn brief aan uw kamer van 20 november 20196 al heb geformuleerd, sta ik open voor verdere ontwikkeling van deze technologie, onder voorwaarde dat er geen twijfel is over het wettelijk kader dat van toepassing is en dat alle noodzakelijke (technische en organisatorische) waarborgen zijn getroffen. Ik vind het ook belangrijk dat er voordat een nieuwe toepassing van gezichtsherkenningstechnologie bij de politie operationeel wordt ingezet, goed is nagedacht over de vragen van juridisch-ethische aard.

Het systeem Catch is de enige applicatie die de politie gebruikt waarin biometrische gezichtsherkenningstechnologie wordt toegepast. De politie hanteert een interne beleidslijn dat andere vormen van gezichtsherkenningstechnologie binnen de politie alleen mogen worden ingezet na een positief advies op basis van een juridisch/ethische toets, dit ter beoordeling van de portefeuillehouder Ethiek en Privacy en de portefeuillehouder Digitalisering. Dit heeft nog niet geleid tot goedkeuring van een ander gebruik van biometrische gezichtsherkenningstechnologie dan Catch. Indien hier verandering in zou komen wordt uw Kamer hierover geïnformeerd.

Vraag 8

Is u bekend geworden dat de politie gebruik heeft gemaakt van deze surveillance zonder toestemming? Zo ja, hoe vaak? waarom heeft u dit niet eerder aangegeven?

Antwoord 8

Nee, de politie heeft mij laten weten dat zij geen gebruik maken van realtime gezichtsherkenningstechnologie ten behoeve van surveillancetaken.

Vraag 9

Bent u op de hoogte van het feit dat de politie zegt niet te kunnen uitsluiten dat individuele medewerkers gebruik maken van deze technologie? Zo ja, wat doet u om te voorkomen dat er in de toekomst ongeoorloofd gebruik wordt gemaakt van deze technologie?

Antwoord 9

Ik begrijp uit uw vraag dat u met deze technologie het gebruik van realtime gezichtsherkenningstechnologie bedoelt.

Binnen de politieorganisatie gelden er vele afspraken en procedures waar de politiemedewerkers zich aan moeten houden, waaronder de in mijn antwoord op vraag 7 genoemde interne beleidslijn over het gebruik van gezichtsherkenningstechnologie door de politie. In een grote organisatie als de politie is het praktisch niet mogelijk om doorlopend individuele medewerkers in de gaten te houden. In het antwoord van de Minister voor Rechtsbescherming op de Kamervragen over gezichtsherkenningstechnologie van 27 augustus werd om die reden gesteld dat niet is uit te sluiten dat een individuele politiemedewerker een keer de website van Clearview AI heeft bezocht en een aantal bevragingen heeft gedaan. Dat betekent niet dat het systeem operationeel is ingezet. Er wordt geen gebruik gemaakt van deze technologie voor het politiewerk.

Vraag 10

Op welke manier houdt de politie voldoende grip op het gebruik van ingrijpende technologie door individuen? Is dit volgens u voldoende om ongewenst en/of onwettig gebruik te voorkomen?

Antwoord 10

In mijn antwoord op vraag 7 geef ik aan welke procedure er moet worden doorlopen voordat er gezichtsherkenningstechnologie, anders dan Catch, mag worden toegepast in de operationele processen.

Voorafgaand aan de start van een verwerking, in het bijzonder een verwerking waarbij nieuwe technologieën worden gebruikt en die waarschijnlijk een hoog risico voor de rechten en vrijheden van personen oplevert geldt dat hierbij ook een Gegevensbeschermingseffectbeoordeling (GEB) moet worden uitgevoerd om de risico´s voor rechten en vrijheden van personen in kaart te brengen.

Deze procedure geeft mij voldoende vertrouwen.

Vraag 11

Bent u op de hoogte van de berichtgeving dat in landen als België, Finland en Zweden toch gebruik is gemaakt van deze technologie door de politie nadat dit eerst ontkend werd?

Antwoord 11

Ja.

Vraag 12

Bent u het er mee eens dat transparantie over het gebruik van gezichtsherkenning en andere vergaande surveillancetechnologie door de politie erg belangrijk is voor het vertrouwen in deze instantie?

Antwoord 12

Ja.

Vraag 13

Kunt u iedere vraag afzonderlijke beantwoorden?

Antwoord 13

Ja.

Vraag 14

Kunt u deze vragen beantwoorden alvorens de begrotingsbehandeling van het Ministerie van Justitie en Veiligheid?

Antwoord 14

Ik heb me ingespannen om u voor de begrotingsbehandeling mijn antwoorden te sturen. Het spijt me dat dat niet is gelukt.


X Noot
1

Bits of Freedom, 20 oktober 2021, «Heeft de politie iets te verbergen?», https://www.bitsoffreedom.nl/2021/10/20/heeft-de-politie-iets-te-verbergen/

X Noot
2

Aanhangsel van de Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 105

X Noot
3

Nader antwoord, 13 oktober 2021, documentnr. 2021D38311

X Noot
6

Kamerstukken 32761 30 821 nr. 152.

Naar boven