Vragen van de leden Markuszower, De Graaf en Wilders (allen PVV) aan de Minister voor
Rechtsbescherming over het bericht «Mohammed B. opnieuw door het lint in de gevangenis»
(ingezonden 16 oktober 2020).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 18 november 2020). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 698.
Vraag 1
Kent u dit bericht uit 2019?1 Zo ja, waarom is dit pas ruim een jaar later naar buiten gebracht?
Antwoord 1
Ja. Het krantenbericht gaat over een incident dat plaatsvond op 20 september 2019.
Dit incident is op 18 oktober 2019 gepubliceerd op de website van de Dienst Justitiële
Inrichtingen in het maandelijkse voorvallenoverzicht van september 2019.
Vraag 2
Hoe heeft het kunnen gebeuren dat deze twee terroristen binnen de gevangenismuren
de fitnessruimte konden slopen en 34.000 euro aan schade aangericht hebben?
Antwoord 2
Eén van de twee gedetineerden begon in de fitnessruimte vernielingen aan te richten.
De andere gedetineerde heeft dit aangemoedigd. Voor het onder controle brengen van
de situatie moest het intern bijstandsteam (IBT) worden ingeschakeld. Tot het moment
dat dit team kon optreden heeft de gedetineerde zich misdragen. De veiligheid van
het personeel staat bij zulke incidenten altijd voorop. Ingrijpen gebeurt pas als
de veiligheid van het personeel gegarandeerd kan worden.
Vraag 3
Is er aangifte tegen hen gedaan van vernieling? Zijn ze hiervoor gestraft en in een
isoleercel gezet? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Beide gedetineerden zijn gestraft met verblijf in de strafcel. Tegen de gedetineerde
die vernielingen heeft aangericht is aangifte gedaan. Deze gedetineerde is tevens
tijdelijk overgeplaatst naar de afdeling voor beheersproblematische gedetineerden.
Na overleg met de officier van justitie is tegen de andere gedetineerde geen aangifte
gedaan, met het oog op diens beperkte rol bij het incident.
Vraag 4, 5, 6
Deelt u de mening dat terroristen helemaal geen contact met andere terroristen zouden
moeten kunnen hebben? Zo nee, waarom niet?
Deelt u voorts de mening dat terroristen helemaal niet over een fitnessruimte zouden
moeten beschikken, maar permanent in volledige beperking zouden moeten zitten? Zo
nee, waarom niet?
Bent u bereid het beveiligingsniveau van de terroristenafdelingen te verhogen naar
hetzelfde beveiligingsregime als de Extra Beveiligde Inrichting (EBI)? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 4, 5, 6
Al deze vragen beantwoord ik met nee. Gedetineerden met een terroristische achtergrond
worden op één van de terroristenafdelingen (TA) geplaatst. Het TA regime is er op
gericht de maatschappij te beschermen tegen deze groep. Deze gedetineerden krijgen
daarom standaard te maken met strenge toezicht- en veiligheidsmaatregelen. Binnen
dit strenge regime is het met de nodige veiligheidsmaatregelen verantwoord om gedetineerden
te laten sporten.
Binnen de TA wordt gewerkt met een gedifferentieerd plaatsingsbeleid, wat betekent
dat gedetineerden van elkaar worden gescheiden als contact niet wenselijk is. Als
ongewenste beïnvloeding, gedrag- en of de veiligheidsrisico’s daartoe aanleiding geven,
kunnen gedetineerden ook geplaatst worden in een hoger beveiligingsniveau, een aangepast
regime of worden overgeplaatst naar een andere locatie. Daarnaast kunnen gedetineerden
die een extreem hoog risico voor de maatschappij vormen geplaatst worden op de Extra
Beveiligde Inrichting.
Met het oog op deze mogelijkheden acht ik een structurele volledige beperking van
deze groep of een verhoging van het beveiligingsniveau van de TA niet nodig. Langdurig
verblijf in volledige beperking is bovendien in strijd met internationale regelgeving
zoals het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Vraag 7
Bent u bereid ervoor te zorgen dat terrorist Mouad D., na het uitzitten van zijn nog
op te leggen straf, het land uitgezet wordt en ervoor te zorgen dat deze gevaarlijke
terrorist nooit meer voet op Nederlandse bodem zal zetten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Iedere vreemdeling die niet over rechtmatig verblijf beschikt dient het land te verlaten.
Door de Dienst Terugkeer en Vertrek worden zoals gebruikelijk de mogelijkheden bekeken
hoe de vreemdeling te zijner tijd uit Nederland kan vertrekken. Daarbij zal de vreemdeling
een langdurig inreisverbod worden opgelegd om te voorkomen dat hij terugkomt.