Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming over een resocialisatietraject in de Oostvaarderskliniek (ingezonden 7 augustus 2020).

Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 21 september 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3915.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de berichten rondom de strafzaak van Michel B. en de rol van de Oostvaarderskliniek in aanloop naar de strafbare feiten waarvoor Michel B. terechtstaat?1 2

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Klopt het dat het (concept)rapport vernietigend is over het resocialisatietraject van Michel B. in de Oostvaarderskliniek? Is het waar dat de Inspectie Justitie en Veiligheid (IJenV) concludeert dat de kliniek onvoldoende de regie op het resocialisatietraject heeft gevoerd, er geen enkel toezicht was op de financiën van B. of de mensen met wie hij omging, en het tekort aan passende voorzieningen reden had moeten zijn voor intensief risicomanagement en regie? Wat is uw reactie hierop?

Antwoord 2

Het rapport van de Inspectie JenV (hierna: de inspectie) bevindt zich nog in de wederhoorfase. In deze fase wordt de conceptrapportage onder embargo voorgelegd bij betrokken partijen ter controle op feitelijke onjuistheden, waarna de inspectie het rapport nog kan aanpassen. Het past mij niet te reageren op een conceptversie en wacht daarom het definitieve rapport van de inspectie af. Daarop kunt u van mij een zorgvuldige reactie verwachten.

Vraag 3

Wanneer heeft u (al dan niet op hoofdlijnen) voor het eerst kennisgenomen van deze harde conclusies? Wat zegt dit volgens u over de mogelijke risico’s ten aanzien van andere trajecten?

Antwoord 3

De Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) heeft het conceptrapport in wederhoor ontvangen op 6 juli 2020.

Op 23 juli 2020 zijn mijn ambtenaren door de inspectie geïnformeerd dat conceptbevindingen uit het incidentonderzoek mogelijk aan de orde zouden worden gesteld in de strafzaak.

Na een incident wordt altijd intern onderzoek gedaan naar de toedracht daarvan. Dat heeft de Oostvaarderskliniek in dit geval ook gedaan en naar aanleiding daarvan zijn maatregelen ter verbetering getroffen. Zo is een multidisciplinaire trajectcommissie ingevoerd om betere tegenspraak te organiseren bij resocialisatietrajecten en belangrijke informatie beter wordt gedeeld. De inspectie monitort de voortgang hiervan.

Zoals ik in het antwoord op vraag 2 heb aangegeven, wacht ik het definitieve rapport af voordat ik richting uw Kamer reageer op de conclusies van de inspectie.

Vraag 4

Zijn deze problemen volgens u uniek voor de Oostvaarderskliniek? Is dit voor u reden om per direct maatregelen te nemen om de veiligheid te waarborgen?

Antwoord 4

De Oostvaarderskliniek heeft zelf direct onderzoek gedaan en naar aanleiding daarvan verbetermaatregelen genomen, zoals in het antwoord op vraag 3 is aangegeven. De inspectie ziet daarop toe.

Vraag 5

Op welke manier draagt u er zorg voor dat Forensische Psychiatrische Centra (FPC’s) en Forensische Psychiatrische Klinieken (FPK’s) hun resocialisatietrajecten op orde hebben en de samenleving dus optimaal beschermen tegen mogelijk gevaar?

Antwoord 5

Veiligheid van de samenleving staat altijd voorop. De tbs-maatregel is erop gericht herhaling van het misdrijf in de toekomst te voorkomen en de patiënt op veilige en verantwoorde wijze terug te laten keren in de samenleving. Verlof is daarin een essentieel onderdeel. Door het stapsgewijs toestaan van meer vrijheden kan op een verantwoorde wijze worden toegewerkt naar de terugkeer van een tbs-gestelde in de samenleving en worden de maatschappelijke risico’s tot een minimum beperkt. Verlof is gebaseerd op wetenschappelijk onderbouwde risico-taxatie instrumenten en wordt alleen verleend indien de behandeling voldoende is gevorderd en de veiligheid dit toelaat. Bij verlofaanvragen voor tbs-gestelden wordt altijd vooraf advies gevraagd aan het onafhankelijke Adviescollege Verloftoetsing TBS (AVT). Het AVT betrekt nadrukkelijk de maatschappelijke veiligheid bij zijn advies. Verlof wordt alleen verleend indien de behandeling voldoende is gevorderd en de veiligheid dit toelaat. Als het AVT een negatief advies geeft, wordt de verlofaanvraag niet toegekend.

Vraag 6

Hoe kan het volgens u dat de Oostvaarderskliniek zich genoodzaakt zag een onafhankelijk onderzoek in te stellen nadat Michel B. was opgepakt voor de strafbare feiten waar hij nu voor terechtstaat, en uit dat onderzoek (dus niet het inspectierapport van de IJenV) stevige verbeterpunten naar voren kwamen op het gebied van bijvoorbeeld informatie-uitwisseling en het duidelijk beleggen van taken en verantwoordelijkheden? Waarom is er eerst een ernstig incident nodig om dit soort dingen bloot te leggen?3

Antwoord 6

In geval van een ernstig incident of calamiteit is het gebruikelijk dat de kliniek een intern onderzoek uitvoert, meestal onder extern voorzitterschap. Er wordt in de forensische zorg steeds gestreefd naar het verbeteren van de tenuitvoerlegging van de forensische zorg en het is van belang om van incidenten te leren om herhaling te voorkomen. Dat is ook wat de Oostvaarderskliniek in dit geval heeft gedaan.

Vraag 7

Welke onderzoeken en rapporten, in deze zaak maar ook naar resocialisatie in bredere zin, kan de Kamer de komende tijd wanneer precies verwachten? Is het wel verantwoord om met uw beleidsreactie en mogelijke maatregelen daarop te wachten?

Antwoord 7

De Inspectie JenV onderzoekt momenteel in een thema-onderzoek de besluitvorming over het verlenen van vrijheden aan tbs-gestelden. De resultaten van het incidentonderzoek kunnen betrokken worden bij het thema-onderzoek. Het rapport naar aanleiding van het thema-onderzoek wordt, evenals het definitieve incidentrapport, later dit jaar verwacht.

Ik wil zowel het incidentrapport als het thema-onderzoek zorgvuldig bestuderen en daarop reageren. Dat kan zodra ik de definitieve rapporten van de inspectie heb ontvangen. Dit betekent niet dat ik stil zit. De afgelopen kabinetsperiode zijn, samen met de sector, veel stappen gezet en afspraken gemaakt om veiligheid en kwaliteit in de forensische zorg in het algemeen te verbeteren. In mijn brief van 24 juni 2020 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de stand van zaken daarvan.

Vraag 8

Kunt u deze vragen afzonderlijk, en uiterlijk binnen twee weken beantwoorden?

Antwoord 8

Ik heb de vragen afzonderlijk beantwoord. Ik streef er altijd naar om Kamervragen zo snel mogelijk te beantwoorden.

Naar boven