Vragen van het lid Kuiken (PvdA) aan de Minister-President over het artikel «Kabinet gaat noodtoestand gebruiken voor avondklok» (ingezonden 6 november 2020).

Antwoord van Minister Rutte (Algemene Zaken) (ontvangen 2 december 2020)

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Kabinet gaat noodtoestand gebruiken voor avondklok»?1

Antwoord 1

Ja

Vraag 2

Is het waar dat u in verband met het mogelijk instellen van een avondklok in het kader van de coronamaatregelen de Wet Buitengewone Bevoegdheden Burgerlijk Gezag wilt activeren?

Antwoord 2

Nee

Vraag 3

Hoe verhoudt een en ander zich tot de door u tijdens de persconferentie van afgelopen maandag gewekte indruk dat, als al sprake zou zijn van een avondklok, deze «vrijwillig» zou zijn?

Antwoord 3

Ik heb tijdens de persconferentie niet gesproken van een vrijwillige avondklok.

Vraag 4

Is in het kader van genoemde Wet Buitengewone Bevoegdheden Burgerlijk Gezag, zoals in het artikel aangegeven, sprake van besluitvorming «buiten het parlement om»? Zo nee, hoe gaat besluitvorming dan plaatsvinden? Zo ja, vindt u dat in lijn met hetgeen vanuit het parlement bij de behandeling van de onlangs aangenomen Tijdelijke Wet Maatregelen COVID-19 is aangegeven en uiteindelijk in de vorm van een amendement ook in die wet is neergelegd, namelijk dat in voorkomende gevallen sprake dient te zijn van een toetsende rol van het parlement?

Antwoord 4

Het activeren van noodbevoegdheden geschiedt bij koninklijk besluit. Artikel 1, tweede lid, van de Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag bepaalt dat onverwijld na het nemen van dat besluit een voorstel van wet aan de Tweede Kamer wordt gezonden omtrent het voortduren van de werking van de bij het besluit in werking gestelde bepalingen.

Vraag 5

Bent u bereid elke mogelijke besluitvorming in dezen te doen plaatsvinden conform het in de Tijdelijke Wet Maatregelen COVID-19 bepaalde omtrent de rol van het parlement?

Antwoord 5

Indien onverhoopt binnen de huidige crisis het instellen van een avondklok noodzakelijk wordt geacht, en de bevoegdheid daartoe dus bij koninklijk besluit moet worden geactiveerd, zal van het voornemen daartoe mededeling worden gedaan aan de Staten-Generaal, zodat daarover desgewenst tussen regering en Staten-Generaal van gedachten kan worden gewisseld, tenzij de vereiste spoed zich daartegen zou verzetten.

Vraag 6

Wilt u deze vragen per ommegaande beantwoorden?

Antwoord 6

Als gevolg van de met de afstemming van de beantwoording gemoeide tijd is het niet gelukt de vragen per ommegaande te beantwoorden.

Naar boven