Vragen van het lid Terpstra (CDA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
over bouwlocaties in Noord-Holland (ingezonden 10 september 2020).
Mededeling van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
28 september 2020).
Vraag 1
Kent u de berichten «Over dingen die blijven»1 en «Laat ons bouwen»?2
Vraag 2
Wat is uw reactie op het bericht dat de provincie Noord Holland in de nieuwe Omgevingsverordening
32 nieuwe beschermde provinciale landschappen aangewezen heeft?
Vraag 3
Is het waar dat ten zuiden van Alkmaar behalve binnenstedelijk nergens meer gebouwd
kan worden? Wat is uw reactie daarop?
Vraag 4
Is het waar dat alleen in het noordelijke deel van Noord-Holland per kern 11 woningen
gebouwd mogen worden? Wat is uw reactie daarop?
Vraag 5
Is het waar dat de provincie die regels heeft gesteld om overprogrammering te voorkomen?
Zo ja, wilt u dan de provincie Noord-Holland op de hoogte stellen van het feit er
een groot tekort is aan woningen?
Vraag 6
Is het waar dat een groot aantal potentiele bouwlocaties komen te vervallen? Zo ja,
kunt u aangeven welke locaties, wat de omvang van die locaties is en wat de reactie
van de betrokken gemeenten is? Kunt u op een kaart aangeven welke projecten (inclusief
aantallen) door de nieuwe Omgevingsverordening niet meer door kunnen gaan? Bent u
bereid in te grijpen mocht het aantal plannen achterblijven?
Vraag 7
Deelt u de mening dat de provincies meer in het werk moeten stellen om woningbouw
te bevorderen in plaats van tegen te werken? Zo ja, hoe gaat u dat doen? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 8
Deelt u de visie van de Metropoolregio Amsterdam (MRA) dat het juist Haagse regels
zijn en het ontbreken van investeringscapaciteit bij woningbouwcorporaties die het
onmogelijk maken om woningen te bouwen? Wilt u uw antwoord nader motiveren?
Vraag 9
Is het waar dat 175.000 woningen in de MRA in gevaar komen door nieuwe rekenregels
voor het geluid van de luchtvaart en dat het voor heel Noord-Holland om 350.000 woningen
tot 2030 gaat? Wat is uw reactie daarop?
Vraag 10
Is er afstemming geweest tussen de verschillende betrokken ministeries over de consequenties
van deze nieuwe regelgeving voor de bouwproductie? Wat was het resultaat van die afstemming?
Vraag 11
Deelt u de visie dat het geconstateerde (toekomstige) financiële te kort bij woningbouwcorporaties
een belemmering is voor corporaties om te bouwen, te verduurzamen en de huren betaalbaar
te houden?
Vraag 12
Is het waar dat de financiële situatie van corporaties in het MRA-gebied zo penibel
is dat door corporaties vanaf 2024 niet meer gebouwd kan worden? Kunt u aangeven of
die problematiek zich ook in andere regio’s voordoet en in welke mate?
Vraag 13
Is het waar dat in de Woondeal die tussen het Rijk en de MRA is gesloten, ook is vastgelegd
dat de bouwopgave alleen gehaald kan worden als er voldoende financiële middelen beschikbaar
zijn? Is daarbij expliciet gemaakt wat verstaan wordt onder «voldoende financiële
middelen»?
Vraag 14
Is het waar dat u heeft beloofd de MRA tegemoet te komen met maatregelen om de bestaande
woningvoorraad betaalbaar te houden, de bereikbaarheid van woonlocaties te verbeteren
en dat u ervoor zou zorgen dat corporaties over voldoende investeringscapaciteit beschikken?
Kunt u aangeven wat de stand van zaken is ten aanzien van die beloften?
Vraag 15
Kunt u deze vragen zeer spoedig beantwoorden gezien de urgentie en de hoge woningnood?
Vraag 16
Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden?
Mededeling
Door het lid Terpstra (CDA) zijn Kamervragen gesteld (ingezonden op 10 september 2020,
met kenmerk 2020Z16045) over de berichten «Over dingen die blijven» en «Laat ons bouwen».
Hierbij deel ik u mede dat de vragen niet binnen de termijn van drie weken kunnen
worden beantwoord. Voor de beantwoording van de vragen is meer tijd nodig in verband
met overleg en afstemming met de provincie Noord-Holland. Uw Kamer ontvangt de antwoorden
zo spoedig mogelijk.