Vragen van het lid Van der Graaf (ChristenUnie) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de gevolgen van de coronacrisis voor mensen in de prostitutie (ingezonden 23 oktober 2020).

Mededeling van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 13 november 2020).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Tien Haagse prostituees in quarantaine, twee panden Doubletstraat dicht»1 en wat is uw reactie daarop?

Vraag 2

Is het nog verantwoord om in deze tijd prostitutiestraten open te houden?

Vraag 3

Herkent u tegelijkertijd de zorg vanuit hulpverlening dat, wanneer wordt overgegaan tot sluiting en er geen inkomensondersteuning is, mensen zich gedwongen kunnen voelen om zonder toezicht door te werken – en dat dit gevaar meebrengt voor de volksgezondheid?

Vraag 4

Indien wordt overgegaan tot het sluiten van seksinrichtingen, hoe wordt dan voorkomen dat mensen uit (financiële) nood gedwongen worden door te werken in onveilige omstandigheden?

Vraag 5

Kunt u reageren op de uitspraken waaruit blijkt dat de registratie van klanten weinig effect heeft, omdat deze dikwijls een andere naam opgeven?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van der Graaf (ChristenUnie), van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de gevolgen van de coronacrisis voor mensen in de prostitutie (ingezonden 23 oktober 2020) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven